zondag 30 mei 2010

Alpenboeren

Nog een laatste notitie uit Simon Schama's Landscape and Memories: het verhaal van de Helvetische vrijheidsmythe en de rol van de Alpenboeren. Schama beschrijft hoe in de 18e eeuwse Verlichting het beeld werd gevormd van Alpenboer en zijn directe democratie op de almen van Glarus en Appenzell.
De basistekst was het lange gedicht Die Alpen van Albrecht von Haller, een wiskundeprofessor uit Gottingen (D) die in Bern was geboren en zich ook nog met tal van andere zaken bezig hield. Zoals zoveel wetenschappers in die tijd. Toen zijn gedicht in 1732 uitkwam werd het vrij snel in allerlei talen vertaald en het beleefde vele herdrukken.
Schama: "Die Alpen was het resultaat van een lange reis die hij maakte met Johannes Gesner, een collega-wiskundige uit Zurich. In zijn zwoegende metrum schetste Haller een beeld van de geduchte Alpenboer dat onuitwisbaar zou blijken. De gezegende barriere van zijn bergen beschermde hem tegen de hebzucht, mode en luxe van de laaglanden, hij dronk het koude, heldere water dat uit bergbeken strommde en inhaleerde de zuivere Alpenlucht die onaangetast was door de stinkende walm van het stadsleven. Zijn habitat voorzag hem van voedsel: de melk van geiten en koeien, de vruchten en kruiden van de hooggelegen boomgaarden. Zijn woning was een rustieke houten chalet, zijn kleren waren gemaakt van de huiden van bergdieren. Zijn behoeften waren eenvoudig, zijn taal eerlijk en economisch, zijn zeden genadig vrij van stadse losbandigheid. Hij werd geleid door de wetten van de natuur, niet door de nalatenschap van Rome. Hij was gezegend!

De fantasie van Haller zette zich onmiddelijk vast in de verbeelding van de Europese cultuur en is eigenlijk nooit meer zijn invloed kwijt geraakt. Net zoals de bewoners van Tahiti de ware minnaars werden en de clans van Corsica de ware krijgers, gebonden aan een erecode, werden de veehoeders van de Alpen veranderd in de ware primitieve democraten. Eigenlijk waren ze alles wat verlicht Europa niet was: vroom in plaats van gevat; fanatiek gehecht aan democratisch provincialisme in plaats van geregeerd door een centraliseerde bureaucratische monarchie; hardnekkig traditioneel in plaats van op jacht naar nieuwigheden. Het deed er niet toe dat de kopstukken op de academies en universiteiten van Geneve en Zurich dolgraag geaccepteerd wilden worden door hun collega's in Parijs en Berlijn en zich ergerden aan het stoffige parochialisme dat ze opgedrongen kregen [...]. Het gaf zelfs niet dat oplettende Europese reizigers, als ze goed naar de bewoners van de Alpendorpen keken, ellendig verarmde boeren zagen (zoals ze vaak noteerden in hun dagboeken en brieven), die er soms zo slecht aan toe waren dat ze, zoals in het geval van de dorpelingen van de Arve bijvoorbeeld, op gemzen joegen of aan de wanden van grotten krabden voor de kwartskristallen die ze verkochten aan handelaars als decoratie voor schoengespen en snuifdozen. En wat betreft die veelgeroemde heilzaamheid van de Alpen: wie met een onbevooroordeeld oog keek, zag het vreemde verschijnsel van kroppen en uitgroeisels aan de keel die onverklaarbaar veel voor leken te komen in bergdorpen, net als een verdachte concentratie van zwakzinnigen. Maar hoeveel er ook over geschreven werd, was de idioot met een gezwel niet het portret van de Alpenzwitser dat onmiddelijk voor de geest kwam wanneer gentianen en Wilhelm Tell ter sprake kwamen boven de proseleinen kopjes chocolademelk in de Parijse salons."
Daar regeerde Rousseau, die overigen uit Geneve kwam. Enfin zie het boek voor de rest van de geschiedenis, die aanleiding gaf tot bergbeklimmingen en een hele wintersportindustrie. De moraal: sommige verhalen zeggen vooral wat over degene die ze wil horen.

Geen opmerkingen: