dinsdag 10 oktober 2017

national geographic


De september editie van de National Geographic bevatte een artikel van een Italiaanse journalist over de Nederlandse landbouw. "Hoe Nederland de wereld voedt" en in de Amerikaanse editie: Tiny Holland is feeding the world.
Dat werd natuurlijk meteen fors rondgetwitterd maar ik sprak ook mensen die zich er aan hadden geërgerd. Omdat ze vonden dat dit het idee bevestigd dat Nederland als grote exporteur het voedsel over de hele wereld moet slepen, ten koste van het milieu alhier. Terwijl we in werkelijkheid vooral naar de EU exporteren (en dat is over kortere afstanden dan Californië doet), en onze productie op wereldschaal niet erg groot is, veruit het meeste voedsel wordt nu eenmaal lokaal or regionaal geproduceerd.
De critici hebben vermoedelijk vooral de kop gelezen. Het artikel gaat, op 1 van de vele industriële foto's na, al helemaal niet over de (wat milieu betreft) veel bekritiseerde veehouderij, maar over de plantaardige productie. Misschien had de journalist begrepen dat ongeveer driekwart van het agrobusiness complex plantaardig is, en we dus helemaal niet het land van de kaaskoppen maar van de bloemkolen of zo zijn.
En verder gaat het artikel vooral over kennisexport, niet in de laatste plaats vanuit Wageningen. In die zin is de kop van het artikel dus niet letterlijk te nemen als gaande over een productenstroom. De Nederlandse editie week wat af van de Amerikaanse in de zin dat het nog een extra artikel had waarin de landbouwhistorie even fijntjes uitlegden hoe het zo gekomen is: vanuit onze positie als handelsland en de vraag naar producten uit het industrialiserende Engeland (en daarna Duitsland). Boeren zijn veredelde handelaren.

Geen opmerkingen: