vrijdag 15 juni 2012

Diversiteit in teams


Voor sommige beroepen helpt het om een beetje een afwijkend karakter te hebben. Zo is er een samenhang tussen dyslexie en ondernemerschap. 35% van de ondernemers zegt er last van te hebben, tegenover 10% van de bevolking in zijn totaliteit en maar 1% van de managers. Managers worden geacht te lezen en te mailen. En dyslectici hebben geleerd te delegeren. ADD (attention-deficit disorder, ook wel ‘alle dagen dromerig’) gaat ook veel samen met ondernemerschap. Dat zou samenhangen met creativiteit als gevolg van snel afgeleid zijn en dan bedenken of iets niet beter kan. Ook zouden risico’s laag worden ingeschat.

In de computerwereld kom je veel mensen tegen die wat minder hebben met sociaal contact en soms ronduit autistische trekjes hebben. Volgens sommigen is het internet er voor uitgevonden. Een recent onderzoek toonde aan dat in de high tech cluster Eindhoven e.o. autisme significant meer voorkomt dan in een paar qua omvang vergelijkbare steden. Goede computerprogrammeurs hebben wel wat gemeen met mensen met een Asperger syndroom: een obsessieve interesse in nauw-gedefinieerde onderwerpen, belangstelling voor getallen, patronen en machines. En verslaafd aan herhalende taken.

Volgens The Economist, waaruit ik deze inzichten citeer, is dat allemaal een zegen voor de gewone manager die kan lezen, schrijven en sociaal invoelend is. Een goed draaiende organisatie kan niet zonder al deze categorien en aan de manager de schone taak voor de optimale samenwerking te zorgen. Zo worden we door ons huisblad weer bij de les gehouden.

Zie: The Economist / Schumpeter blog: In praise of misfits, 2 juni 2012.

Geen opmerkingen: