woensdag 31 augustus 2011

Land in zicht

Onder de wonderlijke titel "Land in zicht" verscheen in juni een dossier van ESB (v/h Economisch Statistische Berichten). Met veel boeiende artikelen over de economie van natuur. In de vakantietijd kwam ik ertoe om ze te lezen, en van harte raad ik de special aan.
Mocht er over een paar jaar weer een dossier verschijnen dan doe ik hierbij met een vewijzing naar Kenneth Boulding's Spaceship Earth alvast de titel "Van nature schaars" cadeau. Maar verder valt er weinig op aan te merken.

dinsdag 30 augustus 2011

risico management

Berlijnse oester vanaf de Spree
De OECD publiceerde een nieuw standaardwerk voor risico-managment in de landbouw. Waarin een bijdrage van een aantal LEI collega's.
Het gaat vooral over de vraag wat de boer zelf kan doen aan het beheersen van zijn risico's en waar de overheid een taak heeft. In veel landen doet de overheid wel erg veel, en soms is dat vooral verkapte subsidiering. En leidt het ertoe dat boeren zelf minder aan risicobeheer doen terwijl zij de informatie hebben en beter de afwegingen kunnen maken dan een ambtenaar of politicus. Nederland brengt het er in dat verband overiges goed vanaf, vanuit economische optiek althans.
Een van de zinvolle aanbevelingen is dat de overheid vooral ook wat achteraf kan doen met de inkomstenbelasting en de sociale voorzieningen, als mensen onverhoopt in de knel komen.

Een aanrader, deze publikatie.


OECD: Managing risk in agriculture -policy assessment and design, Parijs, 2011

zondag 28 augustus 2011

De Poppe-Methode

Nu het vakantieseizoen voorbij is, stromen de souveniers binnen. Een bevriende bezoeker van de Deventer Boekenmarkt spotte een pocket die mogelijk aan deze blog was gewijd.
Maar dat is een persoonsverwisseling: HP journalist Karel Glastra van Loon schreef in 1993 een boekje over de cases van de milieu-activist (en SP lid) Remi Poppe. Hoe hij de grote vervuilers ontmaskerde, met illustere namen als Cindu, Uniser, Kemp, Zegwaard en Eternit. Affaires die de oudere lezer zich nog zal herinneren.
We zijn in de verste verte geen familie overigens. Maar toch leuk om cadeau te krijgen en wat stukken in te lezen. Staat ook leuk in je eigen boekenkast. Dank dus.

zaterdag 27 augustus 2011

save a whale - kill a cow?

Nu het vakantieseizoen voorbij is, stromen de souveniers binnen. Mijn nichtje deed me een T-shirt van de Azoren cadeau, op voorwaarde dat ik het op een lezing zou dragen. De blog telt ook, hierbij dus: beloofd is beloofd
Het T-shirt vermeldt de data uit FAO's a Livestock Long Shadow over de bijdrage van de veehouderij aan klimaatgassen. Of je met de beperking van veehouderij ook walvissen spaart is me onduidelijk (de natuur in ieder geval wel). Hoe het verder zit met de political economy van de Azoren is me niet helemaal duidelijk, men leefde er ooit ook van de walvisvaart, men heeft er veehouderij en er zijn zelfs op zijn Ibirisch ook dieronvriendelijke straatraces voor stieren. Het shirt zal wel typisch voor de toeristenmarkt zijn, vermoed ik.
Op het EAAE congress gaan we aanstaande week discussieren over hoe je beleidsrelevant onderzoek doet (ik treedt op als discussant) en we rijken prijzen uit voor het beste beleidsrelevante onderzoek. Misschien moet ik het T-shirt mee.

vrijdag 26 augustus 2011

balenwikkelaar

Mijn blues-blog (zie vorige post) viel in goede aarde, gezien de kijkcijfers en enkele reacties. Een toegift dus. De Drentse bluesopera begon met een optreden van een balenwikkelaar, zo een die een baal oppikt en dan met plastic omwikkelt. Een spectaculair gezicht dat het publiek stil kreeg.
Eerder blogde ik al over het design van de balenpers, en zaterdag zag ik in Lhee (ja dat ligt ook in Drenthe), bijgaande pers, die met twee kleuren plastic was uitgerust. Ik hou niet van dat plastic als het over mijn erf ligt te waaien, maar dit ziet er toch aardig uit. Een auto stopte en de inzittenden keken eens uitgebreid hoe het werkt. Ook wij stonden even stil bij deze moderne recreatieve attractie.

woensdag 24 augustus 2011

Groeten uit Gieten


Kermis in de Drentse BluesOpera
Met deze blog zou ik je graag willen oproepen om naar de Bluesopera van de PeerGrouP In Gieten te gaan – ware het niet dat ik de laatste voorstelling bezocht, afgelopen zondagmiddag. Een belevenis. Dat is locatietheater al snel, maar dit was spectaculair. Plaats van handeling: een weiland op het veen met zicht op het dorpssilhouet van Gieten (zie foto).
Het goot in Gieten: het begon met een onvoorziene onweersbui waarbij de tribunes moesten worden ontruimd, net nadat we gezeten waren. Of we de bui in de auto’s wilden doorbrengen – een goed besluit van de leiding, niet alleen met de gedachte aan Pukkelpop maar ook omdat er daarna prima weer was, hoewel de geluidsinstallatie niet ongeschonden door het onweer heen kwam. Maar voor die tijd had een bezoeker op de tribune al de lachers op de hand door te constateren dat net hem deze ellende weer overkwam – I’ve got the blues.

Onderwerp van de bluesopera is de ontwikkeling van het Drentse platteland, waarin het nieuwe wellness centrum De Hunzehof authentieke Drentse ervaringen aan de Brainport- en Mainportbewoners van West en Zuid Nederland gaat vermarkten. Want daar is gebrek aan aandacht. Die authentieke ervaringen zijn dan niet zozeer de bruine bonen van Bartje, maar nieuwe, geïntroduceerde “tradities”, die de autochtonen als nieuwlichterij zien: type schapen aaien, veenbaden en zwerfkei-massage. Kortom "happinez". Bovenal vraagt dat om een multifunctionele plattelandsomgeving, waarin het prima stalen hek moet wijken voor de rustieke houten variant.

De Hunzehof wordt gerund door een jonge dame Jenny die we in de innovatieliteratuur naar Mark Granovetter typeren als een weak tie: iemand uit het dorp die jaren in de stad heeft gestudeerd, weet wat een missiestatement is, en nu weer terug is. Een overbruggend bridging type. Maar innovatie gaat niet zonder weerstand. Haar plan doet de generaties-lange vete met buurman Bartels (van het stalen hek) opleven. Zoon Benny zit in een overname proces en wordt verliefd op Jenny. Jenny weet ook hoe ze moeder Bartels met een gratis wellness dagje moet bespelen en die kiest als in de klassieke bedrijfsovername verhoudingen partij voor haar zoon en leidt vader na de nodige strijd van het bedrijf af. Het wordt zijn ondergang - I've got the blues.

Het bedrijf is echter aan de kleine kant voor de modernisering en dat wordt nog erger als de gemeente de pacht van 15 ha op zegt. Daar zit de import-wethouder achter, die ambiteus het beste voor heeft met de werkgelegenheid en zich ook door Jenny voor haar karretje heeft laten spannen, in zijn eigen golfkarretje overigens. Al eerder waren andere boerenzoons uit de zuipkeet gevallen voor de werkgelegenheid van de Hunzehof. De opvattingen van de bezoekers van deze Ponybar weerspiegelden wel enigszins wat Gronings hoogleraar Dirk Strijker vorige week in zijn column in de Boerderij na onderzoek vaststelde: we zijn autochtoon, tikje introvert en vooral voor export en tegen import.

Verliefd en uit noodzaak kiest Benny Bartels dus voor een partnerschap in de Hunzehof en tekent de verkoop van zijn land. Hij wordt manager maar heeft moeite te begrijpen dat je dat werk pas goed doet als je niets zelf doet. Als het businessplan voor eigen bedrijf ontbreekt wordt het elders ook lastig er mee te werken. De Bartels die van rekenen hield was blijkbaar geen familie, Jenny is berekender dan Benny. En daarmee is ook de ondergang getekend - I've got the blues.

Tot slot de opbeurende woorden van de bluesminnende duivel (een rol die voorzien was voor Harry Muskee): "Je zit op een goudmijn. De blues is gestolde pijn. [..] Geluk is overgewaardeerd. Lifestyle is geneuzel, glossy happinezpraat. Van blije mensen krijg ik jeuk. Lijden is de kunst".

Kortom een mooie bluesopera. Kester Freriks schreef er een paar weken geleden al lovend in de NRC over, en dat bracht ons dan ook in Gieten. Natuurlijk extra leuk voor de Westside Story en Hair generatie die geniet van de referenties aan Q65, Brainbox en natuurlijk de nieuwe uitvoerigen (door geweldige muzikanten) van de Cuby klassiekers Windows of my eyes (nu als bijna akoestisch liefdeslied) en Appleknockers Flophouse. (voor de jongere lezer link ik naar live optredens van de orginelen).

De boerenleenbank
presenteert de cijfers
Voor de agrarisch georienteerde gaat de prijs voor de beste bijrol natuurlijk naar alle landbouwmachines die worden ingezet. Voor dat het verhaal zich afwikkelt zien we een demo van een moderne balenwikkelaar die een van de honderd strobalen nog eens omwikkelt, de kermis wordt verbeeld met een ronddraaiende graafmachine en een moderne hooischudder. Plezier beleefde ik ook aan de Ford 5000 die voor op het "schouwtoneel" bij een forse stop nog lekker een paar meter doorgleed over het natte veen - omdat ik in een ver verleden vele uren precies dat model heb bestuurd en er op die wijze nog eens eentje in de sloot heb geparkeerd.

Tot slot de vraag of we professioneel nog wat met zo'n uitje kunnen. De auteurs hebben de situatie wel getroffen en ik heb ze niet op foutieve interpretaties kunnen betrappen. Eentje maar, en die wordt veel gemaakt: "het gaat slecht met de agrarische sector". Ze zullen wel bedoelen: het gaat slecht met veel boerenbedrijven, die kunnen alleen bestaan door ook een inkomen van buiten het bedrijf te behalen en door forse inkomenstoeslagen van de belastingbetaler. Velen zijn te klein en worstelen met de toekomst van de grond waar de familie al generaties op boert. Dat is waar.

Maar een van mijn eerste LEI directeuren, wijlen Jan de Veer, heeft me al eens uitgelegd dat dit niet noodzakelijk betekent dat het slecht gaat met de sector op macro-niveau. Als je door Drenthe rijdt zie je ook mensen die mooie nieuwe, grote melkveebedrijven hebben neergezet. En in de suikerbieten is de efficiency door hogere opbrengsten de laatste jaren sterk verbeterd. Maar het is nu eenmaal de tragiek van de landbouw dat we door die steeds grotere machines (vergelijk een moderne John Deere met de ooit grote Ford 5000) met minder mensen en dus bedrijven hetzelfde kunnen produceren, en mensen zich nuttiger kunnen maken in andere sectoren - en consumenten hun geld aan computers of kaartjes voor theater kunnen besteden in plaats van voedsel (ja dat is te goedkoop omdat we milieueffecten niet inprijzen). Dat levert persoonlijke tragiek op, maar daarom gaat het niet per definitie slecht met de sector.

Ten tweede de vraag of ik anders ben gaan denken over plattelandsontwikkeling. Ja en nee. Nee, omdat veel wat hier getoond werd een tragiek is die ook al bestond zonder plattelandsontwikkeling. De bedrijfsovername, de modernisering, het wel of niet "meegaan met de tijd" en de buren-vetes die generaties doorgaan. Menig streekroman staat er vol mee en dat speelde ook al bij de komst van de melkmachine. De blues is niets nieuws.
Ja - omdat de bluesopera weer eens haarscherp in kaart brengt wat voor psychologische, sociologische, economische en vooral politieke elementen er spelen in de ontwikkeling van een lokale gemeenschap. Plattelandsontwikkelingsconcepten van buitenaf, uit Den Haag of Brussel, zijn daarin niet neutraal maar kiezen voor een visie en kunnen vernieuwing brengen maar een gemeenschap ook splijten en tot persoonlijke tragiek leiden. In transitie-onderzoek hebben we wel eens geconstateerd dat we daarbij naief zijn over de politieke dimensie van transities. Goed dat de kunst ons daar bij de les houdt en zelf zo helpt om een gemeenschap bewuster te laten kiezen. Zo kan kunst ook een goede rol spelen in transities om zaken bespreekbaar te maken. Ook dat is al eens in transitie-onderzoek naar voren gebracht.
Als de kunstsubsidies op zijn, zou dit van mij alleen al daarom door het Leader-programma gesteund mogen worden.

O,ja - er komt nog een uitvoering in Carre. Vermoedelijk zonder ronkende tractoren, maar gaat dat zien. En RTV Drente heeft het opgenomen, dus wie weet wil een van de Nederlandse zenders dat nog eens uitzenden.






Posted by Picasa

dinsdag 23 augustus 2011

Uit de vrije boerenrepubliek

 Bezoekers aan Lowlands hadden het oude Flevohof-terrein voor de muziek, maar konden op weg erna toe toch nog genieten van tal van combines die proberen de tarwe tussen de buien door nog een beetje droog binnen te halen. Wij reden door voor een bezoek aan de vrije boerenrepubliek, wat Drenthe in de Middeleeuwen was.

Voor de bloeiende hei moet je er nu zijn. We bezochten eerst de grote stille heide van het Dwingeloërveld. Die stil is omdat vanwege de radiotelescoop de mobiele telefoons uit moeten. En die nog stiller wordt omdat het Noorderveld ook in natuur wordt omgezet en de afgegraven toplaag een geluidswal langs de A28 wordt. Mooier nog is nu het Mantingerveld. Bloeiende hei en een geweldig jeneverbesstruikenbos, bij elkaar een onnederlands landschap. Gaat dat zien.

En de dinertip: de brasserie van het hotel in Frederiksoord – de kolonie van de Maatschappij van Weldadigheid. Hier werd de armoede al in de eerste helft van de 19e eeuw bestreden met de introductie van verbeterde subsistence landbouw: huisjes met 3 morgen (2,6 ha) grondontginning waarop men een eigen bestaan kon opbouwen, onder leiding van ambtenaren (er waren ambtenarenhuisjes) en met een bosbouwschool en een tuinbouwschool. Plan van Generaal van den Bosch, dus het ging er voor onze begrippen wat streng aan toe. Maar het was geen Veenhuizen, dat een echte strafkolonie was. En waarover een mooi bluesnummer bestaat, een cover van Johnny Cash’ San Quentin.

Want Drenthe, dat is blues – zand of veen, armoede, ellende en jenever. Volgens Harry ‘Çuby’ Muskee het Louisiana van Nederland. Sinds zijn Groeten uit Grolloo heeft hij een punt. Dat was de echte reden van ons bezoek aan de vrije boerenrepubliek. Waarover binnenkort meer.

Posted by Picasa

zaterdag 20 augustus 2011

Transitie en sociale theorien

Een paar jaar geleden publiceerden we het boek hier links, waarin we het werk van Wageningen over transities aan theorie probeerden te verbinden. Sinds een aantal maanden is er een waardige opvolger. Door alle drukte kwam het er nog niet van om het te lezen, maar afgelopen weken is dat toch gelukt. Transformation and sustainability in agriculture - connecting practice with social theory is een boeiende verzameling papers.
In het eerste deel vatten een aantal Wageningers in aparte hoofdstukken sociale theorien toe: nieuwe institutionele economie van o.a. Douglas North, sociale systemen volgens  Niklas Luhmann, sociale netwerken volgens Mark Granovetter (met zwakke en sterke bindingen), twijfel management van Karl Weick, macht volgens Michel Foucault en (marxistisch) materialisme van Ted Benton. In al die papers wordt gekeken of er ook koppelingen gelegd kunnen worden met de transitietheorie zoals die in Nederland gangbaar is.
Daarna volgen een aantal hoofdstukken met Nederlandse transitie-projecten waarin de auteurs een poging wagen te verklaren wat er gebeurd of moet gebeuren door het project volgens al die theorien te bespreken. Zodat goed duidelijk wordt dat de werkelijkheid te gecompliceerd is voor 1 theorie en dat meervoudige interpretatie zinvol is. Sommige verklaringen vullen elkaar aan en het leidt tot meer inzicht, wat theorie op zich ook al doet, zo was de boodschap van het vorige boek. Maar meerdere theorien is nog beter.
Aanbevolen dus.

S. Vellema (ed): Transformation and sustainability in agriculture. Wageningen Academic Publishers.

vrijdag 19 augustus 2011

duurzaam doodgaan

Begraven of cremeren? In de NRC van gisteren deed Marjon Weijzen verslag van TNO onderzoek naar de vraag wat het beste is vanuit duurzaamheidsoptiek. Om maar met het antwoord te beginnen: begraven kost 89 euro meer aan duurzaamheidskosten dan er op de rekening staat, cremeren 31. Dan zijn er nog moderne technieken als resomeren en cryomeren waarin het lichaam met chemicalien wordt opgelost en als je dan materialen terugwint zijn de effecten zelfs nul (omdat het winnen elders van die materialen zoals goud zeer onduurzaam plaats vindt). Overigens is er meteen al discussie over de vraag of de uitkomsten niet teveel op industriedata rusten, en wel onafhankelijk genoeg zijn.

Ik meld dit onderzoek hier maar eens even - niet omdat ik daar zo nodig over na wou denken maar omdat het voor het gebied van voedsel en natuur ook interessant is. Om te beginnen de methodiek: TNO rekent die kosten uit met schaduwprijzen, dat is niet al te moeilijk en ik vind al een paar jaar dat dat binnen de agro-sector veel te weinig gebeurt. Het zou in de duurzaamheidsdiscussies helpen als we elkaar niet alleen kostprijzen van Nederlands en Braziliaans varkensvlees en melk onder ogen kregen, maar ook de werkelijke maatschappelijke kostprijzen ervan. Als het kan over doodgaan, mag het dan ook over hoe we leven?

Dat te meer omdat het ook discussies in perspectief plaatst. Die tussen cremeren en begraven is redelijk onzinnig als je uitrekent dat verreweg de meeste onduurzaamheid zit in de voorfase: het autoverkeer rond de plechtigheid, de bloemen e.d. De onduurzaamheidskosten van 89 euro zijn ook betrekkelijk bescheiden op de totale rekening. Dat is bij sommige land- en tuinbouwproducten wel anders. En voor de echte cynici: de externe effecten op milieu komen natuurlijk van het feit dat we leven, dus doodgaan is best goed - met die troostvolle gedachte begint ook de NRC zijn artikel.

En de kenner van dit type onderzoek vraagt zich natuurlijk meteen af waar de systeemgrenzen van de producten liggen: is er bij begraven rekening meegehouden dat dit een mooi kerkhof oplevert met veel natuur en biodiversiteit -positieve externalities? De krant meldt dat er inderdaad rekening is gehouden met landgebruik, maar dat is altijd negatief, dat zou nooit positief kunnen worden ook al groeien er nog zoveel zeldzame rodelijst soorten of is het een groene long in de stad. Dat lijkt me een discussie waard.
En moet je ook weer rekening houden met de milieukosten die dat weer oproept van mensen die een graf bezoeken?  of mag je dat wegstrepen tegen het feit dat ze misschien ook wat aan hebben?

Enfin, een mooi artikel. Hopelijk wordt het bij de agrofood multinationals als Vion en FrieslandCampina of retailers als Ahold ook gelezen, en willen ze zich spiegelen aan Yarden, die al in 2005 een vergelijkbaar onderzoek bij de TU Delft sponsorde om materiaal te hebben om zijn klanten goed te adviseren. Voor full transparancy; bij leven heb ik daar wel belang bij.

maandag 15 augustus 2011

economie van insecten

We moeten in het kader van de wereldvoedselvoorziening -volgens sommigen- meer insecten eten. In de eerste file na de zomer (die er niet was, de zomer bedoel ik) beluisterde ik vandaag Herbert Blankestein op BNR Radio die er eens even op de nieuwe media naar gekeken had.
Hij had twee interessante observaties. Allereerst dat we mogelijk sneller gewend zijn aan het idee van insecten eten als ons verteld zou worden hoeveel we er nu al eten. Zo ligt het aantal fruitvliegjes dat een ons tomatenketchup mag bevatten, veel hoger dan ik -en de radiomaker- me ooit gerealiseerd had.

Het tweede is dat de prijzen van een kg insecten zo schrikbarend hoog liggen dat het zelfs bij een fors leer-effect, veel massaproductie en het verlaten van een skimming-prijszetting van novelties (de eerste jaren de prijs vragen die de meest enthousiaste kopers willen betalen) toch fors duurder lijkt te blijven van een kg van de beste biefstuk. Zodat de insecten niet meteen de oplossing voor honger lijken.

zondag 14 augustus 2011

omgevingsrecht

Het Ministerie van I&M heeft zonder veel publiciteit een bundel over het omgevingsrecht gepubliceerd. Ik kwam daar achter toen ik het afgelopen week nodig vond eens even te kijken hoe het met mijn eigen omgevingsrechten zit.
Het is een bundel die al weer vooruitblikt op een nieuw omgevingsrecht na de nog zo jonge Wabo. Een gedachtengang die indertijd bij VROM is ingezet. Met enkele LEI collega's leverde ik een bijdrage, die nu blijkbaar toch heel stilletjes de digitale openbaarheid heeft gehaald. Reden voor reclame dus.

zaterdag 13 augustus 2011

Oxo

Vanwege 50 jaar Muur,
nog 1 keer Berlijn
Ooit kwamen we er op een Belgisch terras achter dat Oxo geen warme chocolademelk is, maar runderbouillon. Type Maggi of Knor. Gisteravond legde Wouter Klootwijk in de NRC uit dat Oxo ouder is dan die twee en eigenlijk Liebig heet. Ooit een wereldberoemde merknaam, bekender dan Maggi, maar blijkbaar toch niet bekend genoeg.
Klootwijk had bij Delhaize een potje op de kop getikt met het orginele merk, en de handtekening van Justig von Liebig. Inderdaad, die van de uitvinding van de kunstmest en waarnaar dus een Duitse universiteit is genoemd. Hij was ook de eerste die een vleesextract maakte en op de markt bracht.

vrijdag 12 augustus 2011

agro communicatie

Op LinkedIn loopt er een discussie over Agro-communicatie: moet de sector zich nostalgisch presenteren met de rietgedekte boerderij en de koe in de wei, of juist de moderne kant laten zien. De discussie en de regenachtige middag verleidde me tot een post:
* zou het niet zinvol zijn minder normatief te communiceren met burgers over wat goed / duurzaam / leuk is en wat niet, maar met hem of haar op ontdekkingstocht te gaan en te zien dat er heel veel heterogeniteit is bij burgers en consumenten en in productiesystemen. Agro komt uit een eenvormig systeem en moet leren om te gaan met heterogeniteit. Het is dus niet ajax-feijenoord maar ook aandacht voor vrouwenvoetbal en wist je dat er beachvolleybal bestaat.


* aan het eind van de Coolsingel in Rotterdam ligt het museum van de oude haven. En iedereen weet dat verderop de nieuwe Maasvlakte ligt. Die laatste heeft de eerste nodig voor draagvlak. Kunnen we zo communiceren dat we laten zien dat agro niet iets statisch is, maar iets dat zich ontwikkelt en dat we daar deels keuzes in hebben en deels ook helemaal niet omdat dat Nederland ver te buiten gaat?

Voor wie op LinkedIn wil posten: hier is de link naar de groep Netwerk Platteland.

donderdag 11 augustus 2011

lijstje: DNA van innovatoren.

Het wordt weer eens tijd voor een lijstje. HBS-guru Clay Christensen publiceerde eerder 'The innovators's dilemma', een veel gelezen boek over disruptive innovations (ontregelende vernieuwingen). In zijn nieuwe boek "The innovator's DNA" komt hij met zijn co-auteurs tot het volgende lijstje van 5 geestesgesteldheden van innovatoren:
  1. associerend
  2. bevragend
  3. observerend
  4. netwerkend
  5. experimenterend
Aldus een voorbespreking van het boek in The Economist van afgelopen weekend

woensdag 10 augustus 2011

Langs de Westerschelde

Land van Saeftinge- detail
In eerder werk in de Zuidwestelijke Delta heb ik er hartstochtelijk voor gepleit veel meer verhalen over het delta-landschap de wereld in te helpen. En dan niet zozeer over de huidige politieke strubbelingen rond delen van die Delta, maar over het landschap, de historie en de vele veranderingen - de delta is een metafoor voor het leven. Er gaan veel interessante verhalen schuil achter 1953. De ramp en de kust domineren het beeld, er is zoveel meer relevants te vertellen van dit gebied.

Afgelopen weekend kreeg ik een fraai boek uit 2003: Het Verdronken Land van Saeftinge en de Westerschelde, van Chiel Jacobusse en Misjel Decleer. Uitgegeven in Leuven. Biografische gegevens ontbreken maar je vermoed bijna dat de auteurs Vlamingen zijn -en anders zijn ze zeer goed geintegreerd. Ze laten ons delen in de mooie natuurwaarden langs de Westerschelde en bespreken daartoe alle natuurgebiedjes van het Zwin tot Saeftinge. Alle natuurgebieden tot Saeftinge zijn deel I en Saeftinge zelf deel II in het boek.

De auteurs verwijzen enkele keren naar een stafkaart waarop je zo mooi de polders kunt zien en het landschap kunt leren lezen, maar die zit er helaas niet in - de wel opgenomen kaart is rudimentair. Maar dat is dan ook de enige dissonant. Fraaie fotografie, mooie teksten.

Vooral ook omdat ze je niet alleen warm maken voor de natuur, maar ook interessante kennis delen over de historie en je het landschap leren lezen. Hoe je aan de poldervormen kunt zien dat Cadzand een eiland is, hoe Groede gespaard bleef in WO-2 door de Rode Kruispost, de Catspolders, de geschiedenis van het Zwin tot en met de internationale dijk en de Willem Leopoldpolder die naar de beide koningen van dat moment is genoemd; Retranchement natuurlijk. En dat de mosselvissers in Philipinne daar terecht kwamen uit het Belgische Boekhout, dat ook al verzandde - hun klanten kwamen pas later, met Belgisch nummerbord.

De auteurs leggen uit hoe buitendijkse welen nog wel eens dicht wilden slibben en je dus alleen een bocht in de dijk ziet, maar binnendijkse welen nog getuigen van de dijkdoorbraak. Dat je aan dijken in de Zak van Zuid Beveland kunt aflezen waar de zee was (de flauwe kant, het talud aan de binnenkant was stijler). De historie van de Yerseke Moer en de vervening.
Wat ik ook niet wist is dat veel percelen die in de Zak van Zuid Beveland een lindeboom in het veld hebben staan, ooit van de kerk waren. En die liet ze aanplanten omdat Napoleon minder belasting hief op bospercelen dan landbouwpercelen en dat bospercelen gekenmerkt waren door minimaal 1 linde per perceel...
En dat is dan alleen deel I. Uit deel II citeer ik slechts dat de Hedwige van 1907 is en Saeftinge in de jaren 50 van inpoldering is gered door Antwerpen, dat voor overstromingen vreesde bij minder waterberging.

O ja, nog een kritische noot over onze natuuropvattingen: ook de oude veerpleinen zijn nu natuur. Met unieke soorten die door vrachtauto's zijn meegebracht uit Zuidelijker streken en op de veerpleinen uit de banden en dekzeilen vielen. Tja, zo kun je ook trots zijn op invasiesoorten - maar als dat de achtergrond van uniciteit binnen de nationale grens is, laten we dan toch onze schaarse middelen niet aan veerpleinen-natuur besteden maar aan Delta natuur. Hoezeer veerpleinen eigenlijk ook kenmerkend zijn voor een delta....

Kortom aan verhalen geen gebrek, ik blijf erbij dat er ruimte is voor een mooi delta bezoekerscentrum zoals elk goed nationaal park dat heeft bij de ingang. Aan de voet van de Brabantse wal, tussen de spoorlijn en de A58 bij de afslag naar Antwerpen.

maandag 8 augustus 2011

Boerentelling

Nog 1 keer de leegte van Hitland
Vraagje voor wie deze zomer door Europa getrokken is: hoeveel boeren zijn er in de EU?
Het antwoord lees je in mijn nieuwe column op Boerenbusiness, de website (ze lanceren dezer dagen ook een mooi magazine, de oude media zijn nog niet helemaal afgeschreven). Zijn het er 2 of 14 miljoen?

zondag 7 augustus 2011

FAO experts

Hitland (zie de blog van gisteren)
De FAO heeft de hulp in geroepen van twee expert panels die hun licht hebben laten schijnen over twee onderwerpen die in de landbouwpolitiek zeer in de belangstelling staan: speculatie en landgrabbing.
De rapporten zijn nu online beschikbaar. Hier de links:
over prijsbeweegelijkheid en voedselzekerheid
en:
over grondbezit en internationale agrarische investeringen

zaterdag 6 augustus 2011

Hitland

Met goed wandelweer en gezellig gezelsschap wandelden we gisteren door Hitland. De buurschappen lezen als een Greatest Hitsverzameling: Klein Hitland, Ver Hitland, Groot Hitland. Tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en deze Hollandse IJssel zelf, richting Moordrecht.

Mooi groen gebiedje, omgeven door de stad. Met langs de randen dus nog een paar projecten voor nieuwe zeer luxe huizen (zo te zien in rood voor rood constructies), die bedacht lijken te zijn in de tijd dat de financiele crisis nog niet had toegeslagen en de huizenprijzen nog stegen. Mooi bewijs trouwens dat groen de woningwaarde verhoogt.

Ik wist dat "hit" verwijst naar paard, een niet ongebruikelijk woord in vroeger tijden. Dit paardenland was nodig omdat hier langs de IJssel de fabrieken stonden van de gele IJsselsteentjes (gebakken uit rivierklei), en die gebruikten veel paarden voor transport, bv. toen er in de Middeleeuwen in de steden niet meer met hout mocht worden gebouwd vanwege het brandgevaar.

Een hit was eigenlijk een klein paardje. Sterker, oorspronkelijk was een hit een pony, en dan met name de kleine pony die bekend staat als een Shetlander. Want, zo leerde ik uit het wandelgidsje, Shetland is een verbastering van zijn oude naam die de Vikingen aan de eilandengroep gaven: Hitland. Waarbij er volgens een Shetlandse wiki mogelijk een lokale stam vernoemd is die de Katten (Cats) heette.

donderdag 4 augustus 2011

uit de Vk

nog een plaatje uit Berlijn
De Volkskrant heeft een zomerserie over groenten. Vandaag de rucola. Alle rucola die te eten wordt aangeboden is van de wilde varinat, dus het heeft geen meerwaarde als dat apart vermeld wordt. De tamme bestaat wel, maar heeft geen smaak.
Interessant is vandaag ook het interview met Peter Klosse, gastronoom van de Echoput en gepromoveerd op het classificeren van smaak.
Hem wordt gevraagd bij welke toekomstschool hij hoort als het om eten gaat: "de romantische of technologische, Slow Food of Wageningen UR?". Alleen al de vraag zullen sommigen aan de Hollandseweg in Wageningen niet leuk vinden, maar het antwoord van de geinterviewde is m.i. zeer realistisch. De markt segmenteert, voor beide is een plaats en die mensen wonen door elkaar heen. En genomics is ook nodig voor nieuwe aardappelen die niet vatbaar zijn voor ziektes. Elke mens zijn eigen moestuin, laat staan koe gaat het niet worden. Maar de dieren gaan wel naar plekken waar we ze niet zien. De Maasvlakte of Argentinie. Zoals de Mekongdelta al een intensieve vishouderij is. En er komen perfecte biestukken van soja uit het lab. Kortom: lees de Volkskrant van vandaag.

woensdag 3 augustus 2011

geen bbq

Het Rode Stadhuis in Oost-Berlijn,
de naam komt van de baksteen
De zomer is vandaag weer ver te zoeken en het is veel minder warm dan ik  uit de voorspellingen had afgeleid. Intussen is het klimaatsonderzoek een bedrijfstak op zich is geworden. Het aantal onderzoeksrapporten rond klimaat is niet meer bij te houden. Voor wie er vandaag een aanbeveling wil: hier een link naar het Engelse Committee on Climate Change, die de overheid adviseren over klimaatmaatregelen. Ze hebben hun 3rd progress report uit, met een hoofdstuk over landbouw (chapter 5, apart downloadable). Met daarin de aanbeveling om ook te kijken naar een wijziging van ons menu, met verminderde consumptie van vlees en zuivel - en daarbij alle instrumenten van voorlichting tot belasting in overweging te nemen.
Eigenlijk maar goed dus dat het vandaag geen bbq weer is.

dinsdag 2 augustus 2011

kunstmatige economie

Een Belgische Blauwe,
ooit in Gent gefotografeerd
We hadden al kunstmatige inseminatie en dito intelligentie, nu is er ook kunstmatige economie: artificial economics. Dat is een computermodelering die economische systemen probeert te verklaren door ze te modeleren als een maatschappij van intelligente software agenten.
Je maakt dus een computerspel van actoren (agenten in het jargon) die je programmeert (letterlijk, in hun software) met een bepaald type gedrag en een bepaalde uitgangssituatie (rijk, arm, wel of niet erg risicomijdend etc) en die laat je op elkaar reageren (bv. handelen, of concurreren om de melkquota) en je kijkt wat er na x spelrondes is verandert in deze "mini-economie".
Vroeger waren computers daar niet krachtig genoeg voor, je was in de jaren 60 al blij als je een optimaal bouwplan van 1 bedrijf kon doorrekenen en dat deed je dan voor het gemiddelde Veenkoloniale bedrijf. Nu kun je ze allemaal programmeren met hun eigen situatie en op elkaar in laten werken.

Een aantal collega's houdt er binnenkort een congres over en publiceerde alvast een special issue van het tijdschrift Lecture Notes in Economics and Mathematical Systems. Sommige bijdragen gaan over de landbouw of voedselketen, andere over bv. financiele markten. Of de dynamiek van markten.
Een van de laatste papers van het boek gaat over de Indiase mango-sector en nog weer een stap verder. Je kunt niet alleen de mango-keten zo als kunstmatige economie met agenten modelleren, je kunt ook mensen van vlees en bloed in de simulatie mee laten doen door een van de agents te vervangen door iemand (een mango-teler of een student of wie dan ook) die het spel mee wil spelen. Als training voor jonge boeren of juist omdat je het gedrag van die persoon in allerlei (fictieve maar net echte) situaties wil observeren.

Gezien de nog steeds groeiende computerkracht, de toenemende diversiteit van actoren in de samenleving en de behoefte aan interactiviteit in plaats van alleen maar ingewikkelde econometrische modellen voorspel ik dit vakgebied al een tijdje een grootse toekomst. Zou het niet leuk zijn om gezien de afschaffing van de melkquota met grote groepen jonge boeren in bv. Nederland en zo mogelijk hun eigen data en die uit hun regio het grootse melkspel te ontwikkelen en te spelen? Wat met mango's kan, moet met melk ook kunnen. Of is dat niet intilligent genoeg en te kunstmatig?

Sjoukje Osinga, Gert Jan Hofstede en Tim Verwaart (eds): Emergent results of Artificial Economics in: Lecture Notes in Economics and Mathematical Systems 652, Springer Verlag

maandag 1 augustus 2011

Plattelandsbeleid en hypotheekaftrek

Aardig optrekje op de Graslei
in Gent
Als het platteland van ZeeuwsVlaanderen leegloopt, waarom zouden daar dan geen Vlamingen gaan wonen met een baan in Gent of Antwerpen? Die vraag stond vorige week centraal in een artikel in de NRC, naar aanleiding van een actie in deze streek de zuiderbuur over de grens te trekken. Antwoord: gebeurt nauwelijks, en dat zou komen door verschillen in architectuur en wooncultuur. De Vlaming is met een baksteen geboren, zo wil het gezegde, en wil geen rijtjeshuis waar je niet aan kunt bouwen. Typerend is dat er geen woningcorportaties in het Vlaamse zijn.

Allemaal waar stelt em. prof. Hugo Priemus (TU Delft) afgelopen zaterdag in een ingezonden brief, maar bovenal: it's the economy, stupid. Door de royale hypotheekaftrek hier ten lande zijn woningen hier zo'n 20% duurder, daar trek je geen Vlaming mee. (Sterker: nu die aftrek ook geldt voor Nederlanders die een huis in Vlaanderen kopen maar hier belastingplichtig blijven, neemt de waardering voor ons systeem van de Vlamingen die nu uit de markt gedreven worden, vermoedelijk niet toe). Priemus stelt dan ook dat afschaffen van de hypotheekaftrek een weldadig effect zou geven op een krimpgebied als Zeeuws-Vlaanderen.

De brief deed me terug denken aan een artikel in ESB van -als mijn geheugen me niet in de steek laat- dezelfde hoogleraar eind jaren 70. Ik heb dat helaas nooit terug kunnen vinden, maar er staat me van bij dat er zeer opvallende verschillen in de woningmarkt tussen Nederland en Belgie zijn die een historisch-institutionele verklaring hebben. Grofweg was de analyse (of wat ik me daarvan herinner) dat sinds WO-1 in Belgie veel meer vrouwen werken (mannen naar het front) dan in het neutrale Nederland. Nederland koos dan ook na WO II veel bewuster voor de vrouw achter het aanrecht en richtte de sociale wetgeving en belastingsysteem zo in dat de prikkel voor de partner om te gaan werken gering was (met dus ook verschillen in kinderopvang e.d.). Belgie had een goed vertakt spoorwegnet en is wat kleiner, zodat mensen bleven wonen in hun dorp en niet te beroerd zijn dagelijks van Brugge naar Brussel te sporen. In Nederland was er veel meer interne migratie: Rotterdam bestaat uit Zeeuwen en Brabanders, Amsterdam uit Groningers en Friezen.
Dat in eigen dorp blijven wonen met beiden een baan leidde tot een hoog percentage eigen woning bezit (zodat je ook niet snel verhuist). Daar kwam nog bij dat Nederland na WO II een zeer slecht woningbestand had, met veel oorlogschade (Rotterdam, Nijmegen, Arnhem, Den Haag, Middelburg to name a few) en verkrotte wijken uit de depressie (waarbij mensen als Wibaut al het voorbeeld van een projectmatige aanpak hadden gegeven). Belgie werd snel bevrijd en kwam er veel ongeschondener uit. De Belgen bleven dus bij hun eigen woning bezit en het sporen naar het werk, de Nederlanders kozen voor de migratie, grootschalige woningbouw in nieuwbouwwijken (nu: Vinex), met daarbij een opvallende rol voor corporaties en projectontwikkelaars, ten koste van lokale aannemers en zelfbouw.

En zo woont de Belg vaker op het platteland en heeft het veel meer verkeersdoden (relatief) door al die lintbebouwing. Ik vind het altijd fascinerend hoe tot op zekere hoogte die zaken met elkaar samenhangen. En terug naar de landbouw zit er ook nog een leuke onderzoeksvraag voor een scriptie in: is de verhouding tussen burger en boer in Vlaanderen minder scherp dan in Nederland, zo ja komt dat bv. tot uiting in het feit dat de Boerenbond veel meer ook een plattelandsorganisatie is (met niet alleen professionele boeren als lid) dan bv. NLTO en is dat (deels) verklaarbaar uit het historisch woningmarktbeleid ?