maandag 19 juni 2006

Ruimtelijke ordening en liberalisering

Vanmiddag bezocht ik in het Haagse Carlton Ambassador hotel het Vakdebat 'Liberalisering van het ruimtegebruik'. Het was een genoegen de kamerleden en andere prominenten in de ruimtelijke ordening te beluisteren, de ambiance was prima, maar ik moet ook constateren dat er nog een hele transitie te gaan is.
Nu heeft ruimtelijke ordening het bijna per definitie te kwaad met een terugtredende overheid die minder wil ordenen. Het is niet alleen het liberalisme an sich dat hier als heersende ideologie de boosdoener is. De overheid ziet ook geen kans meer om de heterogeniteit van woonwensen te bedienen, dus doen projectontwikkelaars dat en die organiseren parken als de Golfresidentie in Dronten, waar een mij bekende agrarier zonder opvolgers zijn bedrijf aan een projectontwikkelaar verkocht die de residentie realiseerde. Mijn (niet-golvende) schoonouders hebben er ooit nog de prospectus voor de aankoop van een huis van in huis gehad.
En nu klagen de eigenaren (die hun woningen aardig in waarde hebben zien stijgen) dat ze in de vereniging van eigenaren zoveel werk hebben en ook nog OZB moeten betalen terwijl de gemeente voor hen minder doet dan voor andere bewoners (hoewel het me niet zou verbazen als de bewoners oververtegenwoordigd zijn in het theaterbezoek in het verlieslatende Meerpaal theater). En er is onderling discussie over het wel of niet plaatsen van wipkippen, wat blijkbaar indringender is bij hole 19 dan tijdens de inspraak bij de wethouder. Dergelijke communities komen dus met voor- en met nadelen.
Sommige van dergelijke communities bieden bewoners voor hun gevoel veiligheid door enige afscherming van de openbare weg (zoals ieder hofje, maar soms is er een bord of een slagboom) en ze hebben een uniformer karakter dan de Vinex-locaties: ons kent ons. Maar dat lijkt me niet veel nieuws: in Kralingen wonen ook andere mensen dan in Crooswijk.
Het werk in de vereniging van eigenaren lijkt hier en daar rijp voor uitbesteding (outsourcing) aan een gespecialiseerd bedrijf want sommige bestuurders zijn er wel erg veel tijd aan kwijt. Overigens zie ik op het eerste gezicht weinig verschil met de vorige generatie in Dronten (van wie sommigen nu op dat park wonen): die heeft in de jaren zestig in de nieuwe polder de hele community opgebouwd door het oprichten van verenigingen, kerken, scholen etc etc. En daar hoorde je zelden over klagen, maar wellicht wisten die mensen waar ze als pionier aan begonnen, en in deze voorbeelden lijkt in de marketing van de projectontwikkelaar het korte termijn voordeel van het mooie huis wat meer benadrukt (of door de kopers belangrijker gevonden) dan de organisatiekosten in de toekomst.
Marketing heeft de inspraak vervangen, zo stelde vanmiddag iemand. Een filosoof merkte nog op dat het in deze constructies onduidelijk is hoe het zit met de publieke zaak, die ook gevormd wordt door de publieke ruimte. Het is nog maar de vraag of het tegenwoordig zo makkelijk is voor mensen om verantwoordelijkheid te nemen en zich aan (eigen) normen te houden. De wereld is zo veelomvattend geworden, dat de zicht op sturing is ontnomen en hoe kun je dan verantwoordelijkheid nemen. Nu even niet.
Maar in het vakdebat ging het daar helemaal niet meer over. Er bleek bij de professionals een sterke behoefte aan inhoudelijke visie, niet alleen proces, toetsing van decentrale plannen en besluiten. Er is een onderliggende angst dat het op zijn beloop laten van economische processen niet tot 'optimale' kwaliteit kan leiden (behalve misschien ooit aan de grachtengordel en in Venetie, maar dat moet toeval zijn geweest). Wat mij betreft was er veel te weinig aandacht hoe je bij decentralisatie / liberalisatie de kwaliteit van plannen via kennis verbetert en hoe je uitsluiting van bepaalde belangen (met name externe en publieke) voorkomt. Op dat vlak is er nog een hele gedachtenordening nodig.

Geen opmerkingen: