maandag 21 januari 2013

AKIS als exportproduct

Mijn derde stoute suggestie, afgelopen week op een seminar bij EZ over het AKIS-NL (zie de blogs van vorige dagen) was om van AKIS een echt exportproduct te maken. Topsectoren hebben internationalisatie hoog in het vaandel staan en er is in de mondiale agro-investeringsboom een grote vraag naar kennis over en kopieren van het Nederlandse model.
Dat vraagt om meer dan export van machines, uitgangsmateriaal en kassen. Veelal vraagt het om turn-key projecten waarbij iemand de regie moet voeren en de eindrisico's moet lopen. Zelfs als dat geregeld is, ben je er niet door een paar jaar een Nederlandse manager in te huren. Als je niet uitkijkt dalen de resultaten na zijn vertrek. Opbouw van locale management capaciteit is de sleutelfactor. Goede verbindingen met ICT en vanaf Schiphol helpen overigens steeds meer in het helpen van dat locale management. Door ICT krijgen we zelfs remote-management-support.
Maar naast de bedrijfslevenkant ontwikkelt een regio zich ook alleen als er instituties worden opgezet: een kadaster, voedsel- en warenautoriteit, directie regelingen voor meitelling en subsidies etc. Dat vraagt niet alleen om commitment van de Nederlandse overheid om kennis over te dragen, maar ook om lange termijn samenwerking. Je bent al snel 10 jaar bezig om die instituties goed van de grond te krijgen (het is mij al een paar keer overkomen dat de eerste generatie die je traint daarna bij een lokale vestiging van een internationale bank een mooie baan krijgt).
Enfin, dat bracht me tot de stoute suggestie om vanuit de topsector (overheid, bedrijfsleven, WUR) met op ontwikkeling gerichte landen een langdurige relatie aan te gaan in de vorm van een gezamenlijke ontwikkelingsmaatschappij (type LIOF of zo) en integreer dan hun AKIS in de onze (export kennisdiensten, supply chain management, coach lokaal AKIS, gezamenlijke research lijnen en PhD programs etc.).

4 opmerkingen:

josien kapma zei

...hear hear.
Vraag: waarom niet beginnen binnen Europa? Met enkele strategische perifere landen een commitment aangaan voor wederzijdse benefit. Werkend aan lokale instituties, slimme matches in landbouw en een sterk landbouwkennissysteem binnen Europa, en een sterke positie daarbinnen.

krijn j. poppe zei

Beste Josien

dank voor de reactie. Binnen Europa zou ook kunnen, maar deels zijn er daar al vormen van samenwerking (Erasmusprogramma, ERAnetwerken en Joint Programming voor onderzoek). Voordeel is wel dat afstanden kleiner zijn en je -inderdaad- ook meer met ge-emigreerde boeren zou kunnen samenwerken. Topsectoren richten zich bij internationaal vooral op buiten de EU, zo heb ik de indruk.

josien kapma zei

Of zouden de handelsbelangen -die buiten de EU meer groeipotentie hebben- meespelen?
Juist om die verre handel op wat langere termijn te waarborgen, denk ik dat AKISexport bínnen de EU de voorkeur verdient boven buiten de EU.
Ik ken ze niet allemaal maar m.i. kenmerken de voorbeelden die je noemt zich door steeds slechts één van de AKIS onderdelen (één van de 5 O's) te bedienen. Zo onstaat dus juist niet de integrale visie op het geheel waar je zelf voor pleit.
Het belangrijkste voordeel van werken binnen de EU versus buiten de EU zou zijn dat het geopolitiek strategisch is.
Daarnaast kan het helpen om de structurele intra-EU problemen (bv noord-zuid) op te lossen.

krijn j. poppe zei

je hebt gelijk dat mijn voorbeelden vooral de onderdelen van AKIS betreffen, er wordt weinig gestuurd op de samenhang in AKIS. Misschien dat het EIP (en bezunigingen in nationale systemen) daar een beetje verandering in weten te brengen.