woensdag 27 februari 2013

Van plantage-arbeiders en oude cultuurgronden

Suriname is een prettige multi-culturele samenleving waar de half miljoen mensen begrepen hebben dat ze elkaar nodig hebben. Naast inheemsen (zie de weblog van gisteren) en marrons kent het dunbevolkte land nog veel meer en omvangrijkere bevolkingsgroepen. Afro-Surinamers (v/h Creolen - als slaven aangevoerde afrikanen), Hindoestanen (in India geworven contract-arbeiders, die gezien de al aanwezige indianen voor het gemak maar naar hun geloof en Hindustan werden vernoemd), Chinezen (idem, uit Hong Kong) en Javanen (idem, uit Nederlands Indie) en nog een enkele nazaat van Nederlandse planters en boeren.
Suriname was (net als veel Amerikaanse kolonies) onderbevolkt toen de landbouw werd geintroduceerd op de vruchtbare kuststrook. Vandaar de plantage vorm: kapitaal en management uit het Westen en arbeid uit overbevolkte streken elders, alleen de grond kwam uit Suriname.
Na afschaffing van de slavernij ging het stelsel nog een aantal jaren door met de contract-arbeid, maar uiteindelijk liep het toch stuk op gebrek aan goedkope arbeid waardoor het in de concurrentie met bv. de suikerteelt in Brazilie of Australie het onderspit dolf.
Met als gevolg dat veel plantages weer overwoekerden. Een deel werd gebruikt voor boerderijtjes voor de (ex-)contractarbeiders, maar de rest werd struikgewas en secundair bos. Vooralsnog geen oerwoud. Er zou dus - zo vermoed ik- niet zoveel verloren gaan als je bij hogere voedselprijzen de oude plantagegronden op de door de Amazone-stroom aangeslibte kleigronden tussen het zand van Zanderij (het door de Amerikanen in WO II aangelegde vliegveld ter verdediging van de bauxietwinning) resp. het Cordonpad (ooit aangelegd voor bewaking om aanvallen van Marrons en ontsnappingen van slaven te voorkomen, maar daartoe niet erg effectief) en de zee ten noorden van Paramaribo (v/h Nieuw Middelburg) weer in cultuur zou brengen.
Landbouwareaal is dus geen vast gegeven maar wordt onder invloed van winstgevendheid uitgebreid of weer ingekrompen.
Of zo'n uitbreiding in Suriname komende jaren voor de hand ligt is een vraag waarop wordt gestudeerd, zo begreep ik van een Spaanse collega die ik tegen het lijf liep. Vooralsnog is men actiever met delfstoffen (bauxiet en goud) en hout. Met mogelijk een Dutch disease als bijproduct. En het arbeidsloon in de agrarische sector ligt er al snel op 30 euro per dag. Immigratie van arme Latijnsamerikaanse arbeiders voor moderne tuinbouw'plantages' is op de tekentafel misschien wel een idee, maar geen populair thema.

Geen opmerkingen: