dinsdag 26 februari 2013

Surinaams eco-toerisme

Brokopondomeer bij Ston Island,
potentiele winplaats voor hardhout
Het eco-toerisme in Suriname leidt onder de crisis in het westen, zo begreep ik ter plekke. Minder boekingen, minder trips.
Het eco-toerisme zal zo wie zo het oerwoud niet redden als je de vraag naar hout en goud ziet, maar het is een sympathieke beweging waar sommige lokalen van profiteren.
En wijzelf, die een aantal dagen met een korjaal de Suriname rivier bevoeren en daarna in Galibi schildpadden gingen kijken. We bezochten dorpen van inheemsen (de vertaling van native Americans, op de lagere school mochten we ze nog indianen noemen) en marrons (nakomelingen van de ooit gevluchte (v/h "weggelopen") slaven (die we in de jaren zestig nog bosnegers noemden).
Die dorpen zijn geen vetpot, hoewel er zo te zien geen honger wordt geleden. Degene die wij bezochten waren alleen over water bereikbaar maar de smart phone doet wonderen.
Ook voor de natuur-excursie. Waar een gids vroeger nog wel eens een boekje meenam om details van de geobserveerde vogel te laten zien, wordt deze nu op de telefoon bovenwater gegoogled. Waar wij nog drie weken met een 'radio-stilte' het vakantiegevoel benadrukken, houden jongere reisgenoten hun Facebook bij met de recentste foto's. Tijden veranderen - in onze relatie met Suriname, in politiek correct taalgebruik en in technologie.

Luistertip, speciaal voor een paar reisgenoten: Rupert Holmes en zijn Pina Colada song (a.k.a. Escape)

Geen opmerkingen: