zondag 10 december 2006

locale technologie: schurvelingen

De globalisering doet belangstelling voor locale historie en technologie opleven. Sommigen (vooral sociologen) denken dat de lokale kennis een bron van vernieuwing van bedrijfssystemen in de landbouw kan zijn. Economen betwijfelen dat nog wel eens, maar inspirerend kan het wel zijn.
De meest recente uitgave van het blad van het Zuidhollands Landschap (2006-4) besteedt aandacht aan de "schurvelingen" in Ouddorp (Goeree). Die stammen uit de Middeleeuwen, toen boeren zandwallen rond hun percelen aanlegden, als veeafscheiding en tegen verstuiving. Naast de wal lag een greppel, waaruit de wal (van circa een meter) opgeworpen was, en er groeiden braamstruiken en andere planten op. Rond 1900 was door inklinking het waterpeil in de polders zover gezakt dat men last kreeg van droogte. Men besloot akkers af te graven ("uit te mijnen") en de wallen werden wel drie meter hoog. Na 1930 was een vergunning nodig van het polderbestuur en nam de belangstelling af. De meeste verdwenen na de ramp van 1953 omdat het zand nodig was in dijkherstel.
Nu blijkt dat het systeem helemaal niet zo uniek is als sommigen dachten. Op Schouwen en Voorne zijn er 'Heveringen'. Op Texel deden ze het met graszoden. En nu blijken in Portugal en Normandie dezelfde soorten landschappen te bestaan.
Dat is minder vreemd dan het lijkt. Innovaties ontstaan vaak op verschillende plaatsen in gelijke tijd. De omstandigheden zijn gelijk en men komt op dezelfde ideeen. Die hangen als het ware in de lucht. Onderzoek naar de vraag of er contact tussen Ouddorp en Portugal is geweest en daar de techniek is doorgegeven, lijkt me dan ook niet hard nodig, en als het toch gebeurt, lijkt me dat zal worden aangetoond dat deze overdracht van een innovatie niet heeft plaats gevonden. Mijn tweede punt is dat dergelijke arbeidsintensieve innovaties als muurtjes en wallen, en zeker ook het uitmijnen, vooral hebben plaats gevonden in gebieden waar er relatief veel arbeid was. Ouddorp was lang moeilijk bereikbaar, het is nog steeds de plaats in Nederland die het verst van een treinstation (Goes, 54 km) ligt, zo meldt de wikipedia. Er waren wel bootverbindingen met bv. Rotterdam, maar dat was een emigratie en Ouddorp is een van de grootste doopsgezinde gemeentes van Nederland, met een sterke sociale samenhang. En tot slot is er dan het punt of deze lokale kennis een bron van vernieuwing kan zijn. Niet voor de landbouw denk ik. Maar blijkbaar wel voor natuurbehoud en recreatie.

2 opmerkingen:

Rockaille zei

Schurvelingen en andere wallen veroorzaken een microklimaat dat maakt dat bijvoorbeeld boeren de gewassen eerder op het veld kunnen zetten en later er af halen, dus een langer seizoen kunnen genieten. Vee kan eerder in de wei en later in de stal. Die mensen van vroeger waren zo dom nog niet.

Lees ook mijn wandelverhaal dat de schurvelingen aandoet:
http://zilvervis.wordpress.com/2010/12/27/rondje-goeree/

Rockaille zei

Schurvelingen en andere wallen veroorzaken een microklimaat dat maakt dat bijvoorbeeld boeren de gewassen eerder op het veld kunnen zetten en later er af halen, dus een langer seizoen kunnen genieten. Vee kan eerder in de wei en later in de stal. Die mensen van vroeger waren zo dom nog niet.

Lees ook mijn wandelverhaal dat de schurvelingen aandoet:
http://zilvervis.wordpress.com/2010/12/27/rondje-goeree/