zondag 5 november 2006

Ook het Duitse landschap is niet meer wat het was


Duitsers staan bekend als verknocht aan hun Heimat en Boden. Waar velen weten dat in Nederland alles wel een keer op de schop is geweest, en oernatuur niet meer bestaat, hebben we bij Duitsland nog wel dat romantische beeld.
Onzin, zo blijkt uit een voortreffelijk boek van de Harvard hoogleraar David Blackbourn. Hij schreef 'De verovering van de natuur - water, landschap en 'the making of modern Germany'. Hoofdstuk 1 stal meteen al mijn hart, maar dat komt omdat het over de Oderbruch gaat, een Nederlandsachtig polderlandschap achter Berlijn, langs de Oder. Ik ken het een beetje omdat mijn zwager er boert. Onder Frederik de Grote in de 18e eeuw op het barbaardom veroverd door inpoldering. Andere hoofdstukken gaan over het rechttrekken van de Rijn, de aanleg van Wilhelmshaven en de veenkolonien, de aanleg van stuwdammen (met meren die vervolgens door de natuurbescherming werden omarmd) en de landschapsactiviteiten van de Nazis in het wilde oosten. En het boek eindigt weer in de Oderbruch bij de overstromingen van 1997. Ik hoop er van de zomer bij de oude boerderij van Daniel Albrecht Thaer (de eerste landbouwkundige in Duitsland) een kijkje te nemen.
De mooiste quote van het boek staat in de introductie en wil ik je niet onthouden:
We regularly encounter engineers trying to fix problems that were problems only because the previous fix had not worked. An every time their mantra was the same: This time things would be different! Score one for the pessimists. But the same point also cuts the other way. What nature conservationists wanted to conserve at any given time was the status quo at a particular point between one set of human interventions and another - the residue of yesterday's progress, after it had acquired a patina of 'naturalness'.

David Blackbourn: The conquest of nature - water, landscape and the making of modern Germany. Random House, 2006.

Geen opmerkingen: