woensdag 9 januari 2013

de wet van crowding out op de dansvloer

Bad money drives out good money, zo luidt de wet van Gresham. Ook in de muziekbusiness geldt zo'n wet: vrouwenmuziek verdringt mannenmuziek. Dat komt door de wet van de dansvloer: een diskjockey die een zaal aan het dansen wil krijgen (wat toch zijn maat voor succes is) moet zich op vrouwen richten, want die zijn sneller over te halen. Mannen dansen vooral omdat ze bij die vrouwen willen zijn. Een bluesmuzikant zei al eens dat voor elke vrouw die je op de (amerikaanse) dansvloer krijgt, er 3 mannen volgen. Kortom, een dj draait muziek die vrouwen leuk vinden (om op te dansen). En dus worden die plaatjes goed verkocht.
Vaak is dat niet de avant-garde muziek (waar mannen graag over theoriseren en die veelal door mannen wordt of althans werd gemaakt). En dat verklaart dan weer dat er veel muziek is die een tijdlang ongelofelijk populair was en toch in de geschiedenisboeken weinig waardering en aandacht geniet: van Soussa (van de -foon), via Paul Whiteman (de King of Jazz die Rhapsody in Blue liet schrijven door Gerswhin), en Ricky Nelson (nog groter dan Pat Boone), tot de meidengroepen van de early sixties.
En toen kwam de twist. Daarmee kwam niet alleen vrije stijl dansen (zie de eerdere blog over de economie van de popmuziek) maar werd ook de wet van de dansvloer ter discussie gesteld: vrouwen konden nu ook zonder mannen dansen. Voor die tijd waren er ook wel vrouwen die met vrouwen stijldansten, maar het was iets wat je met zijn 2en deed. Nu kon het alleen. En daarna maakten de Beatles een eind aan muziek voor de dansvloer door Rock-&-Roll om te zetten in Rock (uit de studio).
 
Ontleend aan een NRC recensie uit oktober 2008 over Elija Wald's: How the Beatles destroyed Rock 'n Roll.

Geen opmerkingen: