zondag 31 juli 2016

Amerikaans institutionalisme

Malcolm Rutherford schreef in het boek van Samuels et al dat we hier bespreken, een mooi hoofdstuk over de amerikaanse institutionele economen tussen de beide wereldoorlogen. Dat begint zo ongeveer met Veblen, die erg kritisch was over alle monopolies en tal van instituties die door lobby’s waren beïnvloed. Dat leidde tot het inzicht dat de instituties vaak achterlopen bij wat er inmiddels nodig is. De institutionelen wlden ook een goede verbinding met de psychologie als het ging om consumentengedrag. Dat ging een tijd heel goed en leverde inspiratie op, tot de psychologen het behavorialisme omarmden, en zich toelegden op vrij simpele stimuli-respons studies. Verder natuurlijk J.M Clark met zijn overhead costs, en Ezekiel met zijn agrarische spinneweb (cob-web) model van prijs cycli. Commons stelde de transactie als eenheid van analyse centraal, en de vorm van die transactie werd bepaald door variabelen als juridische aspecten, verplichtingen, bargaining power e.d. Door Keynes, en de succesvolle fusie van die macro-economie met de wiskunde in de econometrie verdween de stroming na de tweede wereldoorlog geruime tijd uit beeld.

Geen opmerkingen: