woensdag 29 augustus 2012

Marx' Kapitaal

We zetten de historische wandeling door het economisch denken voort, ik begrijp dat er mensen zijn die het een leuke ah-erlebnis vinden vande oude college-stof. Dan zijn we dus toe aan Karl Marx en Das Kapital. Ik kocht mijn versie begin jaren zeventig, natuurlijk in Amsterdam, toen ik aan het Raamplein aan de HES studeerde.
Nooit uitgelezen, wat eigenlijk tegen mijn principe is. We vonden het toen bon ton om in het cafe te beweren dat we op pagina 29 gestruikeld waren over de eerste voetnoot die langer dan een pagina was. Wat dan terecht de hoon opriep van de kant van UvA-studenten die beweerden dat die bewuste voetnoot pas honderden pagina's verder kwam. Enfin, later vertrok ik naar bedrijfseconomie in Rotterdam, en daar was de cafe-uitspraak (inmddels 1980) meer in de sfeer van "wie Marx niet op zijn 20e aanhangt heeft geen hart, en wie het op zijn vijftigste nog doet, geen hersens". Aan dat alles moest ik aan denken toen ik een maand geleden op IJsland een mooi paper over Marx las. Kan ook de invloed van de zwavelvelden zijn geweest.

Een paper van een Nederlandse auteur, zo kwam bij toeval bij terugkomst in Nederland ter sprake, Geert Reuten (jazeker van de UvA, misschien bekender als senator voor de SP). De auteur heeft oog voor detail want hij zit in de tweede alinea al bij de voetnoten. Terecht om even het misverstand weg te nemen dat het woord "communistisch" in Het Kapitaal een rol speelt. Het C- woord wordt zo'n 5 keer genoemd in voetnoten. Ongeveer 5 van de 2200 pagina's gaan over de toekomst van de maatschappij, zo heeft de auteur geteld. Voor het communisme moet je dus bij een eerder manifest van Marx en Engels zijn.
Marx wilde met zijn opus magnum namelijk een uiterst ambitieus project afronden: een complete systeem-analyse van de maatschappij op economisch, sociaal, politiek en historisch niveau. In 6 delen. Dat heeft zijn gezin geweten, en het is uiteindelijk niet gelukt.
Dat analysekader hing dan weer samen met het idee van Marx over het historisch materialisme (ik leerde van Reuten dat de term niet van Marx zelf is). Het idee dat er een economische onderbouw is (base structure) die de basis is voor een sociale structuur (superstructure), de bovenbouw. Bij die lagen horen ook klassen, die het werk doen en die van de rent leven. Ik vermoed dat het lagenmodel in de institutionele economie van Williamson daar een moderne variant van is (maar daar gaat er over verandering en transities van instituties, niet over klassen).
Wat ik ook leerde is dat Das Kapital een Kritik is volgens Duitse traditie. Niet een externe kritiek, maar een doordenken en evalueren van een object op basis van de normen en standaarden van dat object zelf. Van binnen uit dus. Marx drijft de economische theorie van dat moment dus tot zijn uiterste consequentie.
Reuten geeft verder een mooi schema van hoe het boek in elkaar zit. Het wordt er een stuk helderder van. En maakt aan het eind nog een paar boeiende opmerkingen.
De ene is dat het denken van Marx inspiratie zou kunnen zijn voor het nadenken over business cycles. Op dat vlak gebruik ik Carlota Perez' werk veel (uit 2002), we zitten midden in de crisis van de ICT golf. Misschien de citaties toch wat verder terug in de tijd leggen.
Dat brengt me tot de slotzin van het paper: hoewel veel van de theorie rond dergelijke onderwerpen weggedreven is van Marx, wordt Das Kapitaal toch nog vaak aangehaald. Dat is een interessant aspect vanuit wetenschapsfilosofie: sommige bronnen blijven blijkbaar een rijke heuristische bron voor nieuwe ideeen.

Ontleend aan Geert Reuten: Karl Marx: His work and the major changes in its interpretation. In: : Warren Samuels, Jeff Biddle en John B Davis: The History of Economic Thought, 2003.

Geen opmerkingen: