maandag 23 april 2007

Barclays over de brug: speltheorie

Als aandeelhouder van 5 stukjes ABN Amro volg ik de overname, waarbij vandaag Barclays met een bod over de brug kwam - de winst gaat me denk ik een etentje opleveren. Als econoom is het ook heel boeiend. Hier worden spelletjes gespeeld denk je als leek, maar het is ook echt een toepassing van de serieuse speltheorie: als ik dit bod doe, en dat aan Bank of America verkoop, troef ik dan als Barclays Fortis cs af (lijkt het wel op) en ook TCI dat als investment fund het spel startte.
Speltheorie is een serieuse business geworden, ook in de economie. In het blad Strategy+Business, dat ik gisteren al even noemde, staat een mooi interview met Barry Nalebuff, hoogleraar in Yale. Hij haalde speltheorie uit de ivoren toren naar de 'board room'. Een paar weken geleden blogde ik hier al dat economen kijken naar de reactie van andere spelers en dus de wereld als een spel zien.
Speltheorie laat zich mooi illustreren met de (Harvard) case van Holland Sweetener, een DSM dochter die aspartaam maakte (ze zijn uiteindelijk vorig jaar uit die markt gestapt) en eind jaren tachtig de hegemonie van Monsanto's NutraSweet wel eens even zou aanpakken. Het patent op aspartaam, dat door Coke en Pepsi in de cola wordt gestopt, liep in 1992 af en dat was reden voor Holland Sweetener 50 miljoen dollar in een nieuwe fabriek te investeren. Maar, zoals Barry Nalebuff zo mooi zegt, ze speelden het verkeerde spelletje.
Coke en Pepsi waren best wel tevreden over NutraSweet, en gebruikten de nieuwe fabriek om 200 miljoen dollar korting te bedingen bij hun leverancier. Op basis van speltheorie een voorspelbare zet - Holland Sweetener had eerst een contract moeten regelen, of de colamakers mee moeten laten betalen aan de bouw (bv. als mede-aandeelhouder). Zoals Nalebuff het verwoordt: Holland Sweetener had zich moeten bedenken dat ze een matig product (' a lousy product') in aspartaam hadden, maar monopolist waren in de aspartaam-concurrentie.
Overigens leerde Holland Sweetener er wel van. Ze verloren zoveel geld dat ze van plan waren er mee te stoppen. Voordat ze dat deden, stapten ze naar Pepsi en Coca Cola en vertelden dat ze zouden stoppen, tenzij ze een leveringscontract kregen. Uiteindelijk kregen ze betaald om te blijven.
De kunst in zaken is dus niet zozeer om hard te werken, maar om het spel te veranderen. En in sommige situaties, vooral daar waar een beperkt aantal spelers zijn, kan speltheorie dus helpen. Het is een vakgebied dat begon met zgn zero-sum games (en de tit-for-tat regel opleverde als superieure strategie: werk samen tot je bedrogen wordt, sla dan terug en ga weer samenwerken) en het beroemde prisoners dilemma. Waarover een andere keer meer.
.
Gebaseerd op: Michael V. Copeland: The Game Maven of New Have in: Strategie+Business, spring 2007

Geen opmerkingen: