dinsdag 18 augustus 2009

Thinking about almost everyting

is de titel van een boekje dat de Universiteit van Durham eerder dit jaar uitgaf. Durham is een toonaangevende Engelse universiteit en liet tal van medewerkers een column van een paar pagina’s schrijven met iets uit hun vakgebied. En zo lezen we over archeologie, sterrenkunde, het poolijs, taalkunde, tolerantie als religieuse methodiek om geen water in de wijn behoeven te doen, de Beeldenstorm als extremisme om twijfelaars te dwingen tot keuze en nog tal van andere verschijnselen. Een paar bijdragen ligt ik er uit.

De mens moet het hebben van organiseren
Chris Scarr legt in zijn bijdrage uit dat de mens een tropisch dier is (denk aan neef aap), waarvan de populatie enorm is toegenomen in de afgelopen 10.000 jaar. Die periode was niet alleen veel warmer maar het klimaat was ook veel stabieler dan in de voorgaande millenia waarin soms warmere en koudere periodes elkaar veel sneller afwisselden. Sommigen, zoals T.J. Wilkinson in zijn bijdrage over de archeologie van de klimaatsverandering, denken dat de uitstoot van CO2 en methaan door de ontginning en landbouw al ver voor de industriƫle revolutie het uitblijven van een nieuwe ijstijd heeft bevorderd en aan het stabielere klimaat heeft bijgedragen.
Dit is de in 2003 geformuleerde Ruddiman hypothese die stelt dat de CO2 cyclus zo’n 8.000 jaar geleden begon af te wijken van wat er verwacht mocht worden op basis van voorgaande perioden tussen ijstijden. En zo’n 5.000 jaar geleden begon de bijdrage van methaan, ongeveer gelijk met de opkomst van de steden en de groei van de bevolking. Het was ook de periode van een enorme ontbossing van bv. West Europa.
Hoe dan ook, het feit dat het tropische dier mens in Europa vooral in een van de koudere periodes van de laatste ijstijd sterk in aantal is toegenomen, geeft aan dat niet de (darwinistische) aanpassing aan de fysieke omstandigheden de mens zo succesvol heeft gemaakt maar culturele aanpassing door kundigheden. Dat ging bij de Maya’s en op Paaseiland overigens wel mis..

Samenwerken
Die culturele aanpassing komt wellicht ook doordat de mens een geboren samenwerker is. Tim Blackman legt in de bundel uit dat niet de ‘selfish gene” de evolutie drijft, maar volgens sociale wetenschappers vooral de ‘cooperative gene’. Cooperation, paradoxically, is a selfish strategy. En conflicten komen vaak voort uit het idee dat er sprake is van een zero-sum situtatie, waarbij vergeten worden een complexiteitsniveau hoger te kijken naar een non-zero-sum.

Morgen meer uit:
Ash Amin and Michael O’Neill: Thinking about almost everything, Profile books, 2009.

Geen opmerkingen: