zaterdag 6 juni 2009

Kwekersrecht

Het is de tijd van excursies. Gisteren hadden we het genoegen niet alleen een mooie vaartocht met Staatsbosbeheer over de Kaag te maken (tot mijn schande kende ik het gebied alleen van de A4 en A44 en van de Kaagbaan die er overheen ligt), maar bezochten we ook het NAKTuinbouw Variety Center. Dat was heel instructief. De NAK is een Zelfstandig Bestuursorgaan (met de juridische vorm van een private stichting) dat toeziet op de handel in plantgoed en zaden. Aan zaden kun je nu eenmaal niet zien of ze kiemkrachtig en gezond zijn. Dat merk je pas (lang) na opkomst, en voor een boer of tuinder is dat wel erg laat. Kwaliteit is hier dus bijna een credence attribuut zoals economen dat noemen: je moet het maar geloven. Dat is deels wel op te lossen met reputatiemechanismen, maar als de vermeerderaars vrij anoniem zijn, dan kan onafhankelijk toezicht dus helpen. We werden ook bijgepraat over een interessante controverse tussen het kwekersrecht en het octrooi/patentrecht.

Bob Dylan
Het kwekersrecht is een intellectueel eigendomsrecht, net zoals schrijvers dat hebben op hun boek, of artiesten op hun CD. Het is vanuit de maatschappij gezien zinvol zulke vernieuwingen te belonen met een eigendomsrecht. Dylan Thomas had zijn gedichten misschien toch wel geschreven, en Bob Dylan zijn LPs en CDs opgenomen, met of zonder dit auteursrecht. Kunst en artiesten-schmertz zijn de drijfveer. Maar het is de vraag of professionele kwekers hun kweekwerk zouden doen als ze er geen geld mee konden verdienen. En dat geld verdienen is lastig als iemand je zaad kan kopen, zelf gaat uitzaaien en ook zaad gaat winnen en dat dan ook maar gaat verkopen.
Zie hier het goede van het kwekersrecht: wie een nieuw ras weet te veredelen, dat door de NAK keuring (met een heel systeem van deskundigen) heen komt als zijnde echt iets nieuws (onderscheidend, uniform, stabiel), krijgt een eigendomsrecht. En voor een bepaalde periode het alleenrecht op de verkoop. Bij kwekersrecht zijn daar in de regel twee uitzonderingen op: het farmer's privilege dat inhoudt dat een boer wel zaad of plantgoed voor eigen doel mag winnen (net zoals je van een CD een kopietje van jezelf mag maken). Een sympathiek idee dat meteen legaliseert wat vermoedelijk toch maar lastig te controleren is. De tweede uitzondering is de breeders exemption: concurrent-kwekers mogen met het beschermde ras doorveredelen en als zij ook een ras weten te maken, kunnen ze dat laten registreren zonder dat ze een afdracht verschuldigd zijn aan de eerste kweker.
Dat is een bijzonder slim systeem: het betekent dat een kwekersrecht niet alleen de innovatie niet blokkeert, het stimuleert die juist: de kwekers kunnen op de schouders van hun voorgangers gaan staan, hoeven zich geen zorgen te maken dat ze een deel van de winst moeten afstaan en hoeven niet uit te zoeken wie de eigenaren van moeder-rassen zijn. En wie een goed ras heeft, kan het maar het best breed in de markt zetten bij telers, want je weet dat collega-kwekers door zullen kweken met je ras en misschien wel al snel met een nog betere variant komen. Het systeem lijkt daarmee uitstekend te werken.

Octrooi
Vooral vanuit grote Amerikaanse concerns, die ook in de gentechnologie bezig zijn, is er nu een lobby om met het octrooirecht te werken. Voor een octrooi of patent hoef je niet door een keuring van vakgenoten heen te komen, je dient een papieren dossier in. En dan kun je je octrooi handhaven, desgewenst met een batterij juristen, en iedereen die met jouw ras verder wil kweken moet eerst een afspraak maken over royalties. Dat betekent dus dat je ook profiteert van vervolg-rassen. De vraag is of dat nodig is. Als je als groot concern veel geld moet investeren en van de kapitaalmarkt moet halen, dan lijkt daar wat voor te zeggen. Anders blijft de innovatie achter omdat er te weinig opbrengst is.
Maar deskundigen zetten vraagtekens bij de noodzaak daarvan: nieuwe rassen genoeg. Het octrooisysteem heeft misschien minder kosten van registratie (valt ook nog te bezien), maar vermoedelijk veel meer door de juridisering voor het onderhandelen over royalties. Voor kleinere kwekers zou dat wel eens erg problematisch kunnen zijn, waarmee ze door de grote jongens uit de markt gedrukt worden. Sommigen suggereren dat dat nu net de bedoeling is. En dan zijn er nog mensen die vinden dat je uberhaupt geen eigendomsrechten op planten zou moeten hebben (en al helemaal niet met biotechnologie zou moeten werken), maar dan krijg je ook geen innovatie.

Kortom: hier liggen interessante economische vragen. Daar duiken we nog eens in. Voor goede literatuur hou ik me aanbevolen.
Posted by Picasa

Geen opmerkingen: