vrijdag 31 mei 2013

papierloos kantoor

Het papierloze kantoor is er nooit gekomen. Hoewel het er toch op begint te lijken. En inmiddels hebben we projecten om het papier in de keten ook naar de wolken te verbannen. Waarom een papierloos kantoor dat de gegevens voor de afnemer op papier uitprint en dat factuur noemt? Waarna de ontvanger het intypt.
Papier verdwijnt, of niet. Maandag liet een van mijn WUR collega's bij een AgroConnect bijeenkomst een geweldig filmpje over de papierloze toekomst zien. Hier is de link (het wordt echt leuk bij 0.54').

woensdag 29 mei 2013

De heerschappij der wet

En voorlopig de laatste beschouwing over eigendomsrechten (zie de blog van maandag): Ronald Cass buigt zich over de Rule of the law. John Adams (de 2e president van de VS) en David Hume stelden ieder dat de heerschappij van de wet er is om te zorgen dat we een overheid van wetten en niet van mensen hebben. Recht zonder aanziens des persoons, vrij van willekeur en daarmee minder gevoelig voor corruptie.
Hayek gaf daar een mooie economische gevolgtrekking aan: het betekent dat de overheid zelf in al zijn handelingen is gebonden aan de vaste regels die van te voren aangekondigd zijn - regels die het mogelijk maken om met een redelijke zekerheid in te schatten hoe de autoriteit zijn macht in bepaalde situaties zal gebruiken zodat een individu op basis van deze kennis zijn handelingen kan plannen.
Dat betekent vier elementaire onderdelen:
  1. betrouwbaarheid van de regels
  2. voorspelbaarheid van de toepassing van de regels
  3. deugdelijkheid van de regels in de afleiding ervan
  4. aanvaarding van een externe autoriteit die de regels stelt.
Cass past een en ander toe in het beschrijven van de landhervormingen / onteigeningen in de VS en in Zimbabwe, met natuurlijk duidelijke verschillen.

R.E. Cass: Property right systems and the rule of law in E. Colombatto: The economics of property rights.

maandag 27 mei 2013

De Grondwet en het eigendom

Karl Marx was niet tegen eigendomsrechten, alleen wel tegen private eigendomsrechten. Andrzej Rapaczynski merkt dat tussen haakjes op in zijn paper over de rol van de grondwet in het beschermen van eigendomsrechten tegen onteigening door de overheid. In de serie uittreksels van papers over eigendomsrechten, die hier al een tijdje loopt, dus een nieuwe aflevering.
Er zijn tal van redenen om eigendom te beschermen:
  1. sommigen zien een persoonlijke of expressieve waarde een bezitting: de auteur van een boek, de maker van een tv-programma of een meubel legt zijn ziel en zaligheid in het resultaat. Iemand "heeft iets" met zijn huis. Een soort intellectueel eigendom als het ware. Dit gaat teurg op John Locke en het mengen van arbeid en natuur. Marx leverde daar later ook een bijdrage aan (in de traditie van Hegel).
  2. eigendom als een bastion voor vrijheid en tegen tirannie. Eigendom als broedplaats van politieke waarden - Milton Friedman was een groot aanhanger van dit idee
  3. de economische theorie van eigendom: zonder private eigendom werken markten niet en komen we niet tot welvaart.
De laatste is in de ogen van de auteur degene die er echt toe doet. In het bereiken van die conclusie  en wat dit betekent voor compensatiemaatregelen bij onteigening, geeft hij nog een mooie samenvatting van de public choice theory. Voor wie die niet kent, leg ik het maar even vast:
De ruimte van politiek handelen kun je zien als een specifieke markt waarin indivuele spelers (agenten in ons economen jargon), zowel de regeerders als de geregeerden, hun economische en andere belangen proberen te maximaliseren. In een democratie betekent dit dat gekozen volksvertegenwoordigers proberen om hun inkomen en kansen op herverkiezing proberen te maximaliseren. Daartoe spelen ze in op de behoefte van diverse groepen die van de overheid zaken  (rents) gedaan proberen te krijgen die ze via de markt niet zo makkelijk kunnen realiseren. Afhankelijk van de instituties (de regels, de organistievormen) kan het najagen van de individuele belangen tot heel verschillende uitkomsten leiden. In het ene systeem kunnen regenten veel makkelijker prive-voordelen binnenslepen of kunnen belangengroeperingen hun deelbelang veilig stellen, dan in een ander systeem. Dat maakt dus of een overheidsactie de welvaart verhoogt of vooral een herverdeling van welvaart is (die ook welvaart kan vernietigen omdat het prikkels wegneemt). Er is dus vaak een 'political agency probleem': de kiezers zijn er niet zeker van dat de gekozenen doen wat ze willen.
Als deze kijk op de wereld enige plausabiliteit heeft, ondermijnt ze het idee dat overheden, zelfs de meest democratische, simpelweg vertrouwd kunnen worden dat ze alleen welvaartsverhogende handelingen nastreven en uitvoeren die in het belang zijn van het land (de stad, de EU etc) in zijn geheel.
Aldus Andrzej Rapaczynski in zijn paper "Can constituions protect private property" in E. Colombatto (eds): the economics of property rights.
 

zaterdag 25 mei 2013

lijstje: food trends

Wie mij op Twitter volgt had gisteren al begrepen dat ik in Den Bosch was, waar op de HAS een interessante dag over NWO onderzoek rond marketing van vlees was georganiseerd. Gekoppeld aan de transitie opgave voor de Peelhorst en vergelijkbare gebieden.
Ik kreeg de inaugurele rede mee van lector Harry van Delft. Die dateert van september vorig jaar. Interessant boekje. Gezien mijn voorliefde voor lijstjes (waar blijft het Groot Agrarisch Lijstjes boek?) citeer ik hier zijn Top10 Food Trends:

  1. puur en natuurlijk
  2. real and slow food
  3. local for local
  4. eiwitten in een hippe jas
  5. speciaalzaken en verspleinen
  6. actief, vitaal en gezond
  7. wetgever voert druk op (op gezondheid zoals zout)
  8. what you see is what you get (transparantie)
  9. premium is hot
  10. 24/7 (in 2025 helft aankopen online)
Voor de toelichting en meer zie: Harry van Delft: Agropreneurs - de nieuwe helden in Agrofood. Has Den Bosch, 2012

vrijdag 24 mei 2013

doosje welvaart

De wereld wordt van tijd tot tijd goed opschud door innovaties die de prijsverhoudingen zo sterk doen veranderen dat we veel anders gaan organiseren, en ons zelfs anders gaan gedragen. 100 jaar geleden vond Henri Ford de lopende band uit. De NRC heeft er vanavond een mooie boekbespreking over. De chip van Gordon Moore die nog steeds in 18 maanden in prijs halveert zet nu de maatschappij op zijn kop.
Eentje waarvan het belang wordt onderschat is de container. Daar zijn recent wat papers over verschenen waarover The Economist van vorige week berichtte.
Toen transport-ondernemer Malcolm McLean (what's in a name?) in 1956 een eerste trip met een containerschip maakte reduceerde hij de vrachtkosten meteen al met 97%: van $ 5.86 naar $ 0.16 per ton. Het met de hand lossen van een schip (en weer vullen van vrachtwagens) was een duur en vooral ook langdurig karwei. Waarbij er ook veel stuk ging of gestolen werd. Van een dokwerker werd gezegd dat hij 20 dollar per dag verdiende "en alle drank die hij meer naar huis kon dragen".
Tussen 1965 en 1970 (dus in 5 jaar tijd) zou de verzekeringspremie in transport via havens dalen van 24 naar 4 cent Pond sterling per ton. In dezelfde periode werden schepen fors groter (van 8.4 naa 19.7 ton) en steeg de arbeidsproductiviteit in de haven enorm: van 1.7 naar 30 ton per uur. Schepen hoefden ook minder havens aan te doen. Scheepstarieven daalden niet veel (olie werd duurder) maar het zijn dit soort effecten die het aantrekkelijk maakte steeds meer goederen internatonaal te verhandelen..

Geen wonder dat het internationale scheepvaartverkeer explodeerde. Dat ging samen met het neerhalen van handelsbelemmering in de GATT en de vorming van de EU. En daarmee is er een analytisch probleem: komt de groei in de wereldhandel nu van de containers of door de GATT. Een groepje auteurs heeft dat nu uitgezocht door voor een groot aantal landen na te gaan wanneer de container arriveerde en wat bijbehorende variabelen, waarmee je kunt vaststellen dat een land in de wereld van de containers 'aanhaakt'. En de GATT voordelen gaan voor iedereen op hetzelfde moment in.
De uitkomsten zijn schokkend: na overschakeling op containers nam in een land de handel met 320% toe in 5 jaar tijd. Na 20 jaar met 790%. Een bilateraal handelsaccoord was goed voor maar 45% in 20 jaar en een GATT lidmaatschap 285%.
Les voor de WTO onderhandelingen: trade facilitation waar mee de procedures in havens en de infrastructuur verbeterd worden, zijn belangrijker dan reductie van tarieven. Volgens sommige studies is 50% reductie even gunstig als alle tarieven afschaffen.

Ontleend aan The Economist, 18 mei, Free exchange - the humble hero.

woensdag 22 mei 2013

Taxatie

Nog twee korte notities uit The Economist van 11 mei: het boek van Stephen King (hoofdeconoom van HSBC), When ththe money runs out: the end of western affluence, wordt bekroond met de uitspraak Essential Reading. Geen optimistisch boek: geen bevolkingsgroei, uitgeblust en verouderd houden we vast aan huidige verworvenheden, we groeien niet meer, dat leidt tot spanningen tussen groepen.  De oplossing ligt in Europa maar dat is niet makkelijk. Lees en huiver.
De andere notitie betreft de website VesselsValue die met hedonic pricing algoritmes de waarde van (2e hands) schepen berekent, zodat bespaard wordt op 1500 dollar taxatie (die bovendien niet onopgemerkt blijft). Voor huizen bestond het al langer: Zillow in de VS en Zoopla in de UK. Doen we dat hier al?

dinsdag 21 mei 2013

de waarde van een standaard

Op allerlei plekken, maar zeker ook in de ICT, maken we gebruik van standaards. Dat maakt het leven van consumenten makkelijker (die kunnen eenvoudiger switchen van de ene naar de andere producent) en dat van de aanbieder (meer specialisatie en meer schaalvoordelen). Maar zodra er een standaard is, neemt voor (nieuwe) bedrijven de mogelijkheid af om op andere wijze een product aan te bieden.
Dat kan tot minder innovatie leiden, maar het bovenal kan het leiden tot een hogere kostprijs als voor het produceren met de standaard bepaalde patenten moeten worden gebruikt. Dat plaatst de eigenaren van SEPs (standard essential patents) in een leuke positie: je kunt een forse royalty vragen. Als er dan ook nog meerdere nodig zijn, kun je het opeenstapelen van royalties (royalty-stacking) krijgen.
De standaardzetters en rechters zijn niet gek: die eisen van producenten van SEPS dat ze hun producten RAND / FRAND (fair, reasonable and non-discriminatory) in licentie geven. Dat werkt goed, en in de VS nog beter nu een rechter een formule met 15 variabelen heeft bedacht waarmee je de waarde van een SEP kunt bepalden.

Ontlend aan The Economist: Free Exchange column: standard procedure, 11.5.2013

maandag 20 mei 2013

PowerPoint Ranger

Ik worstelde me gisteravond door een powerpoint van een internationale consultancy. Ziet er altijd mooi uit en er wordt veel beweerd. Hoe hoger de tarieven, hoe glossier je moet presenteren, legde iemand me eens uit..
The Economist van 11 mei besteedt aandacht aan de markt van management consulting: the Boston Consultancy Group, McKinsey & Co, Bain & Co. Die zich allemaal nogal low profile gedragen en concurrenie mogen verwachten van 3 van de big four accountancy firms. En kleinere spelers als Roland Berger. Het aardigst in een stukje over het leven van de jonge consultants onder de fraaie titel "PowerPoint Rangers".  Hard werken (maar in het weekend maar 8 ipv 15 uur per dag), vanuit een wereldstad als Londen, New York of Shanghai (belangrijk voor het weekend-netwerk) een dag of 3 a 5 per vliegtuig naar een klant in de peripherie. Maar goed betaald. Een business- en marktmodel waar iedereen mee uit de voeten lijkt te kunnen.

zondag 19 mei 2013

losgezongen sociologie

In ons Euroepse AKIS werk wordt regelmatig aandacht besteed aan de interactie tussen wetenschap en innovatie in de praktijk. En niet alleen daar wordt geklaagd dat de werelden te ver van elkaar afstaan en dat de grote nadruk op wetenschappelijke publicaties en citaties een doorgeslagen prikkel is. Nu hebben ook veel wetenschappers er belang bij daar over te klagen, maar het ene na het andere rapport komt met dit punt. Sociologisch gezien is het en vogue.
Sommige socioloigsche betrokkenheid
is ronduit schadelijk: Marx  & Engels
In Nederland was het eerder NWO en nu ook de Nederlandse Sociologische Vereniging (NSV). Voorzitter  Jan Willem Duyvendak doet in de NRC van dit weekend zijn beklag: te grote druk om in het Engels over specialistische issues te publiceren, te weinig betrokkenheid bij de nationale discoursen.
Dat onder de titel Losgezongen van het eigen land (taalkundige uitstap: ik dacht nog even dat dit een teveel op Anouk geinspireerde titel was en dat het losgezogen moet zijn (van zuigen), maar natuurlijk weet de krant het beter - hoewel mijn Van Dale er over zwijgt en de spellingscontrole van Google beide fout vindt). Aanleiding is de NSV nota "Naar een evenwichtiger kwaliteitsbeoordeling van sociologisch onderzoek" en de daarin gebezigde alarmerende toon.
Volgens journalist Dirk Vlasblom is de mooiste zin uit het rapport: "De ironie (..) is dat het begrip publicatie in zijn tegendeel is verkeerd: wat telt als publicatie bereikt niet langer enig publiek, terwijl wat wel door het publiek wordt gelezen, niet wordt erkend als publicatie (en daarom steeds minder zal worden geschreven)".
Ik noteer het, misschien een mooi citaat voor ons Europese rapport later dit jaar. Levert de sociologen weer een citatie op. En ik ben benieuwd of het aantal sociologische blogs toeneemt. Economen kunnen uitleggen dat het laatste kwartiertje in 45 uur werken marginaal beperkte waarde heeft voor de Engelse publicatie en grote waarde voor de start van de wetenschapscommunicatie.

zaterdag 18 mei 2013

Lijstje: Vis restaurants

zeer verse vis (IJsland)
De NRC van vandaag komt met een lijstje van de 15 beste visrestaurants van Nederland. Handig om te hebben, en waar kan ik het beter bewaren dan hier - altijd raadpleegbaar op eigen blog. De NRC brengt geen volgorde aan, maar ik nummer, op volgorde van plaatsing in de krant:
  1. The Fish Club - Kijkduin
  2. De Kromme Watergang - Hoofdplaat (Zeeuws Vlaanderen)
  3. Strandpaviljoe en visrestaurant KW 106 - Katwijk
  4. Schmidt Zeevis - Rotterdam
  5. Brasserie de Vluchthaven - Bruinisse
  6. Restaurant Oesterbar - Leidseplein Amsterdam
  7. Vis aan de Schelde - Scheldeplein, Amsterdam
  8. Vis & Ko - Haarlem
  9. Zeezout - Rotterdam
  10. Seinpost - Scheveningen
  11. Inter Scaldis - Kruiningen
  12. De Boet - Urk
  13. Pure C - Cadzand (voor wie Oud Sluis al gescored had)
  14. The Harbour Club  - Scheveningen
  15. 't Alland - Lauwersoog
Enfin bij 10 en 11 was ik al eens, nu de rest. Ook leuk: It rains fishes in Den Haag en Weduwe van den Toorn in Scheveningen.

donderdag 16 mei 2013

Vlaams interview

Op 4 juni spreek ik in Belgie, en ter opwarming publiceerde het CoopBuro een interview over onze cooperatie-studie. Zie alhier.

woensdag 15 mei 2013

column over akkerbouw-software

De blog van vandaag is een column op BoerEnBusiness van mijn hand. Een beschouwing over de markt van software in de akkerbouw. Want daar zijn boeiende innovaties.

maandag 13 mei 2013

examenbloemetje

De eindexamens zijn weer begonnen. De vraag die er daarbij toedoet is of er wel genoeg planten staan in de examenzalen. Een belangenbehartigster vertelde me pas dat er onderzoek is dat aantoont dat planten goed zijn voor de leerprestaties. Dat werkt via het verbeterde klimaat in de klas, dat door planten wordt gezuiverd van dampen als benzeen. Daardoor leren kinderen aantoonbaar beter. En nog beter als ze zelf verantwoordelijkheid dragen voor het verzorgen van de planten. De wetenschappelijke bron kan ik niet vinden, maar de Gazet van Antwerpen had er jaren geleden een mooi artikel over. Met name de Spatiphyllum schijnt wonderen te doen.

zondag 12 mei 2013

De economie van People, Profit and Planet

 
De economische wetenschap gaat over het maken van keuzes: hoe gaan mensen om met schaarse goederen. Sommige mensen denken dat economie meer iets van boekhouden en winst(bejag): het toekennen van waardes in euro aan goederen. Dit misverstand wordt momenteel erg in de hand gewerkt door de aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen / duurzaamheid, waarin de termen People, Profit and Planet naast elkaar worden gesteld. Daar is niets mis mee. het gaat wel mis als dat in het Nederlands wordt toegelicht als ethiek, economie en ecologie. Economie is de afweging, profit zou hier voor inkomen moeten staan. Vandaar gisteren, toen ik me dit weer eens realiseerde, de tweet de wereld instuurde "In People Profit Planet the Profit stands for income, not for economics. Economics is about the trade-off between the three aspects".

zaterdag 11 mei 2013

Common law of Civil law?

Discussies onder economen over wetgeving gaan onherroepelijk ook over de vraag wat er voor de welvaart beter is: de civil law zoals wij die op het continent van Europa hebben, of de common law van de angelsaksische landen.
Gezien de innovatieve economieen van de UK en US (met de uitzondering van Lousiana, dat aan de Franse tijd civil law heeft overgehouden - leuke quizvraag) lijkt de common law goede papieren te hebben, in ieder geval is er correlatie. Civil law, ons burgerlijk recht, gaat via de wetgeving van Napoleon terug op het Romeins recht. In het common law systeem is er een minder grote rol voor de wetgever, en een veel grotere voor de rechter, die zijn oordeel vooral ook velt op basis van eerdere soortgelijke gevallen. Dat lijkt flexibeler in de zin van makkelijker aanpasbaar aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen - een wet wijzig je minder snel (maar biedt dan misschien weer meer zekerheid).
Common law heeft in de regel minder verschillende soorten rechtbanken, met hun eigen procesregels. Er zijn veelal ook geen specifieke rechtbanken die zich met staatsrecht (administrative law) en de verhoudingen tussen de staatsorganen bezig houden. Economen vinden veelal dat dit betekent dat er minder complexiteit is en minder transactiekosten zijn. Geen idee of er is uitgezocht of er ook een verlies aan specialisatie is.
Waar de economen ten aanzien van de common law vooral enthousiast over zijn, is het rechterlijk bevel (de injunction). Daarmee legt de rechter een partij de plicht op iets niet meer te doen (of te doen). Op basis daarvan kunnen partijen dan gaan onderhandelen en de meest efficiente oplossing vinden of de claim afkopen. Dat in contrast tot ons burgerlijk recht dat de aansprakelijkheid via een schadeclaim afhandelt.
Het rechterlijk bevel lijkt daarmee beter aan te sluiten op het ideaal van Coase die aantoonde dat het voor de efficiency (en dus onze welvaart) niet uitmaakt wie van de kemphanen een eigendomsrecht (om iets te doen) heeft als er maar weinig transactiekosten om te onderhandelen zodat -mocht dat aan de orde zijn- de andere partij de goedkoopste schadebeperkende maatregelen neemt.
Als de transactiekosten (de kosten van zakendoen: vinden van een business partner, monitoren van de transactie, handhavingskosten etc) laag zijn dan is een uitspraak over een aansprakelijkheid via een rechterlijk bevel als startpunt van onderhandelingen een efficiente oplossing - de rechter creeert een eigendomsrecht. Zijn ze hoog, dan is een actie voor schadevergoeding beredeneerd vanuit een bestaand eigendomsrecht efficient, de rechthebbende kan dan de schade claimen en hoeft ook nog eens duur te gaan onderhandelen of betalen wel het handigst is.
Wie dit een interessante materie vindt, leze Norman Barry: Property rights in common and civil law, in: E. Colombatto - The economics of property rights.

donderdag 9 mei 2013

lijstje: typen insitituies

Rechtsystemen kunnen door elkaar lopen. Een fameus voorbeeld is het oude Nederlands Indie waar lokale wetgeving, religieuse wetgeving (islam) en Nederlands koloniaal recht gedeeltelijk overlapten. Bruidschatten (in India), drugs en (in de Amerikaanse drooglegging) drank zijn verboden maar bestaan en mensen handelen er in - waarbij soms de maffia het voor het zeggen heeft hoe met de eigendomsrechten omgegaan moet worden.
Kortom co-existentie van eigendomsrechten komt vaak voor - en wordt gezien als een probleem voor ontwikkeling omdat het onduidelijkheid schept. Maar het sechtp ook kansen, zo beargumenteert Stefan Voigt in een paper over dit issue in het hier besproken boek (zie de blog van gisteren).
Hij onderscheidt alleraardigst 5 soorten instituties, ieder met hun eigen type van controle;
1. Conventie, waarbij iedereen uit zichzelf zich aan de regels houdt en dus controle (enforceement) niet nodig is. Het bekendste voorbeeld is rechts rijden. Dit bepaalt het eigendomsrecht van het schaarse goed dat we de Weg noemen. Niemand kan zijn positie verbeteren door links te gaan rijden, en dus is controle niet eens nodig. Het is overigens een Nash-evenwicht, er is ook nog een andere oplossing mogelijk, zoals in Suriname: links rijden.
2. Ethische regel, waarbij de actor uit zichzelf zich aan de regel houdt.
3. Gewoonte (custom), ook een morele norm (net als 2) maar dan afgedwongen door de gemeenschap. Als reputatie belangrijk is, kan dat een zeer machtig controlemiddel zijn (denk aan wat sommige Koerdische vaders doen bij ongwenst gedrag van hun dochter).
4. Private regels, afgedwongen door georganiseerd private regels zoals boeteclausules en arbitrage.
5. Overheidswetgeving, waarbij de staat toeziet op effectiviteit.

Voigt ziet vier soorten samenhang tussen de diverse niveaus:
1. neutraal omdat de regels over verschillende domeinen van ons gedrag gaan
2. complementair omdat de staatsregels en de private regels hetzelfde gedrag uitlokken en langs beide wegen sanctioneren
3. subsitutie: de beide instituties lokken hetzelfde gedrag uit, maar sanctioneren gebeurt maar door 1 van de twee, privaat of via de staat
4. conlicterend: wie zich aan de ene institutie (bv. een traditioneel gewoonterecht of religieus recht) houdt komt in conflict met overheidswetgeving.

Groei van de economie lijkt niet gebaat met conflicterende instituties. Maar er zijn uitzonderingen denkbaar. Zoals de beroemde studies van Herman de Soto in de sloppenwijken van Peru. Het staatsrecht liet het daar afweten als inefficient en er onstonden informele eigendomsrechten die wel werkten en ontwikkeling mogelijk maakten maar juridisch in strijd waren met de wet.

woensdag 8 mei 2013

eigendomsrechten in de Mid West

Eigendomsrechten veranderen als gevolg van de veranderingen in de relatieve prijzen van goederen en de technologie die nodig is om die goederen te produceren. Zo stelde Harold Demsetz al in 1967. Daarbij zijn transactiekosten belangrijk. Die hebben allerlei oorzaken, maar in het bijzonder zijn ze terug te voeren op informatie-problemen.
In een paper in het boek dat we hier de afgelopen dagen bespraken, geeft Gary Libercap twee mooie empirische voorbeelden uit de landbouw. De ene gaat over waterrechten in het westen van de VS. De andere vat ik hier samen en gaat over de landbouw in de Great Plains (het verre wilde westen) van de VS, zoals Montana
De Amerikanen waren gewend om bedrijven uit te geven (wie het eerst was kon er 1 claimen) van 160, later (sinds 1909) 320 acre (een acre is ongeveer even groot als een gemet in ZW Nederland: 0,4 ha, er gaan ca. 2,5 acre in een ha).
Oregon, USA
Ook ten westen van de 98ste meridiaan, de zeer droge Great Plains, was dat de maat. Zo stond het nu eenmaal in de wet. Er was weinig (wetenschappelijke) kennis van landbouw onder zeer droge omstandigheden en de periode waarin de kolonisten arriveerden was ook nog een vrij nat decennium. Historische neerslagcijfers ontbraken. Er was zelfs het idee dat ploegen goed was voor de regenval (the-rain-follows-the-plough doctrine).Hoewel al in 1879 John Wesley Power in zijn Report on Arid lands of North America beredeneerde, dat een bedrijven in zo'n klimaat toch wel 2560 acres, dus bijna 10 keer de gebruikelijke grootte, zou moeten zijn.
Politici wilden er niet aan, aan grotere bedrijven. Ze hadden teveel belang bij bevolking: het aantal inwoners bepaalt het aantal zetels in het huis van Afgevaardigden. Op county niveau gold hetzelfde.  De belastinginkomsten van de counties waren afhankelijk van levendige lokale gemeenschappen.
In de jaren dertig zagen de federale ambtenaren de armoede op dit platteland en stelden dat migratie naar de steden de oplossing moest zijn. Trek naar California (en dat gebeurde deels, zie John Steinbeck). Grotere bedrijven waren nodig. En men begon kleine bedrijven uit te kopen. Dat leidde echter tot sterke tegenstand van lokale politici, gesteund door kleine bedrijven die het nog even konden uitzingen omdat ze alleen variabele kosten hoefden goed te maken, en in deze tijd van werkeloosheid (Depressie) niet naar de stad wilden. Het was deze groep kleine bedrijven die met regionale politici voor een pro-family farm beleid lobbyde. Uitkopen werd vervangen tot subsidies.
Het zijn die subsidies die de transactiekosten van consolidatie in grotere bedrijven sterk deed oplopen. Onrendabele bedrijven werden in stand gehouden en de grondprijs in de benen. Die kleine bedrijven boerden te intensief en hadden minder belang bij het bestrijden van winderosie, waarvan de voordelen benedenwinds lagen, bij kleine bedrijven dus bij de buurman.
Uiteindelijk is de consolidatie van bedrijven er toch gekomen. Het heeft 60 jaar geduurd, en kwam tot stand doordat kleine boeren geen opvolger hadden. Dat maakt het wel een socialer proces, maar tot die conclusie komt Gary Libecap niet: die is het te doen om het feit dat de politieke economie geleid heeft tot hogere transactiekosten om tot een optimale bedrijfsgrootte te komen.
De water-case laat ik voor zelfstudie, evenals het uitwerken van de analogie met ons eigen GLB.

Gary Libecap: The effect of transaction costs in the definition and exchange of property rights: two cases from American experience. In: E. Colombatto - the economics of property rights.

dinsdag 7 mei 2013

Cultuur en export van instituties

Soms houd ik een pleidooi om onze instituties zoals de gouden driehoek (v/h OVO3luik) met daarin ook LEI, VWA, DLG, DR activiteiten van de overheid te kopieren in landen in de groei, van Saoedi Arabie tot diep in Afrika.
Daarbij moeten we dan wel goed rekening houden met cultuur, zo werd me gewaar uit het paper van Seth Norton ("Empirical issues in in culture and property rights") in het handboek dat ik aan het lezen ben en hier bespreek (zie de blog van gisteren).
Het begrip cultuur staat niet erg centraal in de economie, zo constateerde Chicago econoom Gary Becker al eens spijtig. Het begrip is ook niet erg eenduidig gedefinieerd: de een kijkt meer naar symbolisme, de andere meer naar 'a way of life'.
De guru op dit vlak is Geert Hofstede die het meetbaar maakte: de VS kenmerkt zich door extreem individualisme, Maleisie door groot belang van macht, Zweden (en in zekere zin heel Scandinavie, incl. Nederland) als feminien.
Americana uit Boston
Seth Norton voerde een empirische analyse uit waarin hij de Hofstede indicatoren koppelde aan metingen van eigendomsrechten, zoals respect voor de wet (corruptie e.d.) en voor eigendomsrechten (kans op onteigening en openbreken van contracten door de overheid). Dat is van belang omdat er mensen zijn (de institutionele kijk) die stellen dat instituties niet alleen heel belangrijk zijn voor een economie maar dus ook kunnen worden geexporteerd als ze superieur zijn. Daar tegenover staat dat de culturele kijk, die stelt dat instituties ook sterk cultuur-gebonden zijn en mede omdat cultuur zeer lastig is te veranderen, moet je niet al teveel verwachten van de exporteerbaarheid. Ofwel (in mijn voorbeeld): hoewel Malta en Cyprus delen van de Engelse instituties hebben overgenomen en omarmd, hebben ze ook te maken met een daarmee deels strijdige Mediterraanse cultuur (Griekenland is het land met de hoogste mate van ontlopend van onzekerheid).
Welnu de regressies van Norton geven veel steun aan die tweede hypothese. Beneficial human arrangements "are not more common because nation-states seems to be locked in to some long-standing institutional endowments. These conditions are affected by religion and ethnic diversity (controle-variabelen in het onderzoek - kjp). However, the most striking fact is that they are not more common because cultural values and beliefs seem to profoundly effect the institutional configuration. The data are only suggestive, but they do indicate that reforming institutions might require a lot more than the imposition of a set of desirable legal arrangements". 
Niet opgeven dus, maar wel slimmer exporteren van instituties.

maandag 6 mei 2013

eigendomsrechten veranderen naar behoefte

Met de Paasdagen schreef ik hier enkele posts die aantekeningen waren uit een boek over de economie van eigendomsrechten. Het ging om de rol van de kerk, een Robinsonade, en de spanning tussen historische rechten en de analyse van Coase bij transactiekosten. Ik hervat de serie bij gebrek aan ander nieuws en bij tijd om te lezen.
Framcesco Parisi geeft een historisch overzicht van de veranderingen in systemen van eigendomsrechten. Bij de jagersvolken spelen eigendomsrechten geen grote rol. Je kunt de huid nu eenmaal niet verkopen voor de beer geschoten is. Op zijn best is er dus een recht op de stroom van opbrengsten. Bij de veehouders speelt eigendom een grotere rol, zo constateerde Adam Smith al. Daar is er bezit (van de kudde) en indringers worden van het erf geweerd. Het zijn vaak ook samenlevingen met nogal ongelijke inkomensverdelingen.  Het eigendom is ook meer in handen van het gezin dan van de clan (die een grote rol speelt in jagers-samenlevingen)
absolute rechten zijn handig
voor stadsontwikkeling
Bij de opkomst van de landbouw, 12.000 jaar geleden, zet de trend zich door en komen er veel meer eigendomsrechten in de samenleving. Maar die zijn vaak wel beperkt. Het zijn functionele rechten. Naast het recht op akkerbouw op een perceel (als dat in een shifting cultivation al niet tijdelijk is) hebben anderen op hetzelfde perceel een jachtrecht of een graasrecht. Op den duur worden sommige van die rechten (zoals het jachtrecht, als er niet veel meer te jagen is) ondergeschikt aan het hoofdrecht.
En dan komen we bij de Romeinen die de laatste stap zetten in deze ontwikkeling. De eigenaar van een perceel is absoluut eigenaar. Met absolute rechten is veranderen makkelijker (sic!): als je een stuk land wilt bebouwen, hoef je maar met 1 eigenaar te praten en hem uit te kopen.
In het middeleeuwse feudale systeem bleef daar weinig van over. Dat was gebaseerd op gebruik / pacht en op persoonlijke relaties. Dat gebruik was steeds vaker partieel (voor een bepaald doel) en de persoonlijke relaties mondden uit in een feudale piramide.
Dat was te knellend voor de ontwikkeling en ging met de Franse Revolutie ten onder. Daarmee werd het absolute eigendomsrecht herstelt. De Amerikanen gingen meteen ver: je bent daar ook eigenaar van de mijnbouwschatten in en onder je grond. Geen wonder dat je dan positief over schaliegas denkt.
Het absolute is volgens de auteur Parisi hier en daar aan slijtage onderhevig. Dat zie je bij stadsplanning en ook bij open access van infrastructuur. Als je daar de facto monopolist van bent kun je iemand geen aansluiting weigeren.
Kortom: eigendomsrecht-systemen veranderen met de behoefte van de samenleving.

F. Parisi: The origins and evolution of property rights systems in: E. Colombatto (ed): The economics of property rights.

zondag 5 mei 2013

Illusie van begrip

Wie weet wat hij niet weet doet minder stellige uitspraken. Mensen met extreme, stellige standpunten moet je dus laten beseffen wat ze niet weten, daar worden ze milder van (en dat bevordert de consensus).
Die voor de hand liggende gedachte (die bekend staat als de illusie van begrip) is nu bewezen door Philip Fernbach (Un. Colorado, Boulder) c.s. in een paper in Psychological Science (online), zo meldde de NRC deze week.
Als je, zoals zij deden, mensen stapje voor stapje laat uitleggen wat nu de effecten van een maatregel zijn ("als je dit doet, gebeurt dan en daarna dat"), blijken mensen dat helemaal niet zo goed te kunnen, en gaan minder extreme standpunten innemen. Dat verbaast me niets. Zelfs met professionele onderzoekers, zo is mijn ervaring, is het nog een klus om zo'n als-dan schema uit te schrijven, en uit de theorie te beredeneren welke effecten wel en niet door de interventie of de autonome trend (het nul-scenario) komen. En er zou dus vaker over zo'n systeem-dynamisch plaatje gerapporteerd moeten worden. Met als mogelijk nadeel dat daardoor lezers zekerder worden van de effecten van de maatregel, en ze dat weer extremer maakt??

zaterdag 4 mei 2013

Twitter

Het moest er een keer van komen: het gebruik van Twitter. Bij de links staat de link naar Krijn_J_Poppe. Het voornemen is een aantal keren in de week, in de regel in het Engels en veelal gekoppeld aan LinkedIn. Follow me.

open data

Er is steeds meer aandacht voor Open Data: overheidsdata die beschikbaar wordt gesteld aan consumenten en bedrijfsleven. De overheid gaat dus van data-collecter naar data-provider.
In de VS heeft dat bijgaande site opgeleverd met toegang tot agrarische statistieken: http://www.data.gov/food/community/food

vrijdag 3 mei 2013

Babymelk

De zuivelmarkt is weer in de belangstelling, althans een klein deel ervan: Nestle en Danone/Nutricia hebben moeite de schappen gevuld te houden met babymelkpoeder. De aanvoer is al fors vergroot, maar de blikken verdwijnen toch snel uit de schappen. Richting China.
Dat is een opvallende situatie. De wereldzuivelprijzen zijn volgens de FAO afgelopen jaar met zo'n 25 a 30% aangetrokken, door een hete en droge zomer in Nieuw-Zeeland en door het late voorjaar in Europa.
China is ook een steeds grotere importeur. Ik zag berekeningen waarin men mooi laat zien dat 30 jaar geleden Europa nog de grote importeur van wereldmarkt-voedsel was (met zo'n 45%) en dat die positie helemaal door Azie is overgenomen. Geen reden tot zorg overigens: de OECD voorspelt tot 2020 zuivelprijzen die in reele termen vrijwel niet veranderen En daarmee zo'n 20% onder de piek van 2007 blijven. Wel leggen we ons in Europa meer toe op boter en kaas (lastig te maken en transporteren producten die dus om goed management vragen) en anderen meer op melkpoeder.

