dinsdag 29 september 2009

snelle detectie van concurrentiekracht

Slechte reclame is ook reclame. In het huisblad Resource van Wageningen UR en daarna op de website van WUR las ik de kop dat de beste landbouwregio's buiten Nederland liggen. Dat was niet het beeld dat wij vroeger thuis in Flevoland hadden, dus mijn aandacht was getrokken.
Die ging zelfs enigszins over in ergernis toen ik las dat in het onderzoek de arbeidsproductiviteit gebruikt zou zijn als indicator voor de 'people-kant' van de concurrentiekracht (waarbij je ook al kunt twisten of concurrentiekracht uberhaupt een people-kant heeft). Reden om het artikel van wijlen Pieter Vereijken en collega Tia Hermans maar eens op te vragen.
Dat blijkt gelukkig aanmerkelijk beter dan de perssamenvatting. Het onderzoek definieert enkele makkelijk uit statistieken te berekenen kengetallen en classificeert daarmee de Europese regio's. En conform mijn Flevolandse gevoel concludeert het artikel dat "a few highly developed and highly productive regions in the UK, the Netherlands, France and Germany will out-compete numerous, poorly developed regions with low productivity in the Southern and Eastern member states".
Negatief scoren sommige Nederlandse regio's op milieu. Dat lijkt me niet te ontkennen. Als altijd is er ook de nodige discussie mogelijk over hoge grondprijzen (die geven volgens Ricardo aan dat er goed verdiend wordt, en voorzover ze van buiten de landbouw komen verlagen ze de rendementseis voor de landbouw, kortom dat is niet per definitie een zwakte). Terecht constateert het paper dat er in Nederland wel een probleem qua concurrentiekracht is als de grondmarkt geliberaliseerd zou worden: dan zet de verpaarding lekker door.

Als indicator voor de people component wordt in het artikel niet de arbeidsproductiviteit gebruikt maar het aandeel van de agrarische werkgelegenheid in de totale regionale werkgelegenheid. Dat is in combinatie met de winstgevendheid een stuk logischer. Een m.i. nog net wat slimmere maar ook eenvoudige people-indicator kwam ik vrijwel tegelijkertijd tegen in een artikel van een Ierse collega die ook Thia heet: die vindt de concurrentiekracht van een bedrijf (of naar analogie regio) qua people-aspect goed als het agrarische huishouden iemand bevat die jonger is dan 45. Onder het motto dan is er meer kans op een (potentiele) opvolger.
Uiteindelijk dus twee leesbare en nuttige papers, ondanks of dankzij de reclameboodschap.

P.H. Vereijken and C.M.L. Hermans: a quick scan tool to assess the relative prospects of European regions for sustainable agriculture in a liberal market. In: Land Use Policy, 2009
E.J. Dillon, T. Hennessy and S. Hynes: Towards measurement of farm sustainability in: EuroChoices 8-2, 2009

Geen opmerkingen: