maandag 31 december 2007

Prettige Jaarwisseling

Alle lezers van de weblog wens ik een prettige jaarwisseling, met dank voor de belangstelling in het afgelopen jaar. Zoals je hiernaast ziet, ontdekken steeds meer mensen deze weblog. Zo'n 35 hits per dag nu, sinds april (toen ik Google Analytics installeerde) waren het 4400 unieke bezoekers.
Tweederde daarvan komt uit zoekmachines, en zijn in veel gevallen geen echte lezers, maar een kwart is dat vermoedelijk dus wel. Uit heel Nederland en Vlaanderen, maar ook uit verre oorden als Portugal, Noord-Amerika en Australie.
Dank voor alle reacties, zeker de enkeling die in het openbaar reageerde, maar ook de directe mailtjes uit zeer uiteenlopende hoek en de bekenden die me op de meeste onverwachte momenten en plekken toevertrouwden een stukje te hebben gelezen. Tot in 2008.

Genetisch gemodificeerd

Een van de veelgehoorde argumenten tegen genetisch gemodificeerde gewassen is dat de winst ervan vooral naar de multinationals in de zaadveredeling gaat (en de daarachter schuilgaande kapitalisten en werknemers). En niet naar boeren en consumenten.
Niets is minder waar, blijkt uit een overzichtsartikel van een groepje Vlamingen in de nieuwste editie van EuroChoices. Maar pakweg een derde gaat die kant op, tweederde gaat naar boeren en consumenten. En de voordelen lopen in de miljarden. Voor wie niet overtuigd is: het zijn geen modelberekeningen, maar evaluaties van toegelaten gewassen in o.a. de VS, Mexico, China en een aantal ontwikkelingslanden, als ook Spanje en Tjechie. Vreemd dat Europa niet enthousiaster is, nu de wereld om ons heen dit heeft ingevoerd (en als er dus al negatieve milieu-effecten zijn, naast de positieve van minder bestrijdingsmiddelen, dan krijgen we die toch al op ons dak)
Hier ligt dus geld op straat, of zo je wilt 'cash on the table'.

M. Demont et al.: GM crops in Europe: how much value and for whom? in EuroChoices 2007/3

klimaat

De klimaatdiscussie speelt weer op. Nog net voor het oudejaar lag de nieuwe editie van SPIL in de bus en dat blad geeft alweer een aantal auteurs de gelegenheid het breed gedragen idee dat het klimaat verandert te bekritiseren. Erg vriendelijk lijkt het vanuit beide kampen niet altijd toe te gaan.
Voor een econoom is het lastig te beoordelen, maar een weerlegging van het feit dat veel warme zomers van de laatste eeuwen in het afgelopen decennia vielen, heb ik niet gelezen. Lezenswaardigst voor een maatschappijwetenschapper is een bijdrage van Ralf Dekker die de political economy van het klimaatdenken bloot probeert te leggen. Het komt er op neer dat de milieubeweging van de jaren 70 (volgens hem niet los te zien van de christelijke opvatting dat de mens zondig is en altijd geneigd tot het kwade) tot instituties zijn geworden die hun doelen wel bereikt hebben (ook voor ammoniak en fijn stof om eens wat te noemen?) en nu dankbaar dit nieuwe onderwerp aanpakken. En omdat het op wereldschaal is, hebben de EU en VN er ook bij te winnen. Als dat de wereldvrede dichterbij brengt, zou het overigens van mij mogen - maar dat terzijde.
Dat de voedselvoorziening erg afhankelijk kan zijn van kleine weersveranderingen blijkt overigens uit een boeiend verhaal uit de Economist over de verdwenen zomer van 1783. Door vulkanische erupties in IJsland was Europa tot in Azie bedekt met zwarte wolken, koelde het af en leidden misoogsten tot enorme sterfte, net als het inademen van het fijn stof.
Dan nog maar liever wat warmer, zoals SPIL constateert. Hoewel een boeiende analyse van de graanmarkt in het blad aangeeft dat het warme weer en speculatie forse effecten hebben op de graanprijs. Terwijl het effect van biobrandstoffen sterk wordt overschat.
SPIL 2007 5/6
Economist 22.12.2007: The summer of acid rain

zondag 30 december 2007

start van de landbouw

Aan het eind van het jaar kijken we even terug. Naar de landbouw die zo'n 12.000 jaar geleden werd uitgevonden. "De ergste fout in de geschiedenis van het menselijk ras" zo heeft de bekende Amerikaanse bioloog en geograaf Jared Diamond dat ooit genoemd. Het leidde tot een bevolkingsexplosie, nieuwe ziektes (mazelen van rundvee, griep van eenden, pest van ratten), ontbossing, uitputting van grondstoffen. En de mensen zelf hadden er ook weinig aan: eiwit- en vitaminegebrek en de lengte van de mens (een oude indicator voor welvaart) nam beduidend af.
De jager-verzamelaars hadden het eigenlijk veel beter: vlees en fruit/groente, ofwel kwaliteit en betrouwbare aanvoer. En toch is minstens zeven keer de landbouw als innovatie uitgevonden: met name in de Halve Maan in het MiddenOosten (de halve cirkel Libanon, Zuid Turkije, Irak), maar ook in de Yangzi delta, in de Andes, Mexico, West-Afrika, Nieuw-Guinea en de Amazone. Overigens had de jagers-samenleving zo zijn nadelen: ze zijn weleenswaar gelijker omdat bezit minder een rol speelt, maar ze voeren veel vaker oorlog om jachtgebieden zodat het sterftecijfer er hoog ligt.

De verklaring voor deze innovatie ligt dan ook voor de hand: het gebeurde zoals bij zoveel innovaties uit noodzaak, de mensen hadden eigenlijk geen keuze, en voor de individuen was de overstap wel een verbetering - net zoals een verhuizing van het uitgedroogde platteland in India naar de sloppenwijken van Mumbai een verbetering is. Dat de overstap naar landbouw nodig was, kwam doordat ook in de jagers-gemeenschappen de hulpbronnen werden uitgedund. In de grotten in Zuid-Frankrijk die 32.000 jaar geleden bewoond werden vind je nog tekeningen van rinocerossen. Later niet meer: ze waren allemaal om zeep geholpen door de jagers. Mammoeten in Noord-Amerika, reuzen-kangeroes in Australie: ze hadden geen kans tegen speren en pijl- en boog. En er werden steeds betere jaag-instrumenten uitgevonden.

Van ellende schakelde men over op kleiner wild dat zich sneller voortplant: konijnen, hazen, patrijzen, fazanten. Landbouw was een antwoord op demografische druk en wellicht veranderend klimaat. En dus werd 15.000 jaar geleden begonnen met het houden van dieren, de wolf was mogelijk de eerste, en 12.000 jaar geleden begon met gewassen te telen in het Midden-Oosten.

Dat noemen we nu strategisch niche-management: er is een probleem, mensen proberen wat en voor een aantal inidividuen loont het om over te stappen naar het nieuwe. Een hoopvol idee van aanpassen aan ecologische problemen. Zo zal de mens ook de CO2 crisis wel overleven.

Tekst ontleend aan een artikel in de kerst-editie van The Economist: Noble or Savage, 22.12.2007

Een indicator voor de behoefte aan plattelandsromantiek


"ik weet nog hoe het was / de boerenkinderen in de klas / een kar die ratelt op de keien". Het chanson "het Dorp" van Wim Sonneveld vertolkt meer dan enig ander Nederlands lied het beeld dat veel Nederlanders hebben overgehouden aan de vakantie in de jaren vijftig of zestig bij oma of tante op de boerderij.

Intussen is het platteland drastisch verandert, maar de nostalgische hang naar dat oude platteland dat in ons geheugen gegrift staat en dat we in de stad nog zo koesteren, is springlevend. Met alle politieke gevolgen die erbij horen.

Maar misschien is er toch goed nieuws en zijn we het laatste jaar realistischer geworden. De Top 2000 van Radio 2 maakt het mogelijk de behoefte aan plattelandsromantiek te meten. In 1999 haalde Het Dorp notering 36, een van de best genoteerde Nederlandstalige liederen. In 2003 zakte het nummer zo'n 10 plaatsen weg, maar vorig jaar was er de hoogste notering ooit: de 29ste plaats. Dit jaar (2007) daalt het nummer naar de laagste plaats ooit: 53 (zie grafiek). En moet nog een stuk of 7 Nederlandstalige liederen voor laten gaan - inderdaad inclusief Guus Meeuwis zijn "Brabant".
Is er minder behoefte aan nostalgie?

zaterdag 29 december 2007

Landschap in Munchen

Als je komende dagen nog in Munchen komt, dan moet je naar de Pinakothek (voor de niet kenners: de niet te versmaden musea voor oude en moderne kunst), want daar is een tentoonstelling met foto's over het Nederlandse landschap. De website:

Es waren nicht nur niederländische Künstler wie Pieter Breughel der Ältere und Jacob van Ruisdael die die Landschaftsmalerei auf höchstem Niveau als selbstständiges Oeuvre etablierten, selbst das Wort `Landschaft¿ stammt aus dem Holländischen. Es hatte von Anfang an nie die Bedeutung von etwas Natürlichem. Die ursprüngliche holländische Bezeichnung war ein Begriff aus der Verwaltungssprache und bezog sich auf eine geografische Einheit, deren Besitzer sie zu bewirtschaften und verwalten hatte.
Landschap is niet alleen in het Duits vertaald overigens, maar ook in het Engels (Landscape) en verbastert in vele andere talen. Ongeacht of je er ook geld mee kon verdienen. Maar oorspronkelijk lag Landschap dus blijkbaar dicht bij Waterschap en Polder.

vrijdag 28 december 2007

Lijstje: top 2000 a go go II

Mijn lijstje van platen uit de Top 2000 dat ik gisteravond maakte behoeft een aanvulling zo beluisterde ik van ochtend:

8A Freek de Jonge & Stips: Leven na de dood (1134 vanwege de onvergetelijke regel die over tien jaar toelichting behoeft: "neem gerust wat Engels rundvlees / bij de groente / of op brood / want er is leven na de dood")

de boerenkeuken van verguisd naar top

Keukenboeren doen goede zaken zo merkte ik onlangs bij het bezoek aan zo'n winkel. De keuken heeft een forse transitie doorgemaakt, zo meldt nu de kerstspecial van The Economist. Tot in het begin van de twintigste eeuw was de keuken rokerig, lawaaiierig en dus vooral ver weg gelegen van de woonkamer. Het liefst in de kelder of aan de achterkant van het huis, een plek voor de bedienden, en hooguit de vrouw des huizes als toezichthouder. We hebben het nu over dat smalle deel van de bevolking dat zich een keuken kon permiteren.

En nu is de keuken als open keuken de belangrijkste sociale plek in huis. Hele televisieseries zijn er in opgenomen, en niet alleen Desperate Housewives. En tot vreugde van de keukenboeren wordt er dus veel geld aan besteed.

De oorzaak van dit alles: de arbeidsproductiviteit waardoor de bediende te duur werd en buiten de deur werd gezet. Begin van de vorige eeuw werd de keuken dan ook in een rondje Taylorisme met wetenschappelijke precisie op basis van tijdstudies herontworpen. Formica [overigens een spinn off van Westinghouse uit 1913 van een paar ingenieurs die een plastic vervanger van mica hadden gevonden, zo meldt de wiki] deed in de buitenwijken bij de toegenomen welvaart na de tweede wereldoorlog de finishing touch.
Werkende moeders wilden geen service area meer waar ze waren afgescheiden van de rest van het gezin, maar trokken het gezin de keuken in. Open (family) space. De zogenaamde boerenkeuken werd populair: in 2004 bleek 41% van de Britten voorkeur te geven aan zo'n model met veel hout en terracotta. Maar 11% koos voor het designermodel.

Intussen gaat het wereldwijd uitstekend met Europese keukenverkopers, van IKEA tot Bulthaup. Maar sommige markten blijven weerstand bieden. De chinezen wonen nog te klein voor een grote keuken en de wokbranders zonder goede afzuigkap houden het afgesloten keukenhoekje in stand. Ook de Fransen en Iberiers zien niet veel in de cuisine americaine.

Nieuwste trends: meer mannelijke trekken in de keuken (nu de man de keuken ingetrokken is moet hij nog aan de oven of de microwave, de broodbakmachine was het begin) en internet op de koelkastdeur. Persoonlijk hou ik het even op design in franse opstelling - zou dat bestaan?


The Economist: Kitchens: Downstairs, Upstairs 22.12.2007

Elk dorp zijn eigen GLB

Lokale gemeenschappen zijn heel goed in staat om te regelen dat boeren beloond worden voor hun dienstverlening rond landschapsonderhoud. Op basis van de theorie mag je dat verwachten: daar waar er winst is voor beide partijen (boeren en dorpelingen), zullen ze zich organiseren om die winst te behalen en te delen. Als de kosten van het organiseren (de zgn. transaktiekosten) niet te hoog zijn althans.

In een recent wetenschappelijk paper tonen enkele Oostenrijkers aan dat dit in Oostenrijk inderdaad het geval is. Althans als er in een gemeente toerisme is en via bijvoorbeeld toeristenbelasting een deel van de inkomende geldstroom kan worden afgetapt richting de boeren die zich met landschapsonderhoud bezighouden. De Oostenrijkers zelf hebben er minder voor over, en zeker niet in kleinere steden. De programma's waarin boeren contracten krijgen komen ook vooral tot stand in die gebieden waar er een gebrek lijkt aan landschap en waar het onder druk staat.

De auteurs concluderen dan ook dat er ruimte is voor dergelijke programma's, aanvullend op het EU en nationale beleid. Zelf zou ik zeggen: laten we eens lokaal beginnen, daar weet men wat er nodig is. En als dat dan te weinig blijkt, kun je altijd nog aanvullen via de nationale of internationale politiek - waarom zouden die het beter weten dan de lokalen?

F. Hackl, M. Halla and G.J.Pruckner: Local compensation payments for agri-environmental externalities. In: ERAE 34-3, September 2007

donderdag 27 december 2007

Lijstje: Top 2000 A go go

De laatste dagen van het jaar, dan hoort de Top 2000 door de kamer te klinken. Ook dit jaar gelukkig weer. Ook leuk zijn de sites met oude clips. En dus hier een Top10 lijstje met de Top 2000 nummers die het sterkst aan de landbouw en het Nederlandse platteland zijn verbonden. Bloemen doen vandaag niet mee, dus geen Blommenkinders (Armand) of Roosje mijn roosje (Conny Vandenbosch). Ook geen taalvondsten als Kalverliefde (Robert Long) of Food for thought (UB40). En met een forse bias dankzij mijn leeftijd (52), dus nieuwer werk dat ik niet regel bij regel ken maakt minder kans. En dus wel:
  1. Wim Sonneveld - Het dorp (op 53 over wat er verloren ging in Deurne e.o.; hebben de bouwers van megastallen in Grubbenvorst nog dagelijks last van; ook mooi: het orgineel van Jean Ferrat over de franse bergboeren)
  2. Normaal - Oerend hard (op 119, een oevre-notering voor de bijdrage aan de emancipatie van de Achterhoekse boeren)
  3. the Beatles - Strawberry fields forever (op 183, omdat de fab4 niet mogen ontbreken; hadden ze nou Yesterday toch maar Scrambled eggs genoemd)
  4. Jacques Brel - Mijn vlakke land (op 331, voor zuidwest Nederland)
  5. John Denver - Take me home, country roads (op 441, voor het amerikaanse platteland en alle jaren zeventig schuurfeestjes alhier)
  6. Neil Young - Harvest (641 vanwege de titel, daar zit een LP in)
  7. UB40 - Red red wine (691, of staat Neil Diamond er zelf ook in)
  8. Jethro Tull - Bouree (1063 uit de tijd dat de hippies het platteland optrokken en nog oog hadden voor agrarische geschiedenis)
  9. Beach Boys - California girls (op 1143: "Midwest farmer daughters really makes you feel all right")
  10. Booker T. & the MGs: Green onions (op 1471 voor de broodnodige soul uit Memphis)

Aanvullingen en commentaar van harte welkom. Als ook eigen lijstjes: is er een economenlijstje mogelijk?

Raiffeisenbank

Op de rommelmarkt van het Oogstfeest van Zevenhuizen kocht ik eerder dit jaar het jubilieumboek "Het cooperatieve alternatief" - in 1998 uitgegeven ter ere van 100 jaar Rabobank. Geschreven door een aantal wetenschappers van naam. De kerstvakantie was er om het uit te lezen. Een leuk boek, vooral ook omdat een groot deel ervan ik als klant (en soms als landbouweconoom) heb mee gemaakt; alleen al de illustraties roepen nostalgische beelden op.
Interessantst blijft echter de onstaansgeschiedenis, die een flinke brok ironie kent. De agrarische depressie 1882-1896 (veroorzaakt door goedkoop amerikaans graan dat met de goedkoper transport werd aangevoerd) leidde tot het oprichten van de Raiffeisenbanken en -door de beroemde pater Van den Elsen - de Boerenleenbanken. Ze waren nodig omdat de stedelijke banken een informatieprobleem hadden: die hadden geen kennis en informatie om kredietwaardige boeren te selecteren en aflossingen en rente af te kunnen dwingen, omdat ze geen zicht hadden op de kwaliteit van vakmanschap en ondernemerschap die de kredietwaardigheid bepalen. Maar collega-boeren en de notabelen van het dorp hadden dat wel, die wisten wie zijn rekeningen op tijd betaalde en wiens oogst er goed bij stond.
Dat is de standaardtheorie waarmee de actie van Raifeissen in Duitsland, en Van den Elsen in Brabant om in 1896 de eerste Boerenleenbank op te richten wordt verklaard. Wat ik niet wist, maar het team auteurs o.l.v. Jan Luiten van Zanden feilloos laat zien, is dat het succes vooral ook kwam van een tweede troef, de timing: na 1900 verbeterde de conjunctuur (en in WO I werd er veel verdiend aan schaarse voedingsmiddelen) en binnen een paar jaar wisten de cooperatieve banken grote sommen spaargelden van het platteland naar de kapitaalmarkt te sluizen. Door een fors hogere spaarrente te bieden dan de Rijkspostspaarbank. Men kwam desalnietttemin goedkoop aan geld om ook lokaal weer uit te lenen.
Dat succes van het cooperatieve model liep pas bijna 100 jaar later ten einde, toen de markten zo concurrerend geworden waren dat de cooperatie geen voordelen in de markt meer kon realiseren. Cooperatie-CEO Herman Wijffels verklaarde de emancipatie van de landbouw en het platteland voltooid. En dus stortte de Rabo zich in een discussie over cooperatieve identiteit, uitgesloten aansprakelijkheid en hernieuwde locale gebondenheid. Maar dat is een ander verhaal, waar men over een jaar of 30 maar eens de geschiedenis van op moet schrijven, dat is nu nog te dicht bij om op zijn effecten te evalueren. Hoewel veel cooperaties in zo'n discussie zitten overigens.

Inkomensongelijkheid is een matige maatstaf

De een verdient meer dan de ander. Dat is altijd zo geweest, maar de laatste jaren loopt de inkomensongelijkheid op. De globalisering met bijbehorende aanpassingen in de economie krijgt meestal de schuld. Armoede (dat vaak ook als relatieve armoede wordt gedefinieerd) is in de belangstelling. Ook veel Nederlandse boeren leven onder de officiele armoedegrens.

Het vreemde (en geruststellende) is dat de consumptie-ongelijkheid helemaal niet oploopt. Integendeel, zo blijkt uit recente Amerikaanse cijfers. Ook andere ongelijkheden nemen af, zoals in gezondheid, in levensverwachting, in lengte (altijd een indicator geweest voor gezondheid) en in ontspanning.

Inkomensongelijkheid zegt dus niet zoveel, en wel om twee redenen. De eerste is dat je kunt sparen, ontsparen, lenen en aflossen, waardoor de consumptie op peil kan blijven bij veranderend inkomen. Voor Amerika, waar veel geleend en weinig afgelost wordt, misschien niet helemaal een geruststellende gedachte, maar daar waar er veel vermogen is (of op basis van erfenissen vermogen wordt verwacht), een mechanisme waar niets mis mee is.

De tweede is dat wat we besteden (de consumptie) steeds slechter meet wat voor nut we daar aan hebben. Consumptieongelijkheid (en inkomensongelijkheid) betekende een eeuw geleden het verschil tussen een auto en te voet, tussen een koelkast en matig te eten. Maar nu heeft iedereen een koelkast, hoewel de "koelkastongelijkheid" groeit: het duurste model in de VS kost $ 11.000, het goedkoopste $ 350.-. Zeventig procent van de amerikanen onder de armoedegrens heeft een auto. Vermoedelijk een aftandse Hyundai en geen nieuwe BMW, maar je komt er veelal evenver mee.
Nobelprijswinnaar William Fogel stelt dan ook vast dat uit elke maatstaf die we hebben om de levensstandaard te meten, blijkt dat de vooruitgang bij de lagere klassen groter is dan bij de gemiddelde bevolking. Ondanks de toenemende inkomensongelijkheid in the winners take all society.

Ontleend aan: The Economist; Economic Focus 'The new (improved) Gilded Age; 22.12.2007

The Farm B.V., Ltd, SarL, AG, GmbH, SE

Langzamerhand is het normaal (althans in Denemarken) om 5 miljoen euro voor een boerderij te betalen - een bedrag dat maar weinigen zelf kunnen opbrengen. Het verschijnsel van eigengeerfde boeren heeft dan ook wel zijn langste tijd gehad, zo speculeert het Deense LEI, het FOI, op zijn kerstkalender. "De toekomst van grote Deense landbouwbedrijven is in plaats daarvan aan vennootschappen, gedeeld aandeelhouderschap en pachtbedrijven". De Nederlandse tuinbouw ging ze voor, de rest volgt, zo lijkt me.

woensdag 26 december 2007

mobiel abatoir of diertransport?

Er is met de kerst meer wild gegeten dan voorgaande jaren, inclusief "tam wild" dat in omheinde extensieve landerijen wordt gehouden (zoals kangeroes of sommige herten). Verkoopargument voor wie dat nodig heeft: wild is het enig echte scharrelvlees.

Het voordeel van wild, vanuit dierwelzijnsperspectief, is dat het absoluut niet levend wordt getransporteerd. Het wordt afgemaakt waar het graast of loopt (zij het soms in de vlucht dus of het helemaal stressvrij is?). Aan de andere kant van dit spectrum staan de varkenstransporten over honderden kilometers naar een grote slachterij.
.

In een wetenschappelijk paper kwam ik het idee tegen van het mobiele abatoir: we brengen de slachterij op wielen naar de boerderij zodat het varken uit zijn hok er zo binnen kan wandelen. Terug naar de romantiek van de huisslachting. Minder stress, minder botbreuken, meer dierwelzijn. In Engeland, de Verenigde Staten en Canada zijn zulke abatoirs ontwikkeld en toegelaten. In de EU zijn ze niet expliciet toegestaan, behalve voor rendieren. In Zweden worden ze ook toegepast bij uitgelegde leghennen.
.

De abatoirs op wielen lijken nog niet kosteneffectief te zijn en tal van kinderziektes te hebben. Maar het is een interessant idee; je ziet in meer voedselketens dat de grootschaligheid vervangen wordt door kleinschaligheid - micro-brouwerijen (in de VS en die hebben veel moeite met de huidige hoge hopprijzen), afbakken van brood in de supermarkt. In grotere bedrijfsvestigingen zou je ze misschien ook wel standaard kunnen inbouwen, zodat je alleen karkassen hoeft af te voeren - die kun je echt stapelen en maken de wegen weer wat leger.


F. Carlsson et al: Consumer willingness to pay for animal welfare in ERAE 34-3; september 2007

maandag 24 december 2007

goedkoop bio

Ook kopers van biologisch letten op de prijs. Een aardig bewijs daarvoor is de groei van de Deense biologische varkenshouderij. Daar is de efficiency de laatste jaren fors omhoog gegaan en de kostprijs verlaagd. Daarmee is Denemarken de grootste exporteur van biologisch varkensvlees geworden. "Het feit is dat prijzen nog steeds belangrijker zijn dan ideologie wanneer er inkopen voor het diner worden gedaan" zo merkt het Deense FOI op. Foodmiles slaan ook bij biologische kopers niet altijd aan.

boer zoekt vrouw

Boer zoekt vrouw trekt dit seizoen weer meer kijkers. Dit jaar ook met de variant boerin zoekt man. Wat overigens vreemd is, gezien de praktijk dat een man een aanzoek doet en de vrouw besluit.
Vrouwen kiezen daarbij mannen met een hoge status, die bemiddeld zijn of er goed uitzien. Evolutionair psychologen hadden dat in experimenten al aangetoond (net als het feit dat er samenhang is tussen uiterlijk en IQ), maar nu is er ook onderzoek gepubliceerd dat het met praktijkcijfers bewijst. Twee geleerden uit Newcastle bestudeerden de huwelijksmarkt van een eeuw geleden in de VS, toen er in het wilde westen (net als in sommige plattelandsstreken als Oost-Duitsland hedentendage) een mannenoverschot was.
In staten waar de man/vrouw-verhouding normaal was, was 56% van de mannen met een lage economische status getrouwd op dertigjarige leeftijd, tegen 60% van de mannen met een hoge status. En zelfs dan waren er vrouwen die liever ongehuwd bleven.
Maar in een staat als Arizona, met 100 vrouwen voor 110 mannen, was er echt een kopersmarkt. En dan moet je als verkoper voor een bijzonder aantrekkelijk aanbod zorgen. In Arizona was maar 24% van de mannen met een lage economische status op hun dertigste getrouwd, tegenover 46% van de mannen met een hoge status.
De huwelijksmarkt is net een veemarkt, economie is overal. Geen wonder dat de als intelligent aangeprezen bollenteler uit Noordwijkerhout in Boer zoekt vrouw meer brieven kreeg dan zijn concurrent aan de Dollard.

The Economist, 15.12.2007: Human mating - A buyers' market

zondag 23 december 2007

Lijstje: invloed van techniek op normen en waarden

Normen en waarden, onderwerp van de sociologie, bepalen economische processen, maar omgekeerd institutionaliseren economische afwegingen ook normen en waarden. Mooie voorbeelden vind je bij nieuwe techniek. The Economist kwam onlangs met enkele voorbeelden:
1. Het woord 'Hello' werd in het Engels voor 1870 nauwelijks gebruikt, maar werd daarna erg populair door de telefoon. Alexander Graham Bell, de uitvinder van het apparaat, stelde nog voor de hoorn op te nemen met "ahoy, ahoy" maar deze scheepsterm verloor het van het "hello" voorstel van Thomas Edison.
2. Het eerste voorbeeld van spam, en de normen & waarden discussie wat daarbij wel of niet mag, is van een mooie meiavond in 1864 toen veel Britse politici een telegram kregen met reclame voor een nieuwe tandartspraktijk. Het leidde tot discussies in The Times, met veel gratis publiciteit. Het eerste voorbeeld van spam in de geschiedenis.
3. De mobile telefoon leidt tot veel overlast, de start van een bijeenkomst is al jaren niet meer compleet zonder het verzoek het mobieltje uit te zetten. De etiquette is nu wel uitgekristaliseerd (maar nog niet voor vliegtuigen), met regionale variaties: in sommige delen van Scandinavie stuur je nu eerst een sms of je mag bellen, in Japan is het not done om in de trein te bellen.

Economist, 15.12.2007: Getting the message, at last

Boeken en eten

De markt wordt overspoeld met boeken over eten. Blijkbaar is er een consumer concern waarvoor informatie moet worden aangesleept. Voor de een is dat lekker of gezond eten en creatief met culi, voor de ander de uitwassen (externalities) van de voedings- en genotsmiddelen industrie. Reden voor de NRC om er maar eens een hele bijlage tegen aan te gooien. Uit de recensies noteer ik de volgende kooptips:
  • Sasha Issenberg: The Sushi Economy - over de voordelen van globalisering en sushi
  • Paul Freedman (ed): Food - the history of taste; interessante essays van voedselexperts
  • Michael Pollan: The Omnivore's Dilemma - over de herkomst van drie maaltijden

zaterdag 22 december 2007

CO2 veiling

Toch nog een schaatswinter van een dagje vandaag, ondanks de klimaatsverandering. Bali vervangt Kyoto en de EU doet voorstellen om CO2 emissie quota te gaan veilen. Helemaal conform de theorie.
De FOI Adventskalender bevat een relevant statement voor Denemarken: als de Deense landbouw gewoon mee zou moeten doen aan het Kyotoprotocol net als de rest van de industrie, dan zou ze tot 2012 ongeveer 1 a 1,5 miljoen ton CO2 moeten besparen (of quota moeten bijkopen). In 5 jaar tijd is dat een forse uitdaging, want de afgelopen 10 jaar bespaarde men maar 1,8 miljoen ton. En de eerste stappen zijn de makkelijkste.
Wat overigens ook de vraag oplevert of de vrijstelling van de landbouw voor Kyoto in de subsidieberekeningen (PSE) van de OECD meetelt - moeten we nog eens navragen.

Google spreadsheets en sigarenboeren


Wat daalt er sneller dan het aantal boeren? Juist, het aantal sigarenboeren. Het FD van 13 december meldde dat de anti-rookcampagnes (en de ontwikkelingen in de retail, zo vermoed ik) er toe geleid hebben dat het aantal tabaksspeciaalzaken tussen 1997 en nu met 66% is gedaald, van 500 naar 150. Van elke 10 sigarenboeren zijn er nog maar 3 over. Het aantal echte boeren (en tuinders) daalde veel minder snel: van 108.000 naar nog geen 80.000, ofwel van elke 10 zijn er nog 7,5 over. Het idee dat de boeren de sigaar zijn van schaalvergroting en overheidsbeleid is dus betrekkelijk
Ik heb het in een grafiekje gezet om Google Documenten even uit te proberen. De grafiekfunctie haalt het nog niet bij Excel en je kunt niet in 1 keer zoals bij Pica naar een blog exporteren, maar de beta werkt wel.

modern boeren in frankrijk

Gisteravond dineerden we in Den Doofpot in Leiden. Kan ik je aanbevelen. Ter ere van een echtpaar dat Leiden voor de Lot in Frankrijk verruilt. Wie de avonturen van een econoom op een (toeristen)boerderij in Frankrijk wil volgen, volg deze link.

donderdag 20 december 2007

10 kleine negertjes, in de zuivel

Bij ING met ABNAmro liep het mis, de bloemenveilingen lukte het wel en nu gaan Friesland Foods en Campina proberen een nationale marktleider tot stand te brengen. Fuseren binnen de grenzen is misschien toch makkelijker dan over de grenzen heen, want eerder mislukte Arla Campina.
Toen ik het nieuws gisteren op internet las, moest ik even denken aan de heer Timmer, ooit voorman bij CMC, de Consumptie-Melk-Centrale, die me eind jaren tachtig in Wageningen uitlegde dat het fusieproces in zuivelcooperaties doorgaat tot er maar 1 over is. Wat Nederland betreft zijn we daar dan nu dan bijna, want de CMC was ook niet Centraal genoeg, ging op in Melkunie, daarna in Campina en dan nu wellicht in Friesland Campina. Ooit kende Nederland zo'n 1500 zuivelfabriekjes.
Melk is een commodity dat zuivelfabrieken "raffineren" in proces met veel vaste kosten tot kaas, boter, magere melkpoeder, consumptiemelk, toetjes etc. En die vaste kosten maken schaalgrootte gewenst.
Per definitie is er altijd een cooperatie die de laagste uitbetaalprijs voor melk heeft. Het management van die fabriek, zo redeneerde mijn CMC informant, krijgt van de leden een jaar om orde op zaken te stellen, en anders het dringend verzoek een fusie te bewerkstellingen met degene met een hogere uitbetaalprijs - en zoniet dan lopen de boerenleden weg. Die cooperatie met een hogere uitbetaalprijs ziet kans zo zijn vaste kosten per eenheid te verminderen, en de fusie is een feit.
In een recent rapport voor de EU lieten we al zien dat schaalgrootte nog te gering is in Europa. Binnen de Nederlandse grenzen zijn we in de zuivel straks dan misschien uitgefuseerd, maar binnen het vandaag vergrote Schengen (welkom centraal Europeanen!) nog lang niet. Dit is dus niet de laatste zuivelfusie.

woensdag 19 december 2007

Lijstje: de 7 Cs van kennis management

De lijstjes liefhebbers komen de laatste tijd weinig aan hun trekken. Terwijl het einde van het jaar toch het lijstjes tijdperk is. Vandaag de 7 C's van kennis management in de 21e eeuw, althans volgens Debra M. Amidon:

1. Content: managers moeten begrijpen dat ze in een complexe context opereren waarin ze trends moeten interpreteren en een inspirerende visie moeten neerzetten om actie te motiveren.

2. Competence: management is gebaseerd op ervaring, waarbij innovatie en leren belangrijk zijn

3. Culture: manageres moeten realiseren dat cultuur is het belangrijkste obstakel bij kennismanagement; leren, kennis delen en teamwork vraagt een bepaalde cultuur.

4. Communities: managers moeten het belang van het collectieve inzien. Innovatie en kennismanagement zijn geworteld in groepsprocessen.

5. Conversation and Common language: communicatie vraagt om gemeenschappelijke taal

6. Communications: managers moeten inzien dat communicatie niet zoveel heeft te maken met wat er wordt gecommuniceerd maar met hoe mensen leren van anderen zoals klanten.

7. Coaching: managers coachen en worden gecoached door mensen met dezelfde waarden en visies. Coaching betekent vooruit kijken met een focus op veranderen en ontwikkelen. Zijn is belangrijker dan doen.

dinsdag 18 december 2007

fax of mail

Standaarden zijn belangrijk voor zaken doen, zo constateerden we aan de lunch bij een presentatie van ons onderzoek op LNV. Standaarden kunnen ook nogal verschillen, zo merkte ik net.
Waar in de onderzoekswereld de fax vrijwel is uitgestorven, leeft hij bij boeren nog volop. Ik moet voor ons akkerbouwbedrijfje een mestformulier ondertekenen, maar dat kan me alleen worden toegefaxt. In de onderzoekswereld doe je daarentegen iets per mail of op de traditionele post en maar zeer zelden meer per fax.
Dat bij boeren de fax nog niet verdrongen is komt volgens mij door twee van die kleine dingen die bij de inpassing in werkprocessen zwaar spelen: a] boeren wonen te ver van een postbus om iets wat geen haast heeft, op de bus te gooien. Op kantoor gaat dat automatisch mee, er moet toch van alles verzonden. b] een onderzoeker of andere kantoorwerker heeft de PC met email de hele dag aanstaan, een boer komt voor de koffie of lunch het kantoor of de keuken binnen en zet dan niet zijn PC aan (kost snel een minuut) maar ziet meteen of er wat op de fax ligt.
Kortom de transactiekosten van zaken doen vallen in de verschillende situaties nogal verschillend uit voor de verschillende standaards.

maandag 17 december 2007

biobrandstoffen weinig populair

Vanmiddag bezocht ik de bijeenkomst van het LEI over Voedsel en Duurzame Energie in het Museon in Den Haag, ter ere van het vertrek van onze directeur.
De sprekers zagen niets in de huidige generatie bio-brandstoffen. De argumenten daarvoor passeerden hier al wel eerder de revue: weinig groen, alleen zinvol op basis van afval (zelfs bij suikerriet, de bagasse) en slecht voor de armsten die van een $ per dag moeten rondkomen.
Er was ook weinig waardering voor het verplicht bijmengen waardoor een afzetmarkt wordt gecreeerd die niet meer op prijzen reageert. En de onzin om tien keer de prijs van het CO2 quotum te betalen via subsidie van biobrandstoffen. Het verst ging futuroloog Wim de Ridder. Van de week merkte ik hier als grap op dat je de olie snel moet opmaken, want de laatste turf was ook onverkoopbaar als brandstof. Hij kwam met een vergelijkbare stelling ("in 2030 is benzine niet meer te verkopen") en ik kreeg de indruk dat hij het meende.
Overigens rekende hij het Wageningse publiek voor dat planten maar hooguit een paar procent zonlicht benutten, algen en zeewier al veel meer en zonnecellen wel tien keer zoveel- en die hebben dus geen goede grond en water nodig. Waarmee de biobrandstoffen werden afgeserveerd en de derde generatie zonne-energie een zonnige toekomst werd toegedragen.

Beleving
De spreker had nog wel een paar andere uitdagende stellingen. Zo moeten we aan de belevenis economie, waar meer verkopen niet tot lagere prijzen leidt, maar tot hogere: hoe meer Geert Mak verkoopt, hoe duurder hij zijn boeken kan maken. Hier zijn marginale opbrengsten en marginale kosten niet meer aan elkaar gelijk, en dat is de enige weg naar de Quote500.
En de universiteit wordt een universiteit van de derde generatie (na de Middeleeuwse en de Von Humboldt research universiteit) omdat de overheid steeds minder geld tot zijn beschikking krijgt en de universiteit een innovatie-rol opgedrongen heeft gekregen. En dat geld komt van tenderende bedrijven die een probleem opgelost willen zien. Een gedachtegang die ik vorige week ook in Wageningen van enkele topbestuurders vernam.
Scheidend directeur Jan Blom zette de voedselzekerheid voor de toekomst weer op de agenda, zeker voor de armsten onder ons. Naast klimaat komt dat juist ook door de internationale handel. De afgelopen jaren zijn we gaan vertrouwen op internationale handel als buffer bij locale oogstproblemen. Die handel gaat gepaard met het aanhouden van lagere strategische voorraden door de overheid. Zoals we nu meemaken kan dat af en toe leiden tot lage voorraden en sterker fluctuerender, extremere prijzen. Een externality waar met name de armsten last van hebben, want die kunnen niet sparen voor die onvoorzienbare pieken.

Op de foto Australisch suikerriet.

zondag 16 december 2007

zwarte aarde en wisselstroom

Hoge prijzen lokken investeringen en innovaties uit, waardoor de economie zich naar een nieuw evenwicht begeeft. De NRC had er de afgelopen dagen twee mooie staaltjes van: het Zweedse bedrijf Black Earth Farming gaat 25.000 ha zwarte aarde in het zuiden van Rusland beboeren. Dat is een oppervlakte groter dan de provincie Drenthe. Ze koopt de grond voor 200 a 500 euro, wat veel is voor grond die zoals nu niet gebruikt wordt, maar een koopje vergeleken bij de Oost-Europese prijzen als je er graan wilt telen.
BEF gaat er graan produceren, en wie mee wil investeren kan terecht op de beurs van Stockholm om aandelen te kopen. Misschien wel even Shell bellen om te zien wat hun ervaringen zijn met investeren in Rusland. Maar het is een mooie illustratie van het feit dat de graanproductie nog best omhoog kan.
Het andere voorbeeld gaat over de echte energieprijs. Doordat die hoog is, is het al lonend om heel goedkope geo-thermische energie (uit de warmwater-geijsers) van IJsland naar Europa te transporteren, mits je dat doet met gelijkstroom. Dat verliest minder over lange afstand, dan de indertijd gekozen wisselstroom die voordelen op de korte afstand biedt. Hoeven de aluminiumsmelters niet te verkassen naar IJsland.
Zo kun je ook zonnencellen-farms in de Sahara zetten, en windmolens op de lege Russische vlaktes, en die energie goedkoop naar Europa transporteren. Opmaken die olie, anders gaat het net zo als de laatste restanten turf: lastig te slijten als energiebron en alleen nog goed voor de potplanten.

zaterdag 15 december 2007

klimaatneutraal

Een klimaatneutrale kerst is uitbundige verlichting van je voorgevel en tuin (liefst met slee en rendieren) aanvullen met het planten van dennenbomen.

klimaatneutraal woord van het jaar?

Je kunt nu stemmen in de verkiezing van het woord van het jaar. Hoewel comadrinken, zelfbedieningskapitalisme en bokitoproof raakvlakken hebben met blogs op deze weblog in het afgelopen jaar, gaat mijn stem naar klimaatneutraal. Laat je stem niet verloren gaan.

vrijdag 14 december 2007

Veilig kerstkonijn

"we lopen het risico dat we bij het punt komen waar we de vraag moeten stellen of er wel genoeg mensen ziek worden van wat ze eten"
Aldus het eerder hier geciteerde Deense FOI op zijn adventskalender. De onderbouwing van deze nogal crue stelling is dat voedselschandalen gegarandeerd de krantenkoppen halen en daarmee politieke reacties uitloggen die er toeleiden dat er teveel kosten worden gemaakt (denk aan alle regels) aan het reduceren van risicos in voedselveiligheid. Omdat op redelijk kleine incidenten vaak onmiddelijk grootschalig wordt gereageerd. En alle geld dat je daar aan besteedt, kun je niet aan andere ziektes besteden.
Theoretisch klopt de gedachte. Of dat ook in Nederland al werkelijk zo is, is de vraag. Zo bleek uit ons eerder Campylobacter onderzoek dat er nog maatschappelijk kostenefficiente maatregelen genomen konden worden. Maar wie zich aangesproken voelt, bestelt wat exotisch voor de kerst. Probeer het chinese kerstkonijn nog eens.

donderdag 13 december 2007

afscheid van Nautilus

Woensdagavond nam ik afscheid na zeven jaar lidmaatschap (en het laatste jaar voorzitter) van de Raad van Commissarissen van Nautilus. Dat was een leerzame periode waarin de organisatie een forse ontwikkeling en (helaas een) sanering doormaakte.

Volgens mij kun je die ontwikkeling als volgt duiden. In de jaren 90 was er in biologische groenten en ondoorzichtige markt met weinig handelspartijen. Wel brak de groente door van babyvoeding en natuurvoedingswinkels naar de grote retail. Daarvoor was volume nodig, en in die vraagmarkt waren er betrekkelijk weinig tegenstellingen tussen grote en kleine telers.

Telers waren ondanks die vraagmarkt ook erg afhankelijk van die retail, in die zin was er een catch-22 probleem dat economen het hold-up probleem noemen. Als je omschakelt naar biologisch doe je een forse investering, die moeilijk alternatief aanwendbaar is. Je kunt dan door de afnemers onder druk worden gezet om nadat de investering gedaan is, wat van de prijs af te doen. De markt krijgt als het ware monopolide trekjes. De klassieke cooperatie met bundeling van aanbod is een middel om dat effect te beperken.

Rond 2000, toen ik net lid werd van de RvC, begon de situatie te kantelen. De overheid had veel akkerbouwers met subsidies gestimuleerd om te schakelen naar biologisch. Dat leek voor hen een oplossing uit de akkerbouw malaise. Tegelijkertijd kregen we een recessie die de verkoop deed stabiliseren. Kostprijsverlaging voor de supermarkten (waar de consument de prijs direct vergelijkt met gangbaar) werd een belangrijker issue dan beschikbaarheid van producten. En daarmee werden de grote telers belangrijk. Inmiddels waren er meer handelaren bijgekomen, sommige personeelsleden van cooperaties begonnen eind jaren negentig in de groeimarkt voor zichzelf. En sommige retailers wilden graag 1 op 1 contacten met telers voor grote uniforme partijen waarvan ze wisten waar ze vandaan kwamen.

Binnen de groter geworden cooperatie stegen de coordinatiekosten. Verkoop bleek meer te zijn dan bestellingen noteren, de belangentegenstellingen tussen leden nam toe, er ontstonden discussies over wie wat mocht telen. Het professionaliseren van een kleine organisatie als Nautilus die naar 25 mensen op kantoor was gegroeid en om goede automatisering vroeg is ook een opgave.

Het faillisement van een zeer grote afnemer in Belgie bleek vervolgens de spreekwoordelijke druppel. Er moest een reorganisatie worden ingezet die er toe leidde dat telers zelf hun afzetkanaal mochten kiezen (en dus eventueel 1 op 1 met een retailer), de verkoop ging naar professionals bij de Greenery of Eosta of anderen en de cooperatie Nautilus werd een telersvereniging als platform voor het uitwisselen van marktkennis, opzetten van initiatieven in de markt en voor de GMO subisidies.

Ondanks of dankzij alle ellende een leerzame ervaring die ik met plezier heb meegemaakt. En waarbij me opvalt dat de afstand tussen kennisleveranciers in Wageningen en de worstelingen in zo'n cooperatie enorm is. Maar dat is een ander verhaal waar we nog maar eens aan moeten werken.

woensdag 12 december 2007

een NIMBY bio-ethanol

Maandag a.s. organiseert het LEI een symposium in het Museon o.a. over food, feed and fuel. De deelnemers kregen gisteren wat stellingen over bio-brandstoffen toegemaild die wat kritische vragen stelden bij het fenomeen van de biobrandstoffen. De adventskalender van onze Deense collega kan mogelijk ook als inspiratie dienen. Van onschuldig tot kritisch:
.
"als we in Denemarken in biofuel willen gaan, moeten we de perspectieven van die markt bekijken. Het is zelden een goed idee om je in een markt te storten waar je het potentieel niet van kent"
.
"we zouden de mogelijkheid moeten benutten om goedkoop, en mogelijk "CO2 besparende" elektriciteit te importeren in plaats van hernieuwbare energie in Denemarken te produceren in hoeveelheden die verre van economisch gezond zijn"
.

"als de importheffingen eraf gingen, zou de productie van bioethanol in Europa stoppen en vervangen worden door import uit o.a. Brazilie. Voor de totale wereld is het dus niet profijtelijk dat we in Europa bioethanol gaan produceren"
.
"verplichte bijmenging van bioethanol zorgt voor een constante vraag naar bepaalde agrarische produkten, ongeacht hun prijsniveau. Zo lang we voedsel gebruiken voor ethanol kan de prijs van een bepaald voedingsmiddel daardoor opgedreven worden tot een niveau dat onacceptabel is voor de internationale gemeenschap"
.
"het kost 416 euro aan steun voor bioethanol om een eenheid CO2 te reduceren. Voor minder dan een tiende van dat bedrag kun je in de markt CO2 quota opkopen. We zouden dus nog eens zeer goed moeten overwegen of we het ons wel kunnen veroorloven om bioethanol te produceren".
.
Tot zover de kerstboodschappen van FOI. De discussie wordt maandag voortgezet in het Museon.

dinsdag 11 december 2007

ecologisch en economisch

Gisteren sprak ik een natuurwetenschapper die de ecologie en economie wat dichter bij elkaar wou brengen, refererend aan de Nederlandse Nobelprijswinnaars de broers Tinbergen (biologie) en Tinbergen (economie) en de Griekse betekenis van de woorden. Hij had de indruk dat het bij ecologie om evenwicht ging en bij economie om groei.
Een goed idee om ze bij elkaar te brengen, maar een fout idee dat de economie op groei is gebaseerd. Dat bij elkaar brengen is dan ook makkelijker dan je denkt want ook de economische wetenschap draait meer om evenwicht dan om groei. We willen in de economie misschien wel steeds groei, maar de economische wetenschap denkt vooral in evenwichten: die worden verstoord door nieuwe uitvindingen, de natuur of andere wensen van mensen en vervolgens zet zich een ontwikkeling in naar een nieuw evenwicht. Net ecologie.
Ook is het een misvatting dat groei ten koste moet gaan van eindige voorraden hulpbronnen. Groei komt uit productiviteitsverbetering en dat is omdat wij door nieuwe kennis of betere arbeidsdeling (specialisatie) iets slimmer en goedkoper kunnen maken, en dus per gewerkt uur productiever zijn. Dat hoeft helemaal niet ten koste te gaan van natuurlijke hulpbronnen. Dat dat toch gebeurt komt omdat die geen juiste prijs hebben, omdat we negatieve effecten afwentelen op anderen.

En de foto is ter ere van de nieuwe Russische presidentskandidaat. Er gebeuren daar rare dingen maar de kandidaat is wel uit verlichte St Petersburgse liberaal-technocratisch kringen. Het kan altijd nog erger.

maandag 10 december 2007

zorg en schaalgroottte

Prof. Han Wiskerke, socioloog, stuurde me zijn oratie toe - ik kon er een paar weken geleden helaas niet bij zijn. Het gaat over robuuste regio's en de gevalsbespreking waar hij mee begint wil ik je niet onthouden. Het gaat over de Zorggroep Noord Limburg, die enkele jaren geleden uit fusies is ontstaan en 28 tehuizen omvat.
Het waarom van de fusies vertelt het verhaal niet, maar dat zal wel efficiency zijn. Er kon bespaard op overhead, de keukens konden gecentraliseerd en de onderhandelingen met de grote zorgverzekeraars leveren dan natuurlijk ook meer macht en minder transactiekosten op.
Wat het verhaal wel verteld is dat dit leidde tot het openbaar aanbesteden van de aankoop van voedingsmiddelen. Dat moet omdat er ook nog sprake is van publieke middelen voor de tehuizen en de thuiszorg. En die openbare aanbesteding werd natuurlijk niet gewonnen door een combine van de locale bakkers en slagers, maar door een landelijk of internationaal werkende toeleveranciers in de out-of-home markt.
Daarmee verdwijnt niet alleen enige werkgelegenheid uit de regio, maar nu blijkt dat ook de emotionele kwaliteit van leven van de bejaarden afneemt. Ze krijgen niet meer de specifieke ossenworst van de locale slager of de lekkere rijstevlaai van de locale bakker die ze hun levenlang hebben gehad. Met als gevolg afnemend welzijn, minder zin in eten, klachten.
Dit verhaal is aanleiding voor een interessante beschouwing over de rol van regio's en het aanleggen van nieuwe verbanden. Als econoom vermoed ik dat het verhaal hier niet stopt. Ik denk dat het vier kanten op kan.
Eerste mogelijkheid is dat het effect van het kwaliteitsverlies wordt gebagatelliseerd en men de situatie aanvaard. Tweede mogelijkheid is dat (zelfs zonder deze achtergrond) het regionale mkb zich gaat organiseren om geen verdere omzet te verliezen, en volgende keer ook een voorstel indient dat concurrerend is in prijs/kwaliteit. De derde is dat de directie van de zorginstelling nu meer geleerd heeft van de relatie eten-zorg-welbevinden en dat men een aantal specifieke regionale producten als de ossenworst, vlaaien en asperges apart aanbesteed. En de vierde is dat men de kenmerken van deze producten zo weet te specificeren dat het volgede contract meer volledig wordt gemaakt door ook op deze aspecten te letten in de tender. Wat me niet waarschijnlijk lijkt is dat het effect zo groot is, dat men de fusie terug gaat draaien en naar kleinere tehuizen gaat streven hoewel sommige small is beautiful adepten dat er misschien wel uit concluderen. En zo is de economie in beweging, op weg naar een nieuw evenwicht en heeft men wat geleerd over eten en zorg.
En het verhaal over de robuutstheid van de regio's en hoe je dat bereikt moet je maar in de oratie zelf lezen. Ze zijn belangrijker dan je dacht.
J.S.C. Wiskerke: Robuuste regio's: dynamiek, samenhang en diversiteit in het metropolitane landschap. Wageningen UR

zondag 9 december 2007

Duurzame ontwikkeling

Al een tijdje geleden publiceerde het MNP een duur gedrukt rapport over de duurzame ontwikkeling van de landbouw. Waaruit blijkt dat op tal van terreinen de Nederlandse landbouw nu veel milieuvriendelijker (of beter wellicht: minder onvriendelijk) is dan 15 jaar geleden. Maar we zijn er nog lang niet, en het MNP constateert dat de ambitie van de sector vooral ligt bij verbetering van de winstgevendheid en het huidige imago, en niet bij doelen elders of op lange termijn.

Dat lijkt me geheel in lijn met wat je op basis van de economische theorie mag verwachten. Het MNP vindt dan ook dat de overheid de bedrijven moet blijven prikkelen met regelgeving en financiele instrumenten. Maar het bureau is wel zo realistisch aan te geven dat daarbij rekening moet worden gehouden met de realiteit van de globalisering. En de overheid heeft dan wel een 'transitie naar duurzame landbouw' bedacht, maar die voorziet niet in een afweging van tegenstrijdige doelen (van bv dierenwelzijn versus milieu).
Het MNP pleit er daarom voor dat het transitieproces beter kan worden gestuurd als de overheid een concretere visie geeft of de dilemma's en de te behalen doelen. Persoonlijk denk ik dat de transitie niet zo maakbaar is als hier wordt gehoopt, en dat de overheid daarin niet voorop zal lopen.

MNP: Duurzame ontwikkeling van de landbouw in cijfers en ambities

zaterdag 8 december 2007

schaalvergroting naar 2030

Of we willen of niet, landbouw wordt een meer bedrijfsmatige activiviteit met een speciaal milieu- en sociaal smaakje. In de EU is het onontkoombaar dat de landbouw een transitie ondergaat van op het gezin gebaseerd eigendom naar een professionele, kennisgedreven, economische activiteit.
Deze uitspraken zijn niet van mij maar van een zekere Andrzej Babuchowski, die de Poolse regering in Brussel vertegenwoordigt. Afgelopen week kreeg ik het boeiende verslag van de internationale conferentie over de vooruitzichten voor voedsel in 2030, ter orientatie van het onderzoeksprogramma van de EU. Met daarin deze en andere interessante analyses. Ik denk dat de man groot gelijk heeft, al was het maar omdat die trend bij ons al een tijdje aan de gang is - of we willen of niet.
Uit: Conference report Research Food 2030

vrijdag 7 december 2007

cooperaties

Gisteren bezocht ik de jaarlijkse toogdag van de NCR, de Nationaal Cooperatieve Raad. Ik dineerde er gezellig met de top van het Nederlandse cooperatieve aardappelbedrijfsleven en begreep dat het nog wel wat wordt met het jaar van de aardappel, 2008. Hoewel sommigen vooral graag reclame zouden maken voor hun eigen aardappelproduct.
En dat was ook het onderwerp van sommige lezingen, die over ondernemerschap gingen: investeren in merken. Een topman van de Nieuwzeelandse zuivelcooperatie Fonterra kwam uitleggen dat men zich ziet als een wereldspeler. Boeren met allerlei nationaliteiten kunnen lid worden mits ze in Nieuw Zeeland boeren. Kortom toch een Nieuwzeelandse cooperatie, die wel in merken en in het buitenland investeert. Het geld daarvoor is schaars en moet mede komen van boeren die in die dochters meeinvesteren, waarbij de cooperatie de zeggenschap houdt. Dat hebben de directeur NCR en ik begin jaren negentig ook al eens geopperd: als er rendement is, is financiering geen probleem en willen mensen wel participeren in die tweedelijns ondernemingen. De Heinekenfamilie controleert zo al jaren een wereldbedrijf.
Daarbij moet je dan wel de incentives goed houden, en de melkproducten betalen voor de melk en de investeerders voor hun vermogen. Als je alles in de melkprijs stopt is dat wel goed voor de grondwaarde, maar je houdt geen investeerders over. En die zijn (of waren althans) schaarser dan melk. Friesland Foods heeft dat begrepen en hanteert zo'n systeem, maar aan de toog werd gefluisterd dat het in heroverweging zou zijn want het is te moeilijk voor boeren. Dat lijkt me sterk en dan zou de oplossing toch moeten zijn om het beter uit te leggen, niet om de exameneisen aan te passen aan het niveau van de studenten.
En de Greenery kwam uitleggen dat er weer groepen van producentorganisaties zijn die in deze moeilijkere tijden met hoge energieprijzen voor bundeling pleiten en een nieuwe macht willen vormen over de afzetorganisaties heen. Terwijl we nu net met de telersvereniging op innovatie zaten als troef. Begrijpelijk maar met wat wetenschappers vroegen we ons af of dat wel gaat lukken en of Spanje ook meedoet.
En zo was het weer een boeiende stuif 'es in, daar in 't Spant. Met een echte ondernemer, Ruud Koornstra van Tendris, als uitsmijter, die voor heroverweging van van alles en nog wat pleitte, en uitlegde dat grotere ondernemingen niet innovatief zijn. Met een fraai transitieverhaal over de graafmachine-bouwers. Die waren er vroeger veel, en de machines werkten met kettingen en katrollen. Aan hydrauliek had geen van allen behoefte, toen dat werd uitgevonden. Geen van de bedrijven overleefde de concurrentie van de nieuwkomers. Innoverern doe je buiten de grote bedrijven, niet er binnen was zijn verhaal.
Op de foto een melkveebedrijf down under, in Australie

donderdag 6 december 2007

Deense megastallen

"Binnen 15 jaar is er nog maar eenderde van de Deense landbouwbedrijven over. Maar varkensbedrijven groeien van 90 naar 230 ha, en zullen minstens vier keer zoveel varkens per bedrijf hebben"
Aldus de kerstkalender van het FOI, het Deense LEI. En voor de goede orde: de foto hiernaast is misleidend want de varkens zitten net als in Nederland binnen. Die hectares zijn er voor de voerteelt en de mest.

woensdag 5 december 2007

bio

Gisteren was er geen blog, want ik zat 's avonds in Dronten voor mijn laatste vergadering van de Raad van Commissarissen van de biologische afzetcooperatie Nautilus. Volgende week nemen we afscheid. Sinds 2000 zit er dan 7 jaar op, waarin we gedwongen zijn geweest de cooperatie om te bouwen van een aanbodgerichte club met de nodige interne belangentegenstellingen naar een marktgerichte telersvereniging van 40 leden, meest grotere groentetelers. Van marktmacht via bundeling naar marktkracht via kwaliteit en ook inidividuele markttoegang. In plaats van 1 verkoper maken zich weer 40 telers druk over de vraag: bij welke klant breng ik mijn product tot waarde. Dat lijkt niet efficient, maar is het wel bij een groot pakket van producten in kleine deelmarkten.

Op weg naar Dronten hoorde ik een CBL vertegenwoordiger op BNR vertellen dat er forse stijgingen zijn in de verkoop. Vooral door het bredere aanbod. Met de telers trok ik de conclusie dat toch ook de hogere prijzen (producten zijn schaars) een rol hebben gespeeld, als ook het aantrekken van de economie en het beeindigen van de prijzenoorlog in de supermarkt. Maar ook het volume lijkt gestegen want volgens CBL lopen de marktaandelen in AGF op tot 4 a 5%. Het is niet mijn verdienste, maar wel een mooi moment om op te stappen, na alle vervelende saneringsperikelen.

maandag 3 december 2007

enkele aanvullingen

Ik was in Wageningen vandaag om met een grote groep mensen uit de ontwikkelingshulp van gedachten te wisselen over veranderingsprocessen. Een vooroordeel bleek nog juist: van de 90 bezoekers was ik de enige met stropdas. Verder was het interessant. Conclusie was dat je heel veel van het (macro) systeem en de trends daarin moet weten wil je een geslaagde interventie doen die het lot van individuen verbetert. Die stelling lijkt me evengoed te gelden voor het doorvoeren van veranderingen in de Nederlandse landbouw. Een van de sprekers legde uit hoe moeilijk het is om micro-krediet in Afghanistan te introduceren, als je je geen rekenschap geeft dat rente een lastig begrip is in de islam en je jezelf wijs maakt dat lenen aan vrouwen beter is dan aan mannen, en niet bedenkt dat vrouwen ook door hun man gestuurd kunnen worden.
Weekend blogs
Nog even terugkomend op de blogs van het weekend. Uit het Europees parlement kreeg ik van de betrokken rapporteur een voorstel de EU controles op de GLB gelden wat te versimpelen en niet meer voor te schrijven dat het ontbreken van een oormerk tot een hercontrole moet leiden. Veruit de meeste geconstateerde overtredingen zijn kleine dingetjes en geen fraude.
En de directeur van het Deense FOI (LEI) laat desgevraagd weten dat de schatting van het effect van btw-vermindering op groente en fruit verbruik er rekening mee houdt dat er ook een inkomenselasticiteit is die bv. tot hoger drankverbruik leidt. Maar inmiddels heeft de nieuwe Deense regering wel een Gezondheidscommissie ingesteld die naar dit type maatregelen gaat kijken. Misschien moesten we in Nederland ook maar wat meer aandacht aan menswelzijn besteden. Kunnen we wel doen ten koste van dierwelzijn...

zondag 2 december 2007

biefstuk

Gisteravond aten we biefstuk, zelf gebakken. Zelfs in deze transparante, openhartige Web2.0 tijden gaat je dat weinig aan en vind je dat vermoedelijk niet erg interessant.
Maar het ging hier om merkvlees van VeroSabor, sinds kort beschikbaar bij C1000. Vero Sabor is Portugees voor "echte smaak", zo lees ik op hun website. En het komt inderdaad uit Brazilie, zo achterhaal ik op de website van het vakblad Meat & Meal. Om een of andere reden (oerwoud, ruimere sourcingsmogelijkheden?) houdt men het echter liever op Zuid-Amerika.
In lezingen laat ik regelmatig een plaatje van het LEI zien waar mee geillustreerd wordt dat de voedingsindustrie evolueert van productie-georienteerd naar marketing georienteerd en van regionaal gefragmenteerd naar multinationals. De snoep- en snackfabrikanten als Mars zijn daar het verst mee, en dat levert veel toegevoegde waarde op: je verkoopt meer wat mensen precies willen hebben (en meer lucht). Drankenfirma's kunnen er ook wat van. De vleesindustrie staat aan het andere eind, ofwel dicht bij het nulpunt.
Dat gaat veranderen, denk ik. En in Brazilie zelf is al langer sprake van merkvlees. Zo is Sadia een gerespecteerd merk van pluimveevlees, inmiddels ook in het Midden-Oosten.
Het biefstukje was wat technologisch verpakt, maar (daardoor?) van uitstekende kwaliteit. Als de kok beter was geweest, had ik me weer aan het water op het terras van de oude haven van Buenos Aires gewaand. Blijft de vraag waarom we zo'n marketinginnovatie rond kwaliteitsvlees niet uit Frankrijk of Ierland op ons bord krijgen.

zaterdag 1 december 2007

controle door de klant en de burger

Als akkerbouwer (of elke andere boer of tuinder) wordt je zowel door de kat als de hond op je nek gezeten. De kat is dan de klant die via de industrie kijkt of we wel voldoen aan allerlei BRC, EurepGap, QS, ISO, HACCP, KPA regels. En de hond is de EU die -voordat ze de jaarlijkse subsidie uitbetalen- laat controleren of we ons wel aan de regels van de EU houden rond vogels, nitraat, bodem en wat er nog meer is, de zogenaamde cross compliance.

Een internationaal consortium heeft eens nagedacht of je dat niet in elkaar kunt schuiven. In de akkerbouw hebben we daar al wat ervaring mee want je hoeft je niet apart voor suikerbieten en aardappelen te laten certificeren, maar in 1 keer voor het bedrijf. Wat handig is voor de gemiddelde boer. In uitzonderingen, zo maakte ik ooit mee, kan het ook onhandig zijn. Zo moet iemand die suikerbieten teelt, en geen aardappelen maar nog wel een oude aardappelschuur heeft, toch zijn oude lichtarmaturen in de aardappelbox vervangen door een verbeterd type om te voorkomen dat er bij breuk van lampen glassplinters terecht komen in de aardappelen (die er niet liggen). Maar dat terzijde.

Vooralsnog is de kat actiever dan de hond. De certificeringsorganisaties controleren vaak jaarlijks, de hond gemiddeld maar 1 keer in de honderd jaar (de controledichtheid is 1%). Anderzijds staat de overheidscontrole erom bekend meteen geld te kosten (geen verbetermogelijkheden) en ze controleren toch wel vooral oppervlaktes aangevraagde steun zo beluister ik in de praktijk.

Waar gaat dat heen

Als je het onderzoek zo leest is er een situatie denkbaar waarbij ook de industrie controleert of haar toeleveranciers zich aan de (cross compliance) wet houden. Dat kan in 1 moeite door en ze zouden nu al geen slechte pers moeten willen hebben waarin de krant meldt dat grote groepen toeleveranciers van bedrijf X mest dumpen of vogels verjagen. Levi's heeft daar wat ervaringen mee als het om kinderarbeid gaat. Wie in zo'n certificering mee doet (of mee moet doen om te leveren, zoals veel akkerbouwers het beleven) hoeft dan niet meer vanwege de EU nog eens een controleur op zijn dak te krijgen. Waarmee de overheid weer de nodige controlekosten bespaard, want ze hoeven alleen die certificeringsorganisaties nog maar de certificeren (een zgn. systeemcheck). Lijkt me nog sneller te regelen dan het rekening rijden (waarmee ook goede voortgang wordt gemaakt, maar dat is een ander verhaal).

Overigens zijn de publicaties ook de bron voor wie er op wil wijzen dat de standaarden in de EU hoger zijn dan in concurrerende landen.

M Farmer et al.: Exploring the synergies between cross compliance and certification schemes

R. Jongeneel et al.: Compliance with mandatory standards in agriculture - a comparative approach with the US, Canada and New Zealand.