dinsdag 17 oktober 2006

een boerin met noten op haar zang

Over noten gesproken: op dezelfde bijeenkomst van vrijdag was een boerin die twee noten op haar zang had. In de eerste kon ik me wel vinden: we moeten af van het woord subsidies bij vergoedingen voor landschapsonderhoud. Als boeren geld ontvangen om weidevogels te laten broeden (door hun grasland later te maaien) of om houtwallen te onderhouden, dan spreken we (en in ieder geval de EU) van subsidies. Betrokken boerin ziet het als een kostenvergoeding voor een dienst, die je aan de overheid verkoopt. Net zoals de wegenbouw of de baggerindustrie vooral voor de overheid werkt (afgezien van een geprivatiseerde haven NV die een haven uit laat baggeren), en dan zeggen we ook niet dat de baggerindustrie of de wegenbouw wordt gesubsidieerd. Ze krijgen gewoon betaald voor hun dienstverlening.
Subsidies zijn negatieve belastingen die de overheid betaalt om de kosten van arbeid of kapitaal te drukken. Daardoor kan bijvoorbeeld het Nederlands Ballet voorstellingen aanbieden tegen een prijs die lager ligt dan de kostprijs. Of een werkgever kan een te laag geschoolde werkloze aannemen. Kost- en marktprijzen worden door subsidies dus kunstmatig bijgesteld. Een vergoeding voor onderhoud of aanleg van een houtwal wordt -althans in de ogen van de boerin- niet gegeven om de melk beneden kostprijs aan te kunnen bieden. Anderen zien dat overigens soms wel zo: in dat type landschap ligt de kostprijs hoger, en dat moet je dan subsidieren om de melk te kunnen laten produceren. Ik heb wel sympathie voor het standpunt van de boerin: zo wordt landschapsonderhoud een aparte dienst, waar je een markt voor kunt creeren.
En vandaar dat ik minder sympathie had voor haar tweede noot: de EU schrijft voor dat dergelijke vergoedingen op kosten gebaseerd moeten zijn om te voorkomen dat sprake is van staatsteun. Gevolg is dat er (voor het gemiddelde bedrijf) geen winst gemaakt kan worden op het leveren van zo'n dienst. Maar als je een concurrerende markt zou hebben (bv. via tendering van het onderhoud: wie dat het goedkoopst kan, mag het werk uitvoeren zoals bij het baggeren van een rivier) dan zou er ook weinig winst in de vergoeding zittten. Het gemiddelde bedrijf maakt ook geen winst op het leveren van melk, dus waarom dan wel op het onderhouden van de houtwal? Waarom dat zo is, is een ander verhaal - die economische theorie schrijf ik ook nog wel eens op. Mijn verwachting is dus dat het veranderen van die EU regelgeving op dit vlak weinig euros voor de aanbieders van de diensten zal opleveren.

Geen opmerkingen: