maandag 4 april 2011

De Amsterdamse Uitleg

Vandaag gaat de blog over de Amsterdamse grachtengordel. Niet omdat die zich met landbouw bemoeit (wat ze wel doet), maar wel omdat ik hem als vorm van ruimtelijke ordening relevant vind. Dat heeft te maken met multifunctionele landbouw en vooral de discussie of je ook voor landschap moet betalen.
Ik zoek in die discussie nog wel eens steun bij voorbeelden buiten de sector. Net zoals het veenweidegebied of de polders mooi zijn, geldt dat ook voor Venetie of de grachtengordel. Zelfs Unesco erfgoed.
En daar valt dan van op te merken dat we niet voor betalen, hooguit binden we de bewoners en gebruikers aan regels als ze willen verbouwen- we krijgen het multifunctionele dus min of meer gratis.
En nog sterker: het werd zelfs niet ontworpen. Net als het landschap is het een toevallig bijproduct van optimale inrichting voor een ander doel, dat  bijproduct zijn we schoon gaan vinden.
Dat wordt nog eens duidelijk uit het proefschrift De grote uitleg van Amsterdam - Amsterdamse stadsontwikkeling in de 17e eeuw van Jaap Evert Abrahamse, en waaraan de NRC Boekenbijlage donderdag een pagina wijdde.

Derde uitleg
De  derde uitleg (waarmee ook de Jordaan binnen de stadsgrens kwam) was helemaal niet op een masterplan gebaseerd. In 1610 was de stad bijna failliet en er moest wat gebeuren. Het werd een lappendeken van deelplannen die tijdens de uitvoering nog even werden aangepast als er meer aan de gronduitgifte verdiend kon worden. Buitenmuurse inwoners die binnen de stad terecht kwamen of moesten wijken voor een gracht, moesten gecompenseerd met gepuzzel en geschuif als gevolg.
Pas bij de vierde uitleg ontstond er wel iets van stadsplanning. Er was geleerd van de derde uitleg en men ging na lange discussie tot grootschalige onteigening over. De grachtengordel werd gezien als 'sieraat, nut en profijt'. Er kwamen aparte buurten voor ambachten als wevers. Er werd een slim verkeersssysteem ontworpen met grachten en achterstraten.
Schaal, symetrie en strakheid in de classisistische tijd werden gewaardeerd in o.a. de Gouden Bocht. Maar de uniformiteit was toch beperkt, want de kavelgewijze gronduitgifte leidde tot veel verschillende architecten op een korte afstand. Opvallend overigens dat je dus met een bouwkundige plan op hoofdlijnen en een paar simpele regels en richtlijnen zo'n fraaie ordening kunt realiseren met particuliere inzet.
Het was de eerste grote ruimtelijke ordening van de moderne tijd. Waarom in Amsterdam? De stad had bij de vierde uitleg geld en macht, de bodemgesteldheid met water en slappe grond dwong tot nadenken en de vele vervuilende activiteiten in de uitdijende stad (leerlooierijen e.d.) vroegen om overheidsingrijpen om chaos te voorkomen.

Al met al lijkt het me dat schoonheid dus na een tijd kan ontstaan / wordt beleefd, zonder dat dat noodzakelijk bij het ontwerp wordt nagestreefd. En dat die multifunctionele schoonheid al wordt bereikt met een aantal slimme ruimtelijke ordeningsregels. En dat daarmee die multifunctionele schoonheid ook goed te handhaven is zonder dat er overheidsgeld bij moet. Of dat dan ook zo voor het landschap geldt is een interessante vervolgdiscussie.

Bernard Hulsman: Een schone maagd met stinkende adem in: NRC Boeken 31.3.2011

Geen opmerkingen: