zaterdag 31 juli 2010

Land in zicht

Hoeveel landbouwgrond zou er in de toekomst, zeg in 2050 nodig zijn? Dat was de vraag die AAEA president Tom Hertel behandelde in zijn toespraak tot het congres. Hij zette het probleem neer met mooie statistische video's waarin je zag hoe het gecultiveerde areaal vanaf 1600 zich ontwikkeld had: de openlegging van de VS, in de 19e eeuw ook Argentinie, vorige eeuw (en nog steeds doorlopend) ook Brazilie en in toenmende mate Afrika. En hetzelfde voor de toename van steden: ooit een Europees verschijnsel en als je de kaart ziet voor 2050 dan zit China, India maar ook Oost Afrika vol met miljoenensteden. Vaak ook nog op vruchtbare grond.
Dat maakt de vraag relevant hoeveel landbouwgrond er nodig is voor die 9 miljard mensen ofwel hoeveel er nog ontgonnen moet worden (en biodiversiteit inlevert). Hertel vindt de aanpak van de FAO veel te technisch: in essentie schatten die in wat de vraag is in de toekomst op basis van aantal mensen en hun menu en delen dat door de opbrengst per ha, aangepast aan stijgende opbrengsten per ha.

Daar zit dus weinig economische respons in, geen echte feedback mechanismes in bv. innovatie en extensivering/intensivering. Daar zou volgens Hertel de bijdrage van economen moeten liggen. Vervolgens somde Hertel wat punten op aan de aanbod en de vraagkant naar land.

Zoals de dalende geboortecijfers bij hogere welvaart (en slechte instituties voor kinderopvang): er zijn al Aziatische landen als China die gaan krimpen. Veder de onzekere vraag naar biobrandstoffen, een vraag die ook prijsgevoelig is en dus dempend kan werken op de beweeglijkheid (volatility) van prijzen. Verder is er de prijselasticiteit van voedsel: die is niet groot maar wel afhankelijk van het niveau de prijzen. Ook al zou iedereen welvarender zijn, maar de voedselprijzen door schaarste hoger dan is die elasticiteit volgens Hertel op basis van een cross country vergelijking altijd nog wel 0,25.

Verder is er een enorme yield gap: de boeren in Zuidelijk Afrika produceren in vergelijking met die in de VS maar een fractie van wat technisch mogelijk is. Dat lijkt vooral te komen door het niet goed functioneren van markten, waardoor die boeren hoge prijzen voor inputs betalen en relatief weinig ontvangen voor hun (overschot)productie. Niet gek dat ze dan alleen produceren wat ze zelf of in het dorp nodig hebben. En dus geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen of nieuw zaaizaad kopen.

Verder is er dus onzekerheid over de hoeveelheid grond die steden gaan gebruiken voor woningbouw etc.: gaan ze de lucht in, of horizontaal. Ook de vraag naar grond voor natuur en milieudoelen is erg onzeker, wel staat vast dat bij toenemende welvaart er weer bos wordt aangelegd: landen als Frankrijk of staten als Vermont waren ooit veel meer ontbost dan nu het geval is (de suggestie van Tom was vanwege vraag naar recreatie en natuur, het zou ook wel eens kunnen dat in sommige landen bij hogere arbeidskosten en betere lonen in de industrie de landbouw in marginale gebieden wordt opgegeven en dat weer bos wordt bij gebrek aan beter, zo lijkt me).

Verder kan het klimaatbeleid heel veel invloed hebben. De effecten van het klimaat op de productie zelf zijn daarbij maar een fractie van de effecten die de mens veroorzaakt door klimaatbeleid: als we bij mitigation van klimaatgassen wel auto willen blijven rijden en de CO2 uitstoot uit landbouw gaan verminderen heeft dat forse effecten op opbrengst/kosten verhoudingen en daarmee productie en prijs van voedsel.

Al met al conclludeerde Hertel dat er in de modellen waarmee aan de toekomst wordt gerekend veel te veel exogeen is, dat de gebruikte elasticiteiten niet echt een lange termijn karakter hebben (zodat de resultaten te dramatisch zijn) en dat er een grote noodzaak is om de modellen spatially explicit te maken, want het gaat vooral om wat er lokaal gebeurt onder invloed van prijsverhoudingen, lokale wensen (zoals bos) en lokale regelgeving. Work to be done, zeker ook in grote internationale onderzoeksconsortia.

2 opmerkingen:

Peter Jens zei

Krijn, werd er ook gesproken over mogelijke gebeurtenissen die een enorm kleine waarschijnlijkheid kennen maar wanneer ze optreden een buitengewone impact hebben?

krijn j. poppe zei

Niet in deze sessie maar wel toen we het over agribusiness research hadden. Blog ik komende dagen nog even over.