Toch is dat alles niet de reden van de babymelkpoeder-problemen. Die liggen helemaal in de sfeer van de voedselveiligheid. Wij hebben hier in Europa af en toe voedselschandalen, ook met dodelijke afloop (antivries in wijn, dioxine, BSE, Ehec, sterke drank in Tjechie vorig jaar) en soms gelukkig ook niet (paardenvlees, omgekatte biologische eieren) maar gelukkig weten we het vertrouwen in voedsel en ons voedselsysteem dan toch in de benen te houden. Bij de Chinezen lukt dat niet. Daar is het vertrouwen in met name babymelkpoeder na de Melamine-vergiftiging van 2008 nog steeds een probleem. Daar profiteren westerse exporteurs van, die voeren hun capaciteit op.
Maar blijkbaar niet snel genoeg en omdat het hier een specialistisch product is waarbij de betalingsbereidheid (ook van de ongeruste Chinese ouders met 1 kind) hoog is, is er blijkbaar ook met parallel import van particulieren of kleine handelaren geld te verdienen. Al verschillende landen hebben er mee te maken gehad. Nieuw-Zeeland handhaaft het verbod op export zonder officiele papieren extra steng met boetes tot bijna 200.000 euro zo meldt de Volkskrant op gezag van FNLI.
Persoonlijk lijkt het me makkelijker op te lossen met een webshop. De supermarkten zijn te open. Als betrokken bedrijven hun Nederlandse of Nieuw-Zeelandse klanten willen voortrekken op de Chinese, kunnen ze eenvoudig een webshop openen. Klanten wordt gevraagd even een scan van de geboorteakte of gebooortekaartje te sturen bij de aanmelding, en moeten met een Nederlandse creditkaart of IDEAL betalen en krijgen op een Nederlands huisadres geleverd. En niet meer dan voor een paar weken nodig is. Veelkopers worden geweerd. Enfin, het is maar een ideetje maar het lijkt me sneller en slimmer dan de vrijhandel te beperken, om extra douane van de bezuinigende overheid op Schiphol in te zetten.

Moeten we hier vaker rekening mee houden, er zijn tenslotte meer voedselschandalen in China, zo vroeg me een redacteur van een radioprogramma vandaag. Ik denk dat dat meevalt. Dit is wel een heel specifiek product. Je ziet dat bedrijven de productie al uitbreiden. En natuurlijk werken de Chinezen aan professionalisering van hun melkveehouderij en aan hun voedsel-en waren autoriteit / keuringsdiensten. Wij hadden ruim 100 jaar geleden ook een boterwet nodig omdat er margarine werd bijgemengd en de Engelse klanten ontevreden waren. En cooperaties werden opgericht omdat er handelaren waren die de kunstmest met troep bijmengden.
Bovendien investeren de Chinezen zelf in uitbreiding van de productie in Europa. Zo kondigde althans het Chinese Babymill deze week een haalbaarheidstudie voor een fabriek in Assen aan. Met de afschaffing van de melkquota in Nederland in 2015 kunnen we de productie dus opvoeren. Ruimte daarvoor is er, ook omdat zetmeelaardappelen en varkens (zeker bij een vrijhandelsverdrag met Noord Amerika of Mercosur) vanwege lage rentabiliteit (en milieuproblemen) kunnen inschikken. Niet leuk voor betrokkenen maar zo gaat de welvaart omhoog. Ik keek even op hun Chinese site, de verpakking van Babymill heeft een keurig blauwe Nederlandse molen op de verpakking. Een Vlaamse zuiveldirecteur zei me vorig jaar hoe makkelijk het exporteren is naar China: ze hebben zelfs liever Nederlands op de verpakking dan Chinees. Naast Heineken dus nog een product met status.
Enfin tot een radio-interview komt het morgen niet, er zijn belangrijker onderwerpen. Of mijn boodschap is te geruststellend. Vandaar de inmiddels gemaakte analyse hier maar even op de weblog.

woensdag 1 mei 2013

iCow

Het computerspel FarmVille (zie de blog van gisteren) schijnt door 85 miljoen boeren te worden gespeeld. Dat leerde ik uit een mooi Tedex filmpje over iCow met een boeiende presentatie door mrs. Su Kahumbu. Dat is een Afrikaanse service op de smartphone (die bij Afrikaanse boeren een groter bereik heeft dan bij Europese) om veehouders in hun beslissingen te ondersteunen. Waarmee de productie toeneemt van 6 naar 8 liter. Dat is nog eens een bijdrage aan voedselzekerheid en inkomen.
De Keniaanse service heeft natuurlijk ook een website, en de Washington Post wijdde er een artikel aan. Nu Europa nog. Mooi voorbeeld van mijn (veronder)stelling dat Afrika sneller is met de adoptie van deze nieuwe technologie dan wij.
Met dank aan de lezer die me deze links toemailde.