zondag 22 april 2007

EU en VS: twee werelden ook in bio

Aan beide kanten van de Atlantische oceaan geven consumenten nu ongeveer even veel uit aan biologische producten. De gemiddelde Amerikaan en European besteden in de winkel beide zo'n 35 dollar aan bio.
Maar de visies van de twee overheden op de sector zijn totaal verschillend: de Amerikaanse ziet de sector vooral als een nieuwe markt niche voor producenten en een wat bredere keuze voor consumenten. Alsof Nike met een nieuw type sportschoen komt, of beter: alsof Puma de markt betreedt.
De EU ziet biologische landbouw vooral ook als een landbouwsysteem dat milieuvriendelijker is, er zijn sociale voordelen (meer werkgelegenheid op het platteland) en daarom moet deze bedrijfstak worden gesteund, zeker nu het een bedrijfstak-in-de-kinderschoenen is (het infant industry argument noemen economen dat). Veel landen in de EU hebben ook officiele doelstellingen over de omvang van het areaal dat men wil bereiken: Nederland in 2010 10%, Duitsland zelfs 20%. En zoals het bij EU doelstellingen gaat, lijken die intussen onhaalbaar.
Uit LEI onderzoek weten we dat ook in Nederland producenten en consumenten om heel verschillende reden iets met bio doen: winstmotief, gezondheid, milieu, kleinschaligheid etc. Visies zijn dus binnen de EU en vermoedelijk ook USA divers, maar toch grappig om te zien hoe zich dat op nationaal niveau vertaald.
In beide gevallen speelt de overheid een rol in labelling en certificering. Dat verlaagt de transactiekosten, jehoeft niet bij elke verkoop uit te leggen op welke manier het product is geproduceerd, je ziet met een logo dat het biologisch is, en dat logo heeft een vaste betekenis en staat voor een hele set productieregels. Ik ben blij dat de groenteboer dat er niet elke keer bij moet vertellen. Het logo helpt ook een informatie probleem op te lossen: je kunt aan een product zelden zien dat het biologisch is (hoewel er een tijdje was dat het het de bedoeling was dat die appel er wat wormstekeriger uitzag, net als de afgedragen spijkerbroek-look zich afzette tegen de echte nieuwe Levi's). En je kunt het vaak ook na consumptie niet vaststellen (tenzij je heel goed bent in smaak).
Certificering garandeert dat de standaards van de labels worden nageleefd. Ook hier zie je verschillen, ook binnen Europa, in hoe de certificering wordt georganiseerd. Dat kan helemaal door de overheid, het kan ook door gespecialiseerde bedrijven. Het hangt van de situatie af wat efficienter is, op voorhand neigen economen vaak naar het laatste: er is dan concurrentie die de kosten in de hand houd en de innovatie bevorderd.
.
Inzichten ontleend aan een artikel in Amber Waves, het blad van de USDA-ERS: Carolyn Dimitri and Lydia Oberholtzer: EU and US Organic markets face strong demand under different policies in: Amber Waves, Februari 2006

Geen opmerkingen: