donderdag 17 december 2009

Lijstje: 12 schaaleffecten

Met small is beautifull is het nooit veel geworden, de harde economsiche werkelijkheid van hoe groter hoe beter bleek dominant. Economen praten over (bedrijfsinterne) economies of scale als het gaat om voordelen door de grootte van een organisatie, en over agglomeratie-effecten (of externe economies of scale) als het gaat om voordelen omdat bedrijven bij elkaar zitten. Er zijn heel wat soorten voordelen benoemd, en de Wereldbank maakte in zijn World Development Report 2009 een aardig lijstje. Het waren er meer dan ik zelf realiseerde, dus ik geef ze maar even door:
Internal economies of scale:
· inkoopvoordelen (bv. kwantumkorting op inkopen)
· statisch technologische (bv dalende kostprijs omdat de vaste kosten door meer eenheden worden gedekt)
· dynamisch technolgisch (bv na verloop van tijd leren een fabriek steeds beter te laten draaien)
Agglomeratie-effecten / external economies of scale vallen uiteen in localisatie effecten (het voordeel van nabijheid van van een aantal bedrijven in dezelfde omgeving) en urbanisatie effecten (het voordeel van een groot aantal verschillende bedrijven die interessant zijn voor dezelfde toeleverancier, bv. een logistieke dienstverlener of een internationale accountant):
· shopping voordelen (bv kopers komen af op een plek waar veel verkopers zijn, een reden waarom de visboeren op de markt bij elkaar staan)
· Adam Smith specialisatie (bv oustourcen van specifieke activiteiten naar gespecialiseerde toeleveranciers of afnemers zodat productiviteit hoger ligt)
· Marshall arbeidspooling (bv. werknemers worden aangetrokken door een plek waar meerdere werkgevers voor hun werk zit, dat maakt ze minder afhankelijk)
· Marshall-Arrow-Romer learning by doing, een dynamische variant van de vorige statische (bv. lagere kosen die na verloop van tijd ontstaan door veelvuldige productie en ook voordelen bieden voor anderen in de regio via een zgn. spillover)
· jane jacobs innovation als urbanisatie-effect (hoe meer diversiteit aan productie in een regio, hoe meer er kans is op innovatie op basis van deze diversiteit)
· Marshall arbeidspooling (als hierboven, maar effect ontstaat niet door meer en betere werknemers, maar door diversiteit die innovatie bewerkstelligt
· Adam Smith specialisatie (als hierboven maar dan doordat er verschillende typen ondernemingen zijn die eenzelfde activiteit (aan bv. reclamebureaus) uitbesteden
· Romer endogene groei (hoe groter de markt hoe aantrekkelijker voor een bedrijf want hoe meer winst; en hoe aantrekkelijker het is voor migranten om zich er te vestigen omdat er veel banen zijn; en dus hoe groter de markt; een perfect vliegwiel tot de congestie-en vervuilingseffecten te groot worden)
· Pure agglomeratie-effecten ontstaan omdat de kosten van infrastructuur over meer belastingbetalers kunnen worden verdeeld.

Worldbank, WDR 2009, tabel 4.1

2 opmerkingen:

willem rienks zei

Beste Krijn,

Een mooi lijstje. Ik ben wel benieuwd of ze allemaal toepasbaar zijn in de agro wereld en dan met name op het primaire bedrijf.

Daarnaast ben ik benieuwd of er ook schaal nadelen zijn. Ik loop zelf in ieder geval aan tegen logistieke nadelen en coordinatie nadelen die nadrukkelijk een rem zetten op schaalvergroting.

krijn j. poppe zei

Beste Willem

Dank voor je reactie. Ik denk dat er heel veel op de agrarische sector en zeker ook die in NL van toepassing zijn. Ik kan althans wel bij bijna elke vorm ook een landbouwvoorbeeld bedenken.
Natuurlijk zijn er ook nadelen. Daar heb ik niet zo snel een lijstje van (wie wel?), maar congestie en vervuiling zijn belangrijke categorien. En bij een individueel bedrijf inderdaad ook afstand binnen een bedrijf (in letterlijke zin, dus logistieke kosten omdat de transport afstanden intern groot worden). Hoewel er enorme veilingcomplexen en melkveebedrijven bestaan, waarbij maar zelden er 1 km verderop een tweede wordt neergezet omdat de eerste teveel intern transport kost. En als het al gebeurd dan toch 2 stallen van 1eigenaar zodat je toch nog bepaalde schaalvoordelen realiseert (al was het maar dat je maar 1 directeur nodig hebt).

Met vriendelijke groeten
Krijn