dinsdag 30 juni 2009

de amazone revisited

Begin deze maand blogde ik hier al even over de Amazone. Ik kom er op terug omdat vorige week The Economist er een lang verhaal over bracht. Het blad legt uit hoe veel mensen in het gebied afhankelijk zijn van houtkap. Soms werkt meer dan 70% van de bevolking in de houtindustrie. De houtvesters werken samen met de veeboeren. Zodra het bruikbare hout eruit is, wordt de rest verbrand. De boeren zaaien dan gras in voor hun vleesvee.
Het land is al gauw uitgeput maar veeboeren trekken dan verder, ze verkopen de grond (of ze officieel eigenaar zijn of niet) aan andere boeren die soya telen.
Dit verklaart waarom er verband is tussen de rundvlees en soyaprijzen en de mate van ontbossing, met een tijdsvertraging van ongeveer een jaar. Deze boeren zijn dus ook projectontwikkelaar, maar in een shifting cultivation: het meeste werk en inkomen zit in de eerste fase, niet in de grote oppervlaktes soya.
In de Nederlandse supermarkt kun je er niet zoveel mee: het meeste vlees wordt in Zuid-Amerika geconsumeerd en de rest gaat in de export naar landen als Rusland, Egypte, Iran, China, Venezuela. Toch is men wel bang voor de reputatieschade, dus een beetje helpt het misschien toch ook wel.
De overheid probeert het gebied andere inkomensbronnen te geven, en legt wegen aan (die vervolgens een prima uitvalbasis zijn voor houtkap), zet in op 'witte steenkool' (waterkrachtcentrales) en stimuleert de bos economie.
Misschien zouden we net als Noorwegen nog maar het best stukken bos kunnen kopen en er een nationaal park van maken, maar dan mag je ook wel een legertje bewakers inhuren.

The Economist: The Amazon, 13.6.2009

maandag 29 juni 2009

ambtenaar 2.0

Ook voor niet-ambtenaren is er een interessant boekje verschenen van Davied van Berlo: Ambtenaar 2.0 Te downloaden van een website en in druk uitgegeven door het Ministerie van LNV, al in een derde druk. Nuttig voor wie na wil denken hoe je je weg vindt in web2.0 en wat voor nieuwe mogelijkheden dat geeft. Innoveer mee.
Davied van Berlo: Ambtenaar 2.0, Ministerie van LNV 2009

zondag 28 juni 2009

lijstje: Top 10 inv(l)oedsel

Het Agrarisch Dagblad publiceerde onlangs (13.6.2009) een top 10 van de invloedrijkste maatschappelijke organisatie in de voedselketen:
  1. Dierenbescherming
  2. Wakker Dier
  3. Greenpeace
  4. Milieudefensie
  5. Consumentenbond
  6. Natuur & Milieu
  7. Varkens in Nood
  8. Biologica
  9. Wereldnatuurfonds
  10. Bont voor Dieren.

puzzelrit

Mijn oude plattelandsjongerenvereniging, J19Nu, organiseerde vanmiddag de 33ste editie van de autopuzzelrit in Oostelijk Flevoland. En dus toerden we weer langs bloeiende aardappelvelden, door fruitteeltgebieden (zonder kersenverkoop, een gemiste kans) en langs tal van andere akkerbouwgewassen. De omloop van Dronten was nog aardiger qua route dan voorgaande jaren, al was het maar omdat hij voor mij nostalgischer was en bovendien over enkele onbekende industrieterreinen voerde. Kun je mooi zien wat er verandert.
We eindigden ondanks gebrek aan kennis over de Toppers op de vierde plaats, een verbetering van onze prestaties in 2008 en 2007. Maar met zeven fouten was dat vooral de verdienste van het bestuur, die vergeten was reclame te maken zodat er maar 20 teams aan de start verschenen. Het mooie weer zal ook wel niet geholpen hebben. Maar zo'n laag aantal deelnemers was een bestuur in onze tijd niet over komen, zo dachten we als oudleden.

zaterdag 27 juni 2009

Op stroom

Stadslandbouw is in, en de grote recessie helpt. En kunst helpt zaken aan de orde te stellen. Het Haagse kunst- en architectuurcentrum is dan ook het programma Foodprint gestart. Goed idee en er wordt naar interessante Amerikaanse projecten verwezen.
En natuurlijk gaat het ook over vlees en varkens. In de NRC las ik dat Joop van Lieshout een installatie heeft gemaakt waarin de rollen van mens en varken zijn omgedraaid: we worden varkensvoer.
Dat krijg je als je in het jaar van Darwin vooral nadruk legt op het feit dat de mens ook maar een zoogdier is. Misschien wordt het tijd ook stil te staan bij een ander aspect uit de biologie: dat veel predatoren weinig consideratie hebben met hun prooi.

voor verbetering vatbaar

Voor wie geinteresseerd is in de milieu prestaties van verschillende landen, is hier nog een leuke website: de environmental performance indicators. Zwitserland staat 1, Noorwegen 2 en Nederland 55, nog net voor Belgie. Hier is ruimte voor verbetering

krimp en ontvolking

Bevolkingskrimp is geen slecht idee, gezien het overspannen gebruik van de aarde, maar het spreekt toch weinig mensen aan. Het leidt maar tot ontvolking. De NRC had pas een kaartje met de bevolkingskrimp, en dan betreft het heel veel Nederlandse gemeenten.
Krimp leidt tot lagere huizenprijzen en lagere inkomsten voor de gemeenten. Er is geen bouwmachine meer die de gelden voor de sloop ophoest.
Afgezien van de Oostelijke Mijnstreek, Zeeuws-Vlaanderen en de Veenkolonien is de krimp echter vooral een gevolg van beleid, zo legde hoogleraar Pieter Hooimeijer (demograaf, Universiteit Utrecht) uit. Door het beleid van geconcentreerd, en vooral binnenstedelijk, bouwen. Waar overigens ook de grote gemeenten voor zijn, die bouwen liever op eigen terrein dan bij de buren, want dan lopen ze de onroerend goed belasting mis.
Nu is plattelandsbeleid in Nederland vooral beleid om de ruimte open te houden. Maar wie de ontvolking tegen zou willen gaan heeft dus naast het plattelandsbeleid nog een beleidsalternatief: een ander ruimtelijk ordeningsbeleid. Leidt misschien tot wat minder ruimte voor landbouw, maar houdt wel de onroerendgoedprijs in de benen.
NRC_H: Een nationaal probleem in de uithoeken van Nederland: 16.6.2009

vrijdag 26 juni 2009

europa en eten voor de werreld

Op het seminar in Halle (zie voorgaande blogs) meldde de bekende landbouweconoom Csaba Csaki dat Europa 20% van de landbouwgrond op aarde heeft, en maar 7% van de bevolking. Met andere woorden ligt er niet een grote taak de hulpbronnen beter en intensiever te gebruiken? Wat m.i. vooral in het oosten van het continent om beter management vraagt.

donderdag 25 juni 2009

in de Krimpenerwaard

De Stichting Bloeiend Platteland ontving ons vanmiddag op het jaarlijkse personeelsuitje. In Gouderak laat de Stichting door de inzet van enkele boeren en een boerenbelevingspad ons burgers kennis maken met het boeren in de Krimpenerwaard.
Nu kan het nog want over een paar jaar wordt het langs de Noordrand natuur, hoewel de strijd om enig cultuurlandschap te handhaven nog niet is opgegeven, zo begreep ik.
Het was natuurlijk ideaal weer en een mooie plek. En de ontvangst was prima. Openhartig werd weer eens duidelijk gemaakt hoe mensen in een transitie het verschil maken: een altijd al botanisch geinteresseerde en geschoolde echtgenote van een boer die als een van de eerste met slootkantbeheer en -contracten begint (we zagen de moerasaardbei) en iemand van buiten de landbouw die in een veeljaren plan een vervallen boerderij in oude stijl herstelt.
Uit een eerdere LEI studie wisten we al wel dat het zo werkt, maar het is leuk om het ook eens met eigen ogen te zien en te horen.
Ben benieuwd wat die natuur moet worden, hier en daar nog een perceel verschralen voor weidevogelbeheer kan ik me voorstellen, maar je mag toch hopen dat het geen Biesbosch wordt. Van mij zou het wel ongeveer zo mogen blijven, dan kunnen we eerst ons geld steken in het verder opruimen van de chemierommel die er in de jaren 50 en 60 is gestort.

woensdag 24 juni 2009

syteemfout en briefing

Gisteren ontbrak de blog, niet vanwege vakantie (van de verzekeringsmaatschappijen moeten we ook in de vakanties doorbloggen en twitteren maar niet over de verblijfplaats)/
Ik dineerde zakelijk in Kijkduin. Een tafelgenoot bestelde zwartpoot kip - hetgeen gewoon parelhoen bleek te zijn. Zo maak je marge. Of NH Hoteles heeft moeite met het Spaans-Nederlandse woordenboek.
Enfin intussen discussieerden Dick en Lizet hier over de vermeende systeemfout in de keten. En ook op Foodlog ging / gaat de discussie verder. Zie aldaar. De term systeemfout werd geloof ik maandag door een collega geintroduceerd als hamvraag of het systeem voor een systematisch scheve verdeling van rendementen leidt. Het antwoord is wat onbeslist: er zit niet echt iets fout in de zin van aantoonbare machtsmisbruik, maar deze resultaten zijn wel het gevolg van de structuur en verschillen in mogelijkheden tot rationalisatie. Daarmee is de term maar beperkt bruikbaar.
Enfin, vanmiddag mocht ik in de Tweede Kamer de Vaste kamercommissie voor landbouw de EU High Level Group over de concurrentiekracht en de daarbij behorende rapporten toelichten. Een openbare technische briefing, zoals dat in het jargon heet. Nuttig om ook in Nederland weer eens met elkaar door te nemen hoe die zaken in Brussel werken.
Ook daar was er vanuit de afgevaardigden vooral aandacht voor de marges, prijstransmissie (leiden lagere boerenprijzen ook tot lagere consumentenprijzen) en eventuele prijsassymetrie (worden prijzen omhoog en omlaag even sterk aangepast als de inkoopprijzen omhoog of omlaag gaan). De EU gaat er op laten studeren, laten we daar maar eens op wachten.

maandag 22 juni 2009

tussen markt en marge

Bij de verschijning van het Landbouw-Economisch Bericht (sinds jaren sta ik weer eens in de lijst auteurs vanwege een stukje over de concurrentiepostie, maar dat terzijde) hielden we vanmiddag op het LEI met hulp van het KNLC (jazeker, still going strong) een seminar over de markt en ketens en de gevolgen voor het gezinsbedrijf.
Ik mocht de discussie leiden, en tot mijn verbazing waren forum en zaal het er al snel over eens dat het gezinsbedrijf geen doel op zich is. De organisatievorm is ook maar een afgeleide. Het verdwijnen van de slager en de bakker werd ook al niet betreurd. Er is dan ook geen reden het gezinsbedrijf verder specifiek te steunen, zo meende de zaal. Niemand was zo slim om te vragen of de huidige ondersteuning in o.a. de fiscale wetgeving dan wordt afgebroken, dat was mogelijk ook weer niet de bedoeling.
Over de keten waren we het minder snel eens. Samenwerken en nog eens samenwerken zo was de oproep. Maar hier en daar en in de varkens in het bijzonder werd ook gezocht naar bundeling en countervailing power. Foodlog moderator Dick Veerman deed een manmoedige poging om het denken uit de volumesfeer te krijgen en zag wel ruimte voor een partijtje hollandse kersen of specifieke tomaten en komkommers die nu zelfs niet uit Frankrijk of Spanje komen. Op foodlog deed hij er al verslag van.
Een van de topmensen van LTO, net terug uit Zweden, zag ook wel wat in het promoten van het nationale product. MijnBoer en Superunie's PLUS wilden best wel bijzondere zaken en meer kwaliteit in de winkel, mits het dan toch met enige regelmaat ook met fors volume gaat. LaPlace moet het wel in alle vestigingen kunnen aanbieden. En uiteindelijk, zo stelden de glasteler en de LNV-beleidsmedewerker, gaat het toch ook vooral om de export - die is van meer belang dan het binnenland.
Het kostprijs en volumedenken bleef daarmee dominant, ook in de eventuele niches. Een van de collega's vroeg nog om nieuwe businessmodellen, en iemand kwam met de pluktuin voor aardbeien aanzetten die geen 25 maar 2000 mensen trok. Maar geheel in stijl van de grote goederenstromen die het LEB beschrijft: het werd toch als een randverschijnsel gezien. Eerst maar eens beter samenwerken in de keten en gezamenlijk de faalkosten eruit halen. En intussen zorgen dat de Lambada ook een beetje productie gaat maken, anders komt het volume in de lekkerste aardbeien er niet.
De EU gaat allerlei onderzoek uitzetten naar marges in de keten en gedrag van supermarkten rond private label. Voor Nederland zat men daar nog niet zo op te wachten, kreeg ik de indruk. Het was meer van handen uit de mouwen: samenwerken en kosten verlagen in de keten - al of niet met hulp van het onderzoek.

zondag 21 juni 2009

20 jaar na de val van de muur

Het is dit jaar 20 jaar geleden dat de muur in Berlijn viel en het IJzeren Gordijn werd neergehaald. De EAAE organiseerde in Halle (ex-DDR) bij het IAMO een bijeenkomst om stil te staan bij deze gebeurtenis: wat hebben we geleerd, is die kennis ook in bv. Afrika toepasbaar en wat valt er nog te doen.


Op weg er na toe stopte ik bij de oude zonegrens-overgang van Helmstedt - Marienborn. Men raast er nu voorbij met 150 km per uur, maar je kunt er nog steeds het oude checkpoint bekijken. Mijn gedachten gingen terug naar begin zeventiger jaren, toen we in een schoolexcursie met de Bundes Grenzschutz het IJzeren Gordijn bekeken. En discussieerden over economische systemen en het voordeel van grondbezit door de overheid, niet wetend hoe zwak het systeem aan de andere kant eigenlijk was. [op het seminar liet de Duitse econoom Blum een tabelletje zien met schattingen uit de jaren zeventig en tachtig van het inkomen in de DDR en dat waren allemaal uiteenlopende forse overschattingen - het politieke communistische regime kwam in de loop van 1988 / 89 zelf tot het inzicht dat het systeem van centrale planning niet vol te houden was en ging imploderen]


Ik schreef in Helmstedt mijn openingswoorden voor de conferentie - met veel jonge mensen die toen nog ongeveer in de wieg lagen. En zich eigenlijk niet meer voor kunnen stellen hoe het toen was. Terwijl voor wat ouderen de val van de muur een van die once in a life time evenementen was waarvan je weet hoe je het beleefde.

Experiment
Het was de start van een van de grootste experimenten in de economische geschiedenis. En het is dus goed de ervaringen na 20 jaar op een rijtje te zetten. Duidelijk is wel dat er niet 1 route was en is om de route van geplande economie naar markt economie te maken. In sommige landen hield het grootbedrijf in de landbouw zich staande, in andere onstonden zeer kleine, op zelfvoorziening gerichte bedrijfjes. Volgens economen hing dat ook af van de uitgangssituatie: waar de landbouw al kapitaalintensief was, handhaafde het grootbedrijf zich en stootte arbeidskrachten af. Waar het arbeidsintensiever was, bleek het aantrekkelijk dat mensen zelf het heft in handen namen.

Die conclusie valt nu te trekken, maar begin jaren 90 waren er grote discussies over. Ook over hoe grond geprivatiseerd moest worden: uit eerlijkheidsoverwegingen werd het soms over de werknemers verdeeld, met als gevolg dat het nu in handen is -zoals in Rusland- van een veel beperktere groep tycoons. Terugkijkend concluderen economen dat de eigendom van grond helemaal niet zo'n issue was, als de pachtmarkt maar goed werkt. Dat hadden Nederlandse inpolderaars al wel eerder gesuggereerd.

Uit de presentaties bleek ook dat inmiddels de landen zich allemaal in zo'n specifieke situatie bevinden dat het geen zin heeft met algemene aanbevelingen te komen die zowel voor Hongarije als voor Kazachstan gelden.

Het is wel duidelijk dat de val van de muur veel welvaart heeft gebracht en veel mensen veel mogelijkheden heeft gegeven. Maar miljoenen, vooral ook op het platteland, zijn er helemaal niet op vooruitgegaan omdat sociale voorzieningen (vaak in het communistische systeem geleverd door de 'bedrijven') zijn afgebroken en infrastructuur niet is onderhouden.

Komende week tussen andere zaken door nog wat meer vanaf dit seminar.

vrijdag 19 juni 2009

multifunctioneel in Rome

Terug naar het Wye seminar in Rome van vorige week. Het derde paper waar ik bij betrokken was gaat over een vergelijking tussen Italie en Nederland rond de multifunctionele landbouw.
Italie wordt gezien als het walhalla van de slow food en andere multifunctionele activiteiten: zelfs grote wijnhuizen bouwen er soms een agroturismo. En Nederland is exportland van gangbare producten.
Maar hoe komt dat nu, en wat zijn de achtergronden van die keuzes die boeren blijkbaar maken. Door Nederland met zo'n land te benchmarken kom je er misschien achter hoe je eventueel de situatie hier kunt veranderen, mocht je dat willen.
Het is work in progress - we zijn er nog niet echt achter. Maar het lijkt er wel op dat gemiddeld genomen boeren met multifunctionele activiteiten in Italie meer verdienen dan boeren zonder die activiteiten. En in Nederland lijkt het net andersom. More research is needed.

Laura Aguglia, Roberto Henke, Krijn Poppe, Aide Roest en Cristina Salvoni: diversification and multifunctionality in Italy and the Netherlands - a comparative analysis.

woensdag 17 juni 2009

structuur in Rome

Het is een oude vraag: zijn de landbouwbedrijven in Europa of in de VS groter? In hectare (of acres) wint de VS. Maar in economisch opzicht?
Verrassend genoeg zijn daar helemaal geen goede statistieken voor - die bedrijven vergelijken in omzet of grootte-eenheden. In een paper voor de conferentie van vorige week in Rome hebben we geprobeerd ze te maken. Ook dan wint de VS, maar het verschil is veel minder geprononceerd. En Nederlandse bedrijven zijn groter dan de Amerikaanse, misschien omdat we de allerkleinste hobbyboeren niet tellen. Zo heeft elke vergelijking weer een voetnoot nodig

Mary Ahearn, Krijn Poppe, Cristina Salvioni, Koen Boone en Aide Roest: The Family Farm in a flat world - implications for farm household data collection.

dinsdag 16 juni 2009

krijn de neanderthaler

Ergens vijftien kilometer vanaf de Zeeuwse kust hier links, is een bot van een Neanderthaler uit zee gehaald. De eerste Nederlandse Neanderthaler blijkt een Zeeuw avant la lettre te zijn geweest (Zeeland was toen helemaal geen Zeeland maar een steppegebied).
Ik zou je er niet mee vermoeid hebben als ze de archeologen de 40.000 tot 70.000 jaar oude corpus geen Krijn hadden genoemd. Een sympathieke inval en ik wil er best mee geassocieerd worden, maar het bewijst maar weer eens dat archeologen hun geschiedenis niet kennen. Ze moeten nodig de canon eens bestuderen of in het Nationaal historisch museum gaan kijken (waarvan de directeur blijkbaar ook nog al makkelijk de slag om Arnhem interpreteert).
Krijn is volgens weer andere geleerden namelijk een verbastering van het Romeinse Quirinius wat landheer betekent. En volgens mij zijn de Romeinen van ver na de Neanderthalers. Het bot kan dus nooit van ene Krijn zijn geweest.
{Morgen echte Romeinse zaken}

maandag 15 juni 2009

de toekomst van de keukentafel

Gisteren blogde ik hier over de governance structuren van de landbouw of wel de toekomst van het gezinsbedrijf. Vandaag zette Ziezo.biz een column daarover online.
En de literatuurverwijzing heb je nog te goed. Morgen over de andere Romeinse zaken.

James Johnson, Mitchell Morehart, Krijn Poppe, David Culver and Cristina Salvioni: Ownership, Governance and the Measurement of Income for Farms and Farm Households: evidence from national surveys. Paper for the 2nd Wye Group Meeting, FAO Rome, June 2009

zondag 14 juni 2009

governance van het gezinsbedrijf

In Rome vergaderden we afgelopen week twee dagen bij de FAO met de VN Wye Group, die een handboek onderhoudt rond indicatoren voor plattelandsbeleid en inkomensmeting. Ik had het genoegen wel erg goed vertegenwoordigd te zijn in de sessies, als mede auteur van drie papers met Italiaanse en Amerikaanse / Canadese collega's (en LEI-collega's natuurlijk), waaronder het openingspaper.
Dat ging over de organisatievormen in de landbouw en met Amerikaanse, Canadese, Nederlandse en Italiaanse data hebben we definitief (hoop ik) het idee uit grootmoederstijd ten grave gedrage van 1 bedrijf = 1 locatie = 1 ondernemer = 1 manager = 1 eigenaar = 1 gezinshuishouding = 1 inkomensbron. Die bedrijven zijn in de minderheid, in aantallen en zeker in productieaandeel. In veruit de meeste gevallen is het een stuk complexer, hoewel het gezins- of familiekarakter overheerst, en dat zal ook nog wel even zo blijven.
Doelgroepenbeleid of wel targetting is daarmee in het landbouwbeleid ook moeilijker geworden: boeren reageren op beleid en subsidies met de voor hen meest voordelige organisatievorm. Nog een rede minder om een voorkeur te hebben voor een bepaalde bedrijfsvorm. Het gaat er om dat efficiente organisatievormen boven komen drijven. Met of zonder familie-aspecten. En vooralsnog stimuleert de fiscus het gezinsbedrijf zo was de indruk.

vrijdag 12 juni 2009

bont

Het verbod op de nertsenhouderij (technisch een fokverbod) met ingang van 2018 brengt heel wat toetsenborden in beweging. In Resource, een blad van Wageningen UR, stelt ASG collega Ferry Leenstra vast dat het hier niet om een dierwelzijnsissue gaat: daar waren net goede afspraken over gemaakt die qua uitvoering voor op schema lagen.
Nee, het is dit keer een ethische overweging: het doel, het produceren van luxe, zou volgens de Tweede Kamer het houden van nertsen niet rechtvaardigen. Leenstra wijst erop dat het dan logisch is ook na te denken over het houden van honden in een flat of paarden voor wedstrijden of recreatie.
Nu lijkt me luxe een relatief begrip, voor sommigen lijkt het wel een eerste levensbehoefte, maar dat terzijde.
In het Dagblad de Limburger wijs Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren erop dat dit geen noviteit is: dierproeven zijn al eerder verboden voor het testen van cosmetica (tenzij er geen alternatief was). En hij rekent erop dat de EU een van de grootste bontproducenten (ons land) zal volgen. Dat gebeurde ook eerder al met de cosmetica, het honden-, katten en zeehondenbont. Nederland gidsland dus.
Ondernemers waren natuurlijk al in 1999 gewaarschuwd, toen lag er ook al een verbod, dat door een later kabinet werd teruggedraaid. Dus wie weet, maar ik heb begrepen dat er al heel wat ondernemers nieuwe bedrijven elders in de wereld hebben opgezet. Binnen en buiten de EU.

donderdag 11 juni 2009

voorbij het gezinsbedrijf

Bij het LEI verscheen een publikatie, waarbij ik ook nog een inhoudelijk rolletje mocht spelen, over de organisatie van het gezinsbedrijf. En de toekomst ervan. Want waarom hebben we hier gezinsbedrijven en geen plantages? Of gaan we daar met megabedrijven naar toe? Voorlopig blijven het wel gezinsbedrijven is onze taxatie, maar ze worden wel meer tot samenwerking met andere partijen gedreven.
Vandaag en morgen praten we er in Rome over verder. Je hoort er nog van.

G. Backus, W. Baltussen, M. van Galen, H. van der Meulen en K. Poppe: Voorbij het gezinsbedrijf? LEI, 2009

woensdag 10 juni 2009

historisch museum

Maandagavond bezochten we op uitnodiging in Zoetermeer een causerie van Erik Schilp, een van de directeuren van het Nationaal Historisch Museum, dat ergens in Arnhem gevestigd moet worden. Interessante spreker die een goed verhaal had waarom het museum naast de Rijnbrug gezet moet worden.

Die Rijnbrug die een brug tever was omdat er een pantserdivisie op vakantie bij Apeldoorn was en waardoor Berlijn pas een half jaar later werd bevrijd en Europa gedeeld werd. De geschiedenis hangt van toeval aan elkaar, dat mogen ook de transitiedenkers wel eens beseffen.

Het moet een museum worden met niet alleen aandacht voor de Acte van Verlatinghe maar ook voor Land en Water. Het woord landbouw viel deze avond niet. Ik vroeg de spreker of er niet een beetje een raar idee is dat een land op zoek gaat naar zijn identiteit en wortels in een tijd van globalisering via een historisch museum (wat niets nieuws is, 100 jaar geleden werden de openlucht musea opericht toen landen op zoek waren naar wat hun eigen was bij de vorming van de natiestaat) en waarbij dan zal blijken dat Nederland juist gevormd is door globalisering en immigratie. Lijkt me een mooi thema voor de openingstentoonstelling.

Morgen zullen we weten waar het museum komt.

dinsdag 9 juni 2009

Ontbossing in Brazilie

Vorige week woonde ik een bijeenkomst bij van het Future of Food initiatief dat bezig is een boek te schrijven. Er kwam weer eens duidelijk aan de orde dat de economie er op aanstuurt dat er in Zuid Amerika eerder wordt ontbost dan geintensiveerd: bospercelen zijn goedkoop (wellicht gratis) en de gekapte bomen leveren meteen een opbrengst waardoor de investering van ontginning deels wordt terugverdient. Vervolgens is er een paar jaar weinig kunstmest nodig op de vruchtbare bosgrond.
Op de meer uitgemergelde savannen kun je ook de productie opvoeren, maar dan moet je eerst beginnen met bodemverbetering en kunstmest en dat verdien je pas op termijn terug. Kortom de mens kiest eerst voor de meest renderende investeringsopties.

maandag 8 juni 2009

Over de historie van OVO

Het OVO drieluik is zo langzamerhand een monument, in de verschillende betekenissen van het woord. Iemand die mijn huidige belangstelling voor de toekomst van het kennisssysteem kent, stuurde me een scriptie uit 1995 toe over deze mythe.
Het eerste wat je aan zo'n scriptie opvalt is de vorm, het ziet er niet veel anders uit dan mijn eigen werkje uit 1981: simpel geprint, sommige zaken noodgedwongen met pen ingetekend. Het is nog geen 10 jaar dat desktop publishing de student heeft bereikt.
Terzake: de scriptie constateert dat er vroeger wel de nodige contacten waren binnen het OVO3luik (hoewel met name die tussen voorlichting en onderwijs toch heel beperkt waren), maar dat pas sinds de jaren 80 (met de komst van minister Gerrit Braks) LNV ging kijken naar de samenhang en er op ging sturen. Ook al werden er tot die tijd steeds verbindingen verbroken. Pas eind jaren 80 was er een allesoverheersende aandacht voor de verbanden binnen het OVO3luik, maar toen was het met de privatisering ook een hot issue geworden.
Het uiteenlopen van de belangen van overheid en boeren wordt veelal gezien (in ambtelijke stukken en door geinterviewde topfunctionarissen) als de oorzaak van het verminderen van de OVO relaties. Maar de desintegratie sloeg pas toe na 1990, met de privatisering.

Miriam van Gorsel: De desintegratie van het OVO-drieluik: mythe of werkelijkheid? - Een historisch onderzoek naar de ontwikkelingen in het kennisnetwerk in de periode 1950-1990. NRLO / LNV-DWK, doctoraal scriptie 1995

zondag 7 juni 2009

Land van belofte

De open-tuin-dag in Moerkapelle bracht de unieke kans voor een bezoek aan de boerderij Land van Belofte, dat naast de bron van de Rotte ligt. Het gebouw dateert uit 1660, toen een Haarlemse koopman zijn overtollige geld investeerde in de inpoldering van de Wilde Veenen. Hij ging er aan failliet (de boerderij heette toen overigens nog niet zo).
Waarmee weer eens wordt geillustereerd dat de Nederlandse landbouw ook zeer geprofiteerd heeft (en nog profiteert) van de handel en de bijbehorende kapitaalmarkt. En dat veel inpolderingen tijd nodig hadden voor ze rendeerden - ook toen werden investeringen in grote projecten al onderschat: de mensheid is hardleers.
Het monument is prive-bezit. Lange tijd woonde er een communicatieadviseur die niet zo gesteld was op communicatie met het dorp, zo vertelde een locale deskundige gistermiddag. Met een legertje vrijwilligers is er door de huidige bewoners afgelopen tien jaar een zeer fraai landgoed van gemaakt, dat gelukkig een keer voor het plaatselijke publiek werd opengesteld. Hulde.

zaterdag 6 juni 2009

Kwekersrecht

Het is de tijd van excursies. Gisteren hadden we het genoegen niet alleen een mooie vaartocht met Staatsbosbeheer over de Kaag te maken (tot mijn schande kende ik het gebied alleen van de A4 en A44 en van de Kaagbaan die er overheen ligt), maar bezochten we ook het NAKTuinbouw Variety Center. Dat was heel instructief. De NAK is een Zelfstandig Bestuursorgaan (met de juridische vorm van een private stichting) dat toeziet op de handel in plantgoed en zaden. Aan zaden kun je nu eenmaal niet zien of ze kiemkrachtig en gezond zijn. Dat merk je pas (lang) na opkomst, en voor een boer of tuinder is dat wel erg laat. Kwaliteit is hier dus bijna een credence attribuut zoals economen dat noemen: je moet het maar geloven. Dat is deels wel op te lossen met reputatiemechanismen, maar als de vermeerderaars vrij anoniem zijn, dan kan onafhankelijk toezicht dus helpen. We werden ook bijgepraat over een interessante controverse tussen het kwekersrecht en het octrooi/patentrecht.

Bob Dylan
Het kwekersrecht is een intellectueel eigendomsrecht, net zoals schrijvers dat hebben op hun boek, of artiesten op hun CD. Het is vanuit de maatschappij gezien zinvol zulke vernieuwingen te belonen met een eigendomsrecht. Dylan Thomas had zijn gedichten misschien toch wel geschreven, en Bob Dylan zijn LPs en CDs opgenomen, met of zonder dit auteursrecht. Kunst en artiesten-schmertz zijn de drijfveer. Maar het is de vraag of professionele kwekers hun kweekwerk zouden doen als ze er geen geld mee konden verdienen. En dat geld verdienen is lastig als iemand je zaad kan kopen, zelf gaat uitzaaien en ook zaad gaat winnen en dat dan ook maar gaat verkopen.
Zie hier het goede van het kwekersrecht: wie een nieuw ras weet te veredelen, dat door de NAK keuring (met een heel systeem van deskundigen) heen komt als zijnde echt iets nieuws (onderscheidend, uniform, stabiel), krijgt een eigendomsrecht. En voor een bepaalde periode het alleenrecht op de verkoop. Bij kwekersrecht zijn daar in de regel twee uitzonderingen op: het farmer's privilege dat inhoudt dat een boer wel zaad of plantgoed voor eigen doel mag winnen (net zoals je van een CD een kopietje van jezelf mag maken). Een sympathiek idee dat meteen legaliseert wat vermoedelijk toch maar lastig te controleren is. De tweede uitzondering is de breeders exemption: concurrent-kwekers mogen met het beschermde ras doorveredelen en als zij ook een ras weten te maken, kunnen ze dat laten registreren zonder dat ze een afdracht verschuldigd zijn aan de eerste kweker.
Dat is een bijzonder slim systeem: het betekent dat een kwekersrecht niet alleen de innovatie niet blokkeert, het stimuleert die juist: de kwekers kunnen op de schouders van hun voorgangers gaan staan, hoeven zich geen zorgen te maken dat ze een deel van de winst moeten afstaan en hoeven niet uit te zoeken wie de eigenaren van moeder-rassen zijn. En wie een goed ras heeft, kan het maar het best breed in de markt zetten bij telers, want je weet dat collega-kwekers door zullen kweken met je ras en misschien wel al snel met een nog betere variant komen. Het systeem lijkt daarmee uitstekend te werken.

Octrooi
Vooral vanuit grote Amerikaanse concerns, die ook in de gentechnologie bezig zijn, is er nu een lobby om met het octrooirecht te werken. Voor een octrooi of patent hoef je niet door een keuring van vakgenoten heen te komen, je dient een papieren dossier in. En dan kun je je octrooi handhaven, desgewenst met een batterij juristen, en iedereen die met jouw ras verder wil kweken moet eerst een afspraak maken over royalties. Dat betekent dus dat je ook profiteert van vervolg-rassen. De vraag is of dat nodig is. Als je als groot concern veel geld moet investeren en van de kapitaalmarkt moet halen, dan lijkt daar wat voor te zeggen. Anders blijft de innovatie achter omdat er te weinig opbrengst is.
Maar deskundigen zetten vraagtekens bij de noodzaak daarvan: nieuwe rassen genoeg. Het octrooisysteem heeft misschien minder kosten van registratie (valt ook nog te bezien), maar vermoedelijk veel meer door de juridisering voor het onderhandelen over royalties. Voor kleinere kwekers zou dat wel eens erg problematisch kunnen zijn, waarmee ze door de grote jongens uit de markt gedrukt worden. Sommigen suggereren dat dat nu net de bedoeling is. En dan zijn er nog mensen die vinden dat je uberhaupt geen eigendomsrechten op planten zou moeten hebben (en al helemaal niet met biotechnologie zou moeten werken), maar dan krijg je ook geen innovatie.

Kortom: hier liggen interessante economische vragen. Daar duiken we nog eens in. Voor goede literatuur hou ik me aanbevolen.
Posted by Picasa

donderdag 4 juni 2009

cabotage in stro

Een ondernemer in het Zeeuwse vertelde me van de week dat er stro wordt geimporteerd uit Tjechie voor 80 euro per ton. Zodat zijn stro lastig verkoopbaar was, maar daar gaat het me nu niet om.
Voor veeboeren, bollenboeren en maneges die stro kopen is het niet duur. Uit de tijd dat ik vroeger in de zomer nog wel eens een dagje stro laadde weet ik dat stropakken van 20 kg best zwaar en vooral ook volimineus zijn. Hoge transportkosten dus.
Dat dit nu meevalt komt doordat die transportondernemingen uit Tjechie niet alleen stro brengen maar vooral goederen uit de havens weer meenemen richting Praag. Zonodig brengen ze een paar nachten in de cabine door tot er lading is.
Vroeger mocht dat helemaal niet, dan moest je leeg terug. Dat kwam omdat je niet automatisch het recht van cabotage had, het recht om op de terugweg ook weer lading mee te nemen, en zeker niet als die niet naar het eigen land ging. Eigen chauffeurs eerst, en veel milieubelastende extra kilometers.
En dat illustreert weer eens dat niet allleen onze transportsector voordeel heeft bij die ene Europese markt, maar dat ook de kopers van stro heel direct profiteren van sterk lagere transportkosten. En de Nederlandse graanteler dan weer niet (de Tjechische wel), maar je kunt niet alles hebben.
Als importerend en exporterend land is dat dat goedkope transport dus een concurrentievoordeel (c.q. een nadeel t.o.v. Hamburg is wegggewerkt). Want zoals John F Kennedy al eens zei: the farmer is the guy who pays the freight both ways.
Mooi inzicht op de dag van de Europese verkiezingen - als je snel bent kun je je stem nog uitbrengen.

woensdag 3 juni 2009

stem voor Europa

Stem voor Europa, morgen. Wat je stemt moet je zelf weten maar zorg dat je je stem laat horen. Want het gaat om grote belangen.
Meest opvallend aan deze verkiezing zijn de heldere opvattingen van de partijen over het landbouwbeleid. Was dat tien jaar geleden nog een non-issue en was het vier jaar geleden nog zeer uitzonderlijk om voor een gedeeltelijke renationalisatie van dat landbouwbeleid te pleiten (hooguit was je voor minder uitgaven), nu lijkt er nog maar 1 partij de huidige situatie te willen verdedigen. Het corps diplomatique agricole zoals Gerrit Braks dat ooit noemde. Boeren hebben weinig goeds uit Brussel te verwachten, zo kopte de agrarische pers. Een troost: de trend mag gezet zijn maar in Frankrijk, Duitsland en Oost-Europa loopt men minder snel op dit vlak.

dinsdag 2 juni 2009

Het schaap en de industriele revolutie

Mijn huidige belangstelling voor lange termijn golven is bekend. En dus las ik met belangstelling een bespreking van een boek dat aandacht besteed aan de vraag waarom die eerste industriele revolutie in Engeland plaats vond.
Niet omdat er van alles aan de aanbodkant geregeld was: wetenschap, eigendomsrechten, landloze arbeiders. Veel van het onderzoek voor de stoommachine vond plaats in Italie en Duitsland, eigendomsrechten waren in Frankrijk minstens zo goed geregeld en Nederland was veel meer verstedelijkt.
Het antwoord van Robert C. Allen is dat het in Engeland gebeurde omdat er behoefte aan was: de lonen waren er erg hoog en energie (kolen) waren er erg goedkoop.
Dat de lonen hoog waren kwam door de (middeleeuwse) pest, en die leidde tot veel braakliggend land. Door schapen te laten grazen op dat (oude) braakland was de wol langer en beter dan elders in de wereld. En dat was de basis voor beter textiel en voor handel. Handel leidde tot steden als Londen en Liverpool en een productievere landbouw. De steden hadden brandstof nodig en gelukkig had Engeland veel goedkope steenkool. Door de handel bleven de lonen hoog, met betere opleiding en voeding als gevolg. En door de handel werden er producten aangevoerd waar mensen lang voor wilden werken. Er was een goed werkende kapitaalmarkt en exclusieve toegang tot de kolonien.
En zo was arbeid duur en energie goedkoop. De mijnen hadden stoommachines nodig om het water weg te pompen. En spoorlijntjes om de kolen te vervoeren in de mijnen. En de horlogemakers hadden tandraderen. Niets stond een industriele revolutie rond textiel en waterkracht en daarna rond spoorwegen en stoom nog in de weg: er was behoefte aan.

Robert C. Allen: The British Industrial Revolution in Global Perspective, Cambridge University Press, boekbespreking in The Economist, 23.5.2009

maandag 1 juni 2009

pet food

Het artikel dat ik hier gisteren besprak bevat ook nog een aantal andere interessante weetjes. Zoals het feit dat als Nederland zijn eigen huisdieren zou willen voeden, we daar 10% van ons landbouwareaal voor zouden moeten bestemmen. De tijd dat de huiskat muizen ving en kliekjes kreeg ligt blijkbaar ver achter ons. De foodprint van kat en hond liggen blijkbaar ook al in Zuid-Amerika.
Een ander weetje is dat sommige samenlevingen op bepaalde vormen van vleesconsumptie een taboe hebben, maar dat dat weinig effect lijkt te hebben op de stijging van de vraag naar vlees als men welvarender wordt. Die taboes komen bij varkens overigens uit tegenstellingen tussen herders (die rundvee, schapen en geiten hebben want die kuddes kun je afstanden laten lopen) en landbouwers.

N.B.J. Koning et al: Long term global availability of food - continued abundance or new scarcity? in: NJAS 55-3, 2008