dinsdag 7 augustus 2007

ethanol economie

Op het Amerikaanse landbouw-economencongres was er bovenal veel aandacht voor ethanol, of meer algemeen: bio-energie. Na anderhalve dag kreeg een presentator van een paper over inkomens de lachers op zijn hand met de introductie: "ik vermoed niet dat u met zijn allen voor de kwaliteit van mijn werk naar dit zaaltje bent gekomen, maar u wilt natuurlijk ook wel eens wat anders dan bio-ethanol".
Hoe goed de economische modellen ook zijn ("economen doen het met een model" zeiden ze de vroeger op de Erasmus in Rotterdam al), ze worden vooral ingezet op onbekend terrein, en dus kun je er van alles uitkrijgen.
Als je met de huidige technologie de ambitieuze overheidsdoelen doorrekent, stijgen de graanprijzen nog tot ongekende hoogte (en kun je je met de NY Times afvragen waarom we nog landbouwbeleid nodig hebben). Maar velen waren het er over eens dat het niet de bedoeling van de overheid zou zijn om de graanprijs boven bijvoorbeeld de 4 dollar te drijven. Wally Tyner van Purdue University had dan ook een fraai paper met beleidsalternatieven, zoals het afbouwen van steun als de olieprijs oploopt en ethanol concurrerend is. Zijn presentatie bevatte veel break-even grafieken die aangeven bij welke olieprijs ethanol-uit-mais lonend is, met of zonder bepaalde overheidssteun. Ik leerde eruit dat de graanprijzen in de toekomst meer gaan fluctueren: als de fabriek er een keer staat, dan moet hij ook grondstof (Prijs-ongevoelige vraag) en bij een tegenvallende oogst gaan prijzen van granen voor andere doelen (zoals brood) en voor de last moment aankoop voor ethanol zelf, meer fluctueren. Risicobeheer wordt dus belangrijker.
.
Switch
En dan was er natuurlijk gespeculeer over en gereken aan de tweede generatie technologie: ontwikkel een gewas dat bij uitstek geschikt is voor energiewinning in plaats van een bestaand gewas dat voor veevoer is ontwikkeld. Cellulose switchgrass (wie de Nederlandse naam kent mag het zeggen) is dan de gedoodverfde kandidaat en de Uni van Tennessee experimenteert er mee.
De conclusies waren negatief: te lage opbrengsten per ha. Persoonlijk leek me over zeer lange termijn het gat misschien nog wel te dichten met veel gentechnologie e.d. (het effect van 2% jaar op jaar productiviteitsverbetering over 20 jaar wordt al snel onderschat), maar het is de vraag of boeren er van zullen profiteren. Switchgrass groeit, als je het een keer gezaaid hebt, vanzelf en komt elk jaar terug (het is net riet) en vraagt dus nauwelijks management.
Uit beschouwingen over contracten volgt dan dat het meer op de houtindustrie dan op de graanteelt lijkt. De houtindustrie kent geintegreerde ondernemingen die zelf wel even oogsten of laten oogsten als het zover is, en hebben geen boeren nodig om te zien of de bomen er nog staan en niet wat kunstmest nodig hebben. Als het die kant opgaat met de energiewinning uit de landbouw, kon de steun van de landbouw ook wel weer eens afbrokkelen, zo constateerden we onder de koffie van Starbucks.
.
Million $ farms
Maar dat past misschien wel in de trend naar grote bedrijven. In een heel andere sessie discussieerden we over million-dollar-farms, zo'n typisch amerikaanse uitdrukking om aan te geven dat er steeds meer hele grote bedrijven ontstaan. Guru Michael Boehlje (ook Purdue) had voorbeelden van bedrijven die via een replicatie-strategie meerdere vestigingen hebben van bv. 1000 koeien ieder voor het beleveren van een supermarktketen met biologische melk.
Aansluitend gingen we na wat dat betekent voor het doen van onderzoek, omdat veel databronnen dan wegvallen. Dat probleem wordt overschat en te gemakkelijk wordt dan geroepen dat de overheid of het statistisch bureau dat moet oplossen. Een onderzoekster uit de autoindustrie liet zien dat er ook andere manieren, vooral door samenwerking, zijn om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van een bedrijfstak.
.
AgEcon Search bevat de papers, voor wie meer wil weten

Geen opmerkingen: