maandag 18 september 2006

a tale of two cities: Roma


Wie de Bosatlas van Australie openslaat ziet zo'n 500 km ten Westen van Brisbane (en het Noordelijker gelegen Rockhampten) twee plaatsen liggen, in wat nog lang niet het echte binnenland ('de outback') van Australie is: Roma en Emerald. We zijn er in augustus eens even wezen kijken om iets meer dan de toeristenindustrie van Queensland te zien.
Om met de Little River Band, een van de grootste australische popgroepen uit de vorige eeuw, te spreken: It's a long way there. Die hitsong duurt ruim acht minuten, de trein van Brisbane doet er 11 uur over en met de auto over de highway (een tweebaans provinciale weg die rustiger is dan elke tweebaansweg in Nederland, leve de automaat met cruise control) lukt het wel in een uur of zes.
Imposant zijn de Road Trains onderweg: de grote vrachtwagens. Sommige met twee aanhangers achter de oplegger. In Nederland wordt dat niet vertoond, hoewel het me deed denken aan de koolzaadwagens van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolder die begin jaren zestig ook met drie wagens achter een tractor reden. Dat mocht in de nieuwe polders (het was geloof ik een soort eigen terrein waarop het wegenverkeersregelement van toepassing was verklaard) en wij vonden dat als kinderen imposant. De grote vrachtwagens illustreren dat arbeidskracht er schaars is en er veel ruimte is. Hetzelfde geldt voor de VS waar de vrachtauto's ook een imposante motorkap hebben. In Europa lukt het je niet om daar de Albert Heijn in de Dorpsstraat mee te bevoorraden (te grote draaicirkel) en is de kabine bovenop de motor gebouwd en zijn de opleggers wat kleiner. Economische schaarsteverhoudingen geven de techniek vorm.
Plaatsjes als Roma zijn ondanks hun plek in de Bosatlas niet groot: 6500 inwoners, dat is minder dan ons eigen Zevenhuizen. Ze zijn vooral agrarisch, hoewel bij uitzondering Roma een klein olie- en gasveld exploiteert. De musea zijn er zonder uitzondering historisch en houden de pioniersgeest in stand. Je vindt er een T-Ford en een rupstrekker uit de jaren dertig. Of de eerste asfalteermachine. Voor galleries met kunst die je over 30 jaar op de tube zonnebrandolie vindt, moet je hier niet zijn.
Met die 6500 inwoners heeft men overigens wel vrijwel alle voorzieningen. Toen ik er de supermarkt uitliep stond ik dan ook recht tegenover een vestiging van de Rabobank. Later zou ik in de beefcity Rockhampton ook mijn huurauto bij toeval voor de bank parkeren. De globalisering zet door. In Nederland heb ik intussen van een Rabomedewerker vernomen dat het exporteren van de Nederlandse Raboformule naar een overgenomen Australische bank tot een behoorlijk marktaandeel heeft geleid, en profijtelijk is.

Geen opmerkingen